13
naar gesegregeerd Savannah.
Zwarte inwoners moesten er ge
scheiden van witte stadgenoten
winkelen, eten, leren, bidden en
reizen. Als kind was het voor hem
normaal, legt hij uit. Openbare
gebouwen hadden voor hem een
aparte ingang, en een speciale toi
letruimte. Hij moest naar de
school voor 'gekleurde jeugd'.
Lang realiseerde hij zich niet dat
hij niet vrij was. Maar dat veran
derde in de naoorlogse jaren. Hij
kan nu nog boos worden om een
voorval in het gesegregeerde
openbaar vervoer. ,,Ik heb er geen
bewijs voor, maar ik denk dat ik
mijn stoel in de bus eens heb op
gegeven voor nota bene een Duit
ser. Omdat hij wit was.''
Martin Luther King
Brown steekt zijn rechterhand in
de lucht. ,,Deze hand heeft die
van Martin Luther King geschud.
Na de oorlog sloot ik me aan bij
een andere oorlog, als zijn voet
soldaat.'' Hij zet een vrijheidslied
in dat hij met King zong, als de
beroemde dominee en leider van
de burgerrechtenbeweging naar
Savannah kwam om te preken
over gelijkheid voor zwarte
Amerikanen. Oh, oh, freedom, be
fore I'd be a slave, zingt Brown, I'll
be resting in my grave.
,,Vier meisjes waren omgeko
men bij een bomaanslag op een
zwarte kerk in Birmingham, Ala
bama. 'Ze kunnen onze kinderen
doden, onze huizen afbranden',
zei Dr. King - ik keek naar zijn
mond toen hij het uitsprak -
'maar er zijn twee dingen die ze
nooit kunnen vernietigen. Ons
geloof in God en ons verlangen
naar vrijheid'. Hij kon dat dan
prachtig laten rijmen. Ik gebruikte
diezelfde woorden steeds weer in
mijn kerk. De mensen gingen er
altijd voor staan.''
Zelf wil hij niet meer 'op een
zeepkist gaan staan', want dan
staat hij daar 'voor altijd' en wordt
hij boos. ,,Maar als je mijn hart uit
mijn lichaam zou kunnen halen
en je het zou kunnen bekijken,
zou je een bezwaard hart zien. Ik
heb pijn. Vanwege de manier
waarop mijn mensen worden ge
zien. Niet alleen in Amerika, maar
in de wereld.''
Hij kan niet wachten, zegt
dominee Brown, om voor het
eerst sinds het einde van de strijd
in Europa terug te keren. ,,Want
daar waarderen ze wat we hebben
gedaan. Ik herinner me dat we
over straat marcheerden en dat de
Fransen bloemen naar ons gooi
den. Omdat we hen bevrijd had
den. Ze waren zo dankbaar. Zij
zagen geen zwart en wit, ze zagen
bevrijders.''
leert, zegt Brown, vergeet je dat
nooit meer. Hij dreunt zijn solda-
tennummer op. 34 56 91 14 - dat
moest hij opgeven in het geval hij
in Duitse handen zou vallen. Het
Duits dat hij oppikte op weg naar
Berlijn, is ook onverslijtbaar.
„Sprechen Sie Deutsch?", vraagt hij.
Om dan zelf te antwoorden: ,,Ein
wenig."
'Schwarze'
,,Vertel nog eens over die Duitsers
die nog nooit zwarte mensen
hadden gezien, pa'', vraagt zijn
zoon. ,,Ze stonden op hoger gele
gen grond, dat is altijd een voor
deel in een oorlog'', begint zijn
vader. Brown en een groepje me
desoldaten hadden opdracht ge
kregen een Duits machinegeweer
uit te schakelen. ,,Elke keer als we
de heuvel op probeerden te ko
men ging dat van: brrrrr. We haal
den toch bijna de top. De man
met z'n vinger aan de trekker zag
ons, en weet je wat hij gilde?
Schwarze! Hij had nog nooit zwar
ten gezien en bevroor. We liepen
gewoon binnen en namen dat
machinegeweer af. Zonder ook
maar een schot te lossen.''
Lang sprak Brown geen woord
over de oorlog, vertelt zijn zoon,
ook dominee. Pas toen zijn vader
92 was, vijfjaar geleden, kwamen
de verhalen. Brown junior weet
hoe die dingen gaan: hij vocht zelf
in de Golfoorlog van 1991, zijn
zoon is Irakveteraan. Vader, denkt
hij, had PTSS. ,,Ik zal je dit zeggen:
oorlog is hel, laat niemand je voor
de gek houden'', doceert senior.
Hij herhaalt het later nog eens.
Oorlog is hel. ,,Dat is wat het is. Ik
dacht dat ik in een picknick zat in
de ondersteunende troepen, tot ik
een kerel tegen de muur gespet
terd zag.''
Er zijn details die hem helder
op het netvlies staan - de vloer
van het schip dat hen naar Liver
pool bracht, bedekt met braaksel
toen ze eenmaal aan land kwa
men. De scheermessen die vluch
tende Duitsers hadden achterge
laten. Het wachten op de Russen
in Berlijn, die vervolgens met ver
ouderd materiaal aankwamen ('ze
willen vast niet dat ik dat zeg').
Ah Oui - de sarcastische bijnaam
van de collega die meende Frans
te spreken en de oorlog niet over
leefde.
Het was Matthew Brown die
werd geacht terug naar de basis te
gaan om voorraden te halen, maar
Ah Oui stond erop dat hij mee
ging in de Jeep. Hij kwam om het
leven toen een Duitse tank de
auto aanviel. Ze dachten nog dat
ze die tank wel konden hebben,
dat Ah Oui te redden was, maar
raakten in de problemen. Brown
doet het geluid voor van het ma
chinegeweer zodra hij zijn hoofd
omhoogstak. Brrr! Brrr! ,,We had
den daar nooit uit kunnen ko
men.''
Ah Oui wist een handgranaat in
de tank te gooien en redde zo de
levens van zijn maten, maar werd
zelf dood teruggevonden. ,,Ik
noem hem mijn paaslam. Hij is in
mijn plaats gestorven.''
Brown keerde na de oorlog
GO ZATERDAG 24 AUGUSTUS 2019
Matthew Brown, hier met zijn
zoon Matthew jr., in zijn huis in
Savannah. Pas vijf jaar geleden
begon senior te praten over zijn
ervaringen tijdens WO II.
FOTO'S SERGIO AVELLANEDA