en zus?
Ze noemden me
een held, maar
ik was dom
Grenzen en
luchtruim
worden gesloten, het
congres stilgelegd, en
ik kan het land niet uit
19
René Diekstra
dinsdag 20 augustus 2019
deren handelen volledig vanuit hun
eigen gevoel. Je helpt ze door ze te
leren inleven in de ander. Bijvoor
beeld door uit te leggen dat een
broertje het niet leuk vindt als jij zijn
speeltje afpakt. Als ouder moet je
begrip opbrengen voor de situatie
van de een en de gevoelens van de
ander benoemen. Dat kan vanaf een
jaar of 4, want dan beginnen kinde
ren empathie te ontwikkelen. Voor
die tijd blijft het bij simpele aanwij
zingen en spelregels."
Ook goede communicatie verbe
tert de band tussen kinderen. ,,Con-
flicten zijn leerzaam als er een oplos
sing komt waar iedereen zich happy
bij voelt. Van iets simpelweg verbie
den leren kinderen niets. Betrek ze
daarom bij de oplossing en laat ze
met argumenten komen waarom ze
vinden dat het hun beurt is om aan
dacht te krijgen of te spelen. Ouders
voelen dit soort dingen overigens
meestal goed aan.''
Pont is het daarmee eens: ,,Je ver
diepen in de belevingswereld van
een ander kan zelfs voor volwassenen
moeilijk zijn. Dat leer je in je kinder
tijd.''
Wanneer is ruzie tussen broers en
zussen kindermishandeling?
Niet elke ruzie tussen broers en zus
sen is onschuldig. ,,Je zusje een
keertje treiteren hoort er bij, maar als
het dagelijks gebeurt, is er meer aan
de hand'', zegt Pont.
De intensiteit van broer-zuscon
flicten maakt het herkennen van
mishandeling soms moeilijk, maar
het komt wel degelijk vaak voor, zegt
Van Berkel, die als eerste in Neder
land onderzoek doet hiernaar. ,,Dat
varieert van fysiek geweld tot spullen
vernielen of iemand stelselmatig
kleineren door steeds te zeggen dat
hij of zij dom of lelijk is.''
De eerste stap is het herkennen
van zulke schadelijke patronen, zeg
gen de deskundigen. ,,Je ziet dan dat
één kind zich steeds meer terugtrekt
of de straat opgaat om niet bij een
broer of zus te hoeven zijn. Of dat
één kind altijd het geweld initieert
en de ander het onderspit delft.''
Van Berkel: „Geweld tussen broers
en zussen kan komen door proble
men in het gezin, zoals alcoholisme
of chronische stress bij ouders. Soms
heeft de geweldpleger een psychi
sche stoornis; een broertje of zusje is
daar dan vaak het eerste slachtoffer
van.''
In zulke situaties is professionele
hulp zoeken op zijn plaats, maar ook
daar lopen ouders en slachtoffers
soms tegen onbegrip aan. ,,Hulpver-
leners denken al snel dat het om een
normale broer-zusruzie gaat, terwijl
onderzoek toont dat slachtoffers van
chronisch geweld van een broer of
zus daarvan psychische schade oplo
pen. Bovendien hebben zulke con
flicten een grote impact op het hele
gezin.''
En hoe gaat het als de broers en
zussen groot zijn?
,,Eén ruzie kan twee levens verwoes
ten, terwijl duizend ruzies opgeno
men kunnen zijn in het bestaan'',
zegt Pont. Volgens de vader van twee
zoons zegt veelvuldig ruziën dan ook
niets over de band tussen kinderen.
,,Juist een warme band kan gepaard
gaan met veel conflicten. Als er
tegenover de ruzies voldoende posi
tieve interacties staan, zit het goed.
Die kinderen gaan later samen stap
pen en worden de beste vrienden.''
Van Berkel: ,,Een levensgebeurte
nis kan soms alles veranderen, maar
jonge kinderen die een warme band
hebben, houden ook over de tijd
heen een stabiele relatie. Samen
ruziën kan leerzaam zijn en bijdra
gen aan een band voor het leven, mits
er geen sprake is van geweld.''
Zomer 2019. De manager van het hotel
in Bled, een stad in Slovenië, is nieuw
en vraagt me of het waar is dat ik hier
al sinds het einde van de oorlog kom.
Ik bevestig dat, waarop hij me vraagt
tijdens mijn verblijf een keer mijn relaas te doen.
26 juni 1991. Ik ben uitgenodigd om in
Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, een inter
nationaal congres te openen. Kort tevoren heb
ik overwogen af te zeggen. Vanwege dreiging
van oorlog tussen de federale regering van Joe
goslavië en Slovenië, dat zich uit de federatie los
wil maken. De organisatoren bezweren me dat
het zo'n vaart niet zal lopen en toch te komen.
Dat doe ik. Daar aangekomen blijk ik de enige
buitenlander. En daarmee de redder van het
internationale karakter van de bijeenkomst. Ik
ben halverwege mijn openingslezing als in de
zaal groot rumoer uitbreekt. Het blijkt dat de
federale troepen zojuist de grens met Slovenië
zijn overgestoken. Het is oorlog.
Grenzen en luchtruim worden gesloten, het
congres stilgelegd en ik kan voorlopig het land
niet uit. Op de vraag van mijn gastheren wat ik
in de tussentijd wil doen, antwoord ik: 'Breng
me naar de mooiste plek die jullie hebben'. Dat
blijkt het voormalige zomerverblijf van wijlen
president Tito aan het meer van Bled te zijn. De
dagen die ik daar als enige hotelgast verblijf,
word ik als held behandeld. Alsof ik symbool sta
voor het feit dat niet elk EU-land het kwetsbare
Slovenië in de steek laat. Ik heb er een aantal
vrienden aan overgehouden, onder wie de hui
dige burgemeester van Bled.
Soms moet ik toch weer uitleggen, zoals aan
de nieuwe manager, dat ik allesbehalve een held
was. Eerder een domme waaghals. Ik nam
onnadenkend grote risico's, zoals reizen naar
een oorlogsgebied waarvoor een negatief reis
advies gold. En ik had te snel tegen mijn gast
heren 'ja' gezegd en mijn partner en kinderen
geen inspraak in dat besluit gegeven. Zij hebben
een aantal dagen in de rats gezeten. Kortom, er
zit een belangrijke waarheid in de uitspraak van
de Britse dichter Alfred Tennyson: 'Wijs me een
held en ik schrijf u een treurspel'. Ik mag van
geluk spreken dat het dat niet is geworden.
Op vakantie in
Slovenië denkt
Diekstra terug aan
een congres waar
hij was toen daar
de oorlog uitbrak.
Reageren? rene.diekstra@persgroep.nl
GO
nooit geboren!'