eikaars leven eruit zou gaan zien? Dat Jan architect zou worden, wist iedereen. Mis schien was het jaar in Italië voor hem wel een soort verzet tegen die zekerheid die ie dereen had over zijn toekomst, als zoon van een architect, die zelf ook weer de zoon was van een architect. Dat Sam wiskundige zou worden, hadden we ook vermoed, het leek ons gewoon het beroep waar je zo slim als hij voor moest zijn. En dat ik schrijver zou worden? Nee, dat was toch min of meer een verrassing. ,,Nou'', preciseert Sam, ,,je had wel altijd van die grootse idolen. Bob Dylan, soms een voetballer. Die overgave verried dat jij zon op iets groots. Maar je had geen idee van wat dan, hoe of waarom.'' Dus, concluderen we, waren er vijftien jaar geleden al genoeg aanwijzingen te vin- den voor ons latere leven. Als we maar had den geweten waar te zoeken. Misschien is dat wat volwassen worden betekent: leren welke aanwijzing een voorspelling is en welke een dwaalspoor. Vanavond vindt op het grote plein een 'middeleeuwse' uitvoering plaats. Een handvol in zware fluwelen kleren gehesen mannen en vrouwen gaat elkaar onhandig te lijf met logge zwaarden. Elke keer als ze elkaar raken, klinkt een zwaar klunk. Lacherig kijken Sam, Jan en ik vanaf de trappen waar we zo veel avonden hebben doorgebracht, wachtend op iets dat kon doorgaan voor avontuur. Maar misschien is onze lacherigheid misplaatst, bedenk ik me dan. Wij doen hetzelfde als zij, we voe ren iets op van lang geleden, we wagen ons aan hetzelfde onmogelijke verlangen als zij: om iets wat voorbij is te herbeleven. Na de vierde campari begin ik dat tragi sche verlangen anders te interpreteren: als teken van vriendschap. Misschien is onze vriendschap niet helemaal verwaterd, of zelfs helemaal niet. Hij is hooguit veran derd, hij heeft zich alleen aangepast aan onze veranderende levens. Misschien, be denk ik me, is een flexibele vriendschap de duurzaamste band die je in je leven kunt opbouwen. Ik kijk naar links en rechts, naar Jan en Sam, en leg me neer bij het besef dat ik op dit moment gewoon gelukkig ben. De vraag waarom iemand wordt wie hij uiteindelijk is, is onmogelijk te beantwoor den. Toch is het niet gek om af en toe op zoek te gaan naar wie je met meer bent, welke huiden er in de loop van de jaren zijn afgeworpen. En welke vrienden erbij waren toen je dat deed. Hadden we destijds een idee hoe ons en ZATERDAG 17 AUGUSTUS 2019 29

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 109