9
'De oorlog
was er
opeens.
Vooraf had
ik niks
gehoord'
Paspoort
Jaap Wiebrens
brens in de kost. ,,Mijn ouders raakten be
vriend met hem. En geloof het of niet: toen ik
in 1950 voor mijn nummer als marineman op
Nieuw-Guinea terecht kwam en op een oude
LCT-landingsboot werd geplaatst, wie zat daar
ook? De zoon van Piet van der Peppel die bij
ons in huis was. De vriendschap tussen zijn en
mijn ouders, die toen al was verwaterd, werd
nieuw leven ingeblazen."
Leeg dorp
Begin 1944 waren Duitse marineschepen in de
haven doelwit van geallieerde vliegtuigen. Ook
de baggermolen, die werd ingezet bij de aanleg
van een telefoonkabel van Frankrijk naar Noor
wegen, werd beschoten. In februari werd via
proclamaties bekendgemaakt dat het hele dorp
geëvacueerd moest worden. ,,Wij moesten ook
weg. Via mijn oom kwamen we in Willemstad
terecht. Na een week of zes gingen we terug.
Mijn oom en mijn vader moesten voor de Duit
sers de vaarwegmarkering in stand houden.
We woonden in een bijna leeg dorp. Het groot
ste deel van Schouwen-Duiveland was onder
water gezet. Misschien dat er zestig mensen
waren teruggekomen. De opzichter van de pol
der met zijn dijkwerkers, mensen die bij de
PZEM werkten, de zogenaamd onmisbare be
roepen."
De zomer ging voorbij met het vangen van
een palinkje, een botje, een scharretje. Met een
roeiboot kon in een droog stukje polder win
tertarwe en koolzaad van het land worden ge
haald en er werden aardbeien en bessen ge-
plukt. Eind oktober 1944 was het gedaan met
de rust. ,,We wisten niet dat de Slag om de
Schelde bezig was en dat het grootste deel van
Zeeland was bevrijd. Op een zondag begonnen
opeens de beschietingen. Mijn broer en ik za
ten in een schoollokaal achter het gemeente
huis bij de zondagsdienst van zeilmaker Jan de
Korte. Vanuit Anna Jacobapolder werd er op de
toren en de haven van Bruinisse geschoten.
Toen wisten we: de geallieerden zitten daar.
We schuilden in de lege huizen van mensen
die geëvacueerd waren."
Elke dag granaten, tot 2 december: ,,Die
avond werd er op de deur gebonkt. Een Duit
ser. Dat we binnen 25 minuten klaar moesten
staan voor vertrek. In het pikdonker pakten we
wat spullen bij elkaar. We hadden een karretje
op fietswielen, waarop we wat koffers konden
meenemen. Onderweg naar Sirjansland brak er
een wiel, ik zie de kar nog scheef tegen de per-
koenpaaltjes staan. Bij het landbouwhaventje
Staart stonden paarden en boerenwagens klaar.
We werden naar Dreischor gebracht."
De Tien van Renesse
Renesse werd de eindbestemming. Jaap denkt
aan kou en noordenwind en dat er op de bok
van de wagen werd gezongen. Welke liedjes,
hij zou het niet weten. Ze kregen een kamer in
een boerderij aan de Lage Zoom. De tiende de
cember zaten ze in de kerkdienst. Plotseling
werd de dominee weggeroepen. Later werd
duidelijk dat hij terdoodveroordeelde verzets
strijders bijstand had verleend. De Tien van
Renesse, de opgehangen jongens en mannen
staan symbool voor de gruwelen van de oorlog.
Jaap: ,,We hoorden geluiden op straat. Er reden
huifkarren voorbij. Van tussen één van de zei
len zag ik een hand zwaaien."
Moeder Wiebrens schreef graag, ze had wel
journalist willen worden. Meer dan elfhonderd
gedichten liet ze na. Ook de kerstavond van
1944 in Renesse ving ze in poëzie. Jaap: ,,We
zongen kerstliedjes met z'n allen. De Ortskom-
mandant woonde vlakbij, er liep een schild
wacht heen en weer voor ons huis."
Moeder Wiebrens dichtte: 'De soldaat die er
op wacht liep Had soms luisterend stil gestaan
Doch toen het gezang verstomde klopte hij plotse
ling op het raam Zacht vroeg hij: och zing nog
even Het is Kerstfeest, ook voor mij Het doet me
aan de Heimat denken Waar ik gelukkig was, en
vrij.'
De bevrijding kwam op kousenvoeten. Het
was 7 mei 1945. ,,Van uitbundigheid heb ik niks
meegekregen. Schouwen-Duiveland was ge
ïsoleerd. De geallieerden kwamen niet met
groot materieel. Op de dijk bij Bruinisse heb ik
een paar Engelsen zien lopen. Dat waren dan
onze bevrijders."
GO ZATERDAG 24 AUGUSTUS 2019
Jacob Wiebrens - roepnaam Jaap - werd
17 mei 1930 geboren in Den Briel. Hij
groeide op in Bruinisse, na hem kwamen
er voor de oorlog nog drie jongens. Een
zusje werd na de bevrijding geboren.
In 1958 trouwde hij in Zierikzee met Nellie
van Hakken. Ze kregen twee zonen: Wie-
bren Marten en Jan Joost. Inmiddels heb
ben ze vier kleinkinderen.
Jaap maakte door de oorlog de lagere
school niet af. Op zijn zestiende ging hij
werken. Na de Ramp werkte hij als loods
in Hoek van Holland. In dienst van Rijks
waterstaat werd hij Rijkshavenmeester in
Medemblik. Hij volgde bij het 'PBNA' (Poly
technisch Bureau Nederland Arnhem) een
opleiding Weg- en Waterbouwkunde. Ver
volgens werd hij opzichter van Rijkswater
staat in Den Helder. Voor het werk aan de
Kreekraksluizen verhuisde hij met zijn
gezin in 1970 terug naar Zeeland, naar Ril
land, in 1971 naar Goes. Hij werkte aan de
Vlaketunnel. Vanaf 1978 was hij nauw be
trokken bij de bouw van de Stormvloedke
ring in de Oosterschelde. De spoortunnel
in Rotterdam was zijn laatste werk, in
1990 ging hij met pensioen.
Jaap Wiebrens zingt al 42 jaar als eerste
bas in het Zeeuws Mannenkoor.