'Misschien blijft alleen de rijsttafel over van onze cultuur' 'De eerste keer dacht ik: die geuren, die warmte: ik kén dit' ,,Ik was 7 of 8 en van de juf moes ten we onze opa's en oma's vragen naar verhalen over de oorlog. In de klas vertelde ik vervolgens hoe mijn oma had meegemaakt dat haar dorp door de Japanners was aangevallen. 'Daar hebben we het nu niet over', zei de juf. 'Dit gaat over de Tweede Wereldoorlog.' Kennelijk telde mijn Indische geschiedenis niet. Voor mij was dat een belangrijk moment, omdat ik voor het eerst besefte dat ande ren mij als 'anders' zagen. Thuis had ik juist meegekregen dat ik niet anders was en zeker niet min der. De buitenwereld wijst mij er voortdurend op dat ik anders ben. Ik moet altijd uitleggen waar ik vandaan kom, wat best vermoeiend is. Tenminste, in Nederland. Want ik heb ook een paar jaar in Duitsland gewerkt en als iemand daar vroeg waar ik mijn kleur van had, volstond een korte uitleg: Nederland had koloniën. 'Ach so'. Een verademing. In Duitsland kwam ik er trouwens achter dat ik veel Nederlandser ben dan ik zelf dacht. De direct heid waar Nederlanders om be kendstaan, heb ik me kennelijk eigengemaakt. dat je geen land meer hebt waar je naar terug kunt, zoals andere immigranten dat hebben. Ik kan nooit terug naar mijn roots. Het beste alternatief is Indonesië, maar Indonesië is Nederlands-Indië niet. Toch, toen ik er acht jaar gele den voor het eerst was, werden er hiaten opgevuld waarvan ik niet wist dat ik ze had. Die geuren, die warmte. Ik dacht: ik kén dit. Heel raar, maar ik had opeens de behoefte om met mijn handen te gaan eten. Ik weet zeker dat ik Indisch ben en voel me daar senang bij. Maar ik vind het lastig te omschrijven wat dat dan is, Indisch zijn. Het is vooral een gevoel en dat is voor iedereen anders. Elke Indo geeft er zijn eigen draai aan en daarover is binnen de Indische gemeenschap dan weer strijd. Voor de een is het dat je moet houden van country- muziek, voor de ander dat je een botol tjebok op je toilet hebt om je met water schoon te spoelen. On bewust heb ik ook van alles mee gekregen wat mijn ouders en grootouders op hun beurt hebben meegekregen uit Indië. Het belang van hygiëne bijvoorbeeld. Jezelf elke dag wassen, schoon zijn, goed voor jezelf zorgen. In de tropen was dat belangrijk, omdat je kon doodgaan aan een infectie als je niet schoon was. Voor mij is Indisch-zijn ook heel erg verbonden met eten en drin ken. Indisch-zijn is met andere Indo's lekker eten en praten over gerechten die ook lekker zijn. Wij, Indo's van de derde generatie, zitten in een soort overgangsfase. Het verleden is bekend en wat de toekomst brengt staat onderhand ook wel vast: uiteindelijk zal het de Indische cultuur waarschijnlijk net zo vergaan als die van de Itali aanse Amerikanen. Daarvan res teert de pizza. Zo blijft van de Indische cultuur straks misschien alleen de rijsttafel over. De Indi sche identiteit van vandaag is een grijs gebied, vrijwel ongrijpbaar. Ja, wij zijn Indisch. Maar wat dat dan is? Die vraag moet elke Indo van mijn generatie voor zichzelf beantwoorden." Niek Spangen berg (35), uit Utrecht. Vader en moe der Indisch. Is Senior Manager Personalization bij Adidas. Het lastige aan Indisch-zijn is

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 107