'estkapelle 9 'Dat is ons geschut, zeiden de Duitsers. Wij wisten wel beter poort lopen. Ze zeiden wel eens wat tegen me. Vriendelijk, jazeker, ik kon ze verstaan." Dat het ernst was, bleek uit de geruchten die de ronde deden. Over booby traps bijvoor beeld: in de verlaten huizen stond een onschul dig keteltje op de kachel, daaronder zat een mijn verstopt. Dat er niemand meer het strand op mocht, dat was in het met de zee vergroeide dorp ook een gevoelige kwestie. Naarmate de berichten over oprukkende ge allieerden doorsijpelden, werd het spannender in Westkapelle. De soldaten zeiden: 'Als er wat gebeurt, komen jullie maar bij ons in de bun ker'. Pieternella zag hoe de omstandigheden rommeliger werden en dat er wel eens flink werd gedronken: ,,Op een nacht, toen een sol daat zijn vermoedelijk ontgrendelde geweer wilde wegzetten, ging dat af. Er vloog een kogel door de slaapkamer waar mijn broer lag." Er werden strooibiljetten uit gegooid. Inwo ners werd aangeraden om naar 'een veilige plaats' te verhuizen. Waar die veilige plaats was, werd er niet bij vermeld. Op 3 oktober 1944 kwamen de bommenwerpers. „Moeder had gezegd: 'Als er wat gebeurt, direct naar huis komen'. Ik was buiten aan het spelen. Rond 1 uur 's middags kwamen er vliegtuigen heel laag over, ze wierpen lichtkogels uit. Ik liep hard naar huis. We gingen met het hele gezin meteen naar de Duitse bunker. Vader was niet zo vlug. Hij nam een zakje mee met waardepa pieren, zijn trouwboekje en een geldkistje. Ik hoor het mijn moeder nog zeggen: 'Schiet nou maar eens even op'. We waren het enige gezin in de bunker. Die was van binnen helemaal verlicht. Er stonden stoelen in een kring, ik zat op mijn vaders knie. Kort daarop hoorden we hevige explosies. De soldaten probeerden ons gerust te stellen. 'Dat is ons geschut', zeiden ze. Wij wisten wel beter. Toen het even rustig was, werd er hard op de deur gebonsd. Door de luchtdruk werd die met veel moeite geopend. Drie Duitsers, helemaal onder de modder, kwamen binnen. Dat was denkelijk de beman ning van het geschut. Tegen het eind van het bombardement volgde er nog een enorme knal. De bunker schudde wel vijf minuten lang. Daarna werd het langzamerhand stil." Hoe lang het bombardement duurde, weet Pieternel niet. Ze was op de knie van haar va der in slaap gevallen. ,,Toen we uit de bunker kwamen stond er zeewater in de straat. Een soldaat prikte met een stok om te voelen of er bomtrechters waren. Wat we zagen...? Onbe schrijflijk. De zijgevel van ons huis lag op straat. Het kabinet dat op zolder stond, was naar beneden gevallen. Even verderop in de Dijkstraat zag je alleen maar puin. Ook de Rookstraat was voor de helft weggeslagen. 'Kiek, tot bie de toren is alles weg', zei moeder." Stamppot Westkapelle was onbewoonbaar geworden. Het gezin Hengst vluchtte op de fiets naar Aagte- kerke, waar een vrij groot huis aan de rand van het dorp beschikbaar was. Omdat het water ook daar kwam werden ze naar het hoger gelegen centrum van het dorp verhuisd. ,,We vonden met twee andere gezinnen een plekje op de zol der van een huis. Toiletten waren er niet, we moesten gebruikmaken van po's en emmers. Eten kregen we uit de gaarkeuken, stamppot met grote stukken vlees. Misschien ben ik daar door later vegetariër geworden." Het tijdsbesef is niet nauwkeurig. Na onge veer een week vluchtten ze op een boerenwa gen door het water verder naar café Wilhel- mina in Domburg. Dat werd beschoten vanaf zee, alle ruiten sprongen kapot. ,,Samen met mijn zus vluchtte ik naar het postkantoor. In de paniek raakten we onze ouders kwijt. Die von- Paspoort Pieternella Cornelia Hengst den we terug in de wei bij de molen. Er kwam een brandend vliegtuig over, heel grote vlam men sloegen eruit. Een man bij ons in de wei wees: 'Kijk, de piloot is al dood'. Wat waren we bang." Zeeuwse voeten Ze kwamen in Oostkapelle terecht. Met drie andere gezinnen deelden ze een schoollokaal. Er werd geklaagd over de kwaliteit van het brood omdat er nauwelijks tarwe in was ver werkt. Ook Oostkapelle werd beschoten. 's Nachts zochten ze in de kerk een veilig heen komen. Op een ochtend ontplofte er bij de school een granaat, een man werd dodelijk ge troffen. Moeder Hengst bedekte de ogen van haar dochter en zei: 'Je moe nie kieken'. Canadezen kwamen met tanks het dorp bin nengereden. Dat betekende bevrijding. Maar nog geen vrijheid om het 'gewone' leven weer op te pakken. Het eiland stond onder water. Met haar bijna volwassen zus Jane boomde Pie ternel in een boot naar Middelburg: ,,Op de te rugweg was het bijna donker. Overal stonden dode bomen en dreven er dode paarden en koeien in het water. Heel eng." Het gezin kon een torenkamertje in huize 't Haantje in Dom burg betrekken. Daar bleven ze tot eind 1945. Tegen die tijd had vader Hengst het huis in Westkapelle weer bewoonbaar gemaakt. Dat lukt je nooit, werd er gezegd. Maar het lukte hem. Pieternel heeft nog meegemaakt dat er kle ding werd gehaald bij de HARK, de Hulpactie Rode Kruis. Schoenen uit Italië, herinnert ze zich, veel te klein voor de fors uitgevallen Zeeuwse voeten. ,,Voor de dames waren er hoge hakken bij. Daar speelden wij als kinde ren 'mevrouw' mee." GO ZATERDAG 17 AUGUSTUS 2019 Westkapelle ligt na het bombardement van 3 oktober 1944 volledig in puin. FOTO N. FLIPSE-ROELSE Geboren 19 juni 1936 in Westkapelle. Na de lagere school als ser veerster en kamermeisje gaan werken in hotel Mare- zate in Domburg. In 1957 trouwde ze met Bram Riemens, een marineman uit Zaamslag. Na tien jaar in Westkapelle gewoond te hebben, verhuisden ze naar Middelburg. Daar woont het echtpaar nog. Ze hebben drie kinderen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 57