't Zuiden vrijt? De situatie op 'de breuk'
'Geen stroom, geen
kolen, geen werk,
geen grondstoffen,
geen kleding'
75 JAAR VRIJHEID 7
Met kunst- en vliegwerk en hier en daar wat geluk
houden burgers in het zuiden van Nederland het
hoofd boven water na de bevrijding in september
1944. Ze zijn vrij, maar hoe goed gaat dat ze af?
Boven de
grote rivieren:
Hongerwinter
halen over de toestand in het zuiden: de boe
renstand fungeert als redder in nood. Bur
gers gaan met de fiets het platteland op en
keren terug met aardappelen, melk, eieren.
Na de bevrijding is er gebrek aan zowat al
les in Eindhoven en omgeving, valt Eindho-
vens Dagblad-journalist Chris Paulussen op
bij zijn studie naar de Eindhovensche Fabri
kantenkring. Frits Philips richt de EFK op
negen dagen na de bevrijding.
Paulussen schrijft in het op 27 september
2019 te verschijnen boek Sterker uit elke crisis,
75 jaar Eindhovensche Fabrikantenkring: ,,Er is
geen stroom, er zijn geen kolen, geen grond
stoffen, geen werk, geen kleding, geen trans
portmiddelen. Dat het zo dramatisch is, had
ik niet voor ogen toen ik aan het onderzoek
voor mijn boek begon.''
Bekend zijn de beelden van opgetogen
mensen die de bevrijders begroeten, van
Britse en Amerikaanse militairen die choco
lade en sigaretten uitdelen, van feestende
menigten die opgelucht de bezettingsjaren
achter zich laten. Dat gebeurt in het zuiden,
het noorden kampt met schaarste. Het zui
den vrij en bevoorraad, het noorden in last.
Die beeldvorming behoeft nuancering,
ontdekt Paulussen. ,,Heel dubbel. Terwijl in
het zuiden in vrijheid wordt gemopperd
over de schaarste, heeft de rest van het land
te maken met de Hongerwinter. Maar in het
zuiden is ook gebrek aan van alles. Venster
glas, solutie om een fietsband te plakken, on
dergoed. De gebroeders Van Doorne van
DAF regelen dat ze in Deurne turf kunnen
halen voor hun werknemers, om huizen
mee te verwarmen. De net opgerichte EFK
vergadert eerst in het gebouw van de Kamer
van Koophandel, maar daar wordt het te
koud. Daarom gaan ze over naar de sigaren
kistjesfabriek van Picus, waar ze niet alleen
verwarming hebben, maar ook thee kunnen
zetten. Thee, dat is wat! Als bij Picus de kolen
op zijn, komen de fabrikanten bij elkaar in
het Philips Ontspannings Centrum POC, in
de garderobe, onder de kleerhaken. De enige
plek die nog verwarmd kan worden.''
Philips komt aan de reguliere productie
van gloeilampen bij lange na niet toe. Ge
brek aan fabrieksruimte, grondstoffen en
gereedschappen dwarsboomt een normale
bedrijfsvoering. Om toch weer wat bedrij
vigheid te creëren, verzint Frits Philips het
devies Handen Uit de Mouwen. Onder die
noemer maken medewerkers 'HUM'-artike-
len, spullen die met zo min mogelijk energie
uit restmaterialen worden gemaakt. Stof
kammen, aardappelschilmesjes, kolen
schoppen, plattebuiskachels, speelgoedle-
gerjeeps uit door bevrijders achtergelaten
biscuitblikken. Maar tegen honger helpt dat
allemaal niet.
De Eindhovensche Fabrikantenkring
stuurt samen met de vakorganisaties op
11 november 1944 een telegram naar koningin
Wilhelmina in Londen. 'Roepen eerbiedig
uw hulp in daar voedseltoestand catastrofaal.
Sinds de bevrijding daling van 1600 naar 600
calorieën. Zuigelingensterfte neemt onrust
barend toe. Bevolking radeloos.'
Tien dagen na het telegram dreigen Phi-
lips-medewerkers te gaan staken vanwege
de voedselschaarste. Besloten wordt eenma
lig rantsoenen beschikbaar te stellen - een
blik gecondenseerde melk voor kinderen tot
4 jaar en voor kinderen tot 12 jaar een reep
chocolade. Het militair gezag zegt daarnaast
per persoon eenmalig 125 gram vlees en 125
gram suiker toe. De maatregelen helpen, de
rust keert weer in Eindhoven.
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 2019
Gebrek
aan alles
Frans de Wit (92) eet in 1944 de
etensrestjes van een militair. 'Wit
brood. Echt wit!'
FOTO KOEN VERHEIJDEN
Eindhoven
na het Duitse
wraakbom-
bardement
op 19 sep
tember 1944.
FOTO EINDHOVEN
IN BEELD
Zuid-Nederland wordt
eind 1944 grotendeels
bevrijd, maar het gebied
ten noorden van de grote
rivieren blijft bezet. In
Eindhoven worden de
Duitse bezetters op
18 september 1944 ver
dreven, in Amsterdam
pas op 8 mei 1945. In de
tussenliggende periode
hebben bewoners van het
noordelijke deel amper te
eten. Ook brandstof is
schaars. In de Honger
winter sterven in het
bezette deel 20.000
tot 25.000 mensen
door ondervoeding.