WIM HOFMAN 5 Wi-. vrijdag 9 augustus 2019 Het poëziefestival Voix Vives be gon pas in de avond en dus had ik mooi de tijd om de stad Sète te bekijken. Ik logeerde in de Paul Va- léry-straat die naar boven loopt naar het Valéry-lyceum en daarachter kun je een oude stenen trap nemen die je naar de top van de Mont Saint Clair brengt. Brengt is niet het goede woord. Je moet er zelf nogal wat voor doen. De heuvel bestaat uit rots, het is een oude vulkaan en die is zeker 175 meter hoog. Het was ochtend en al erg warm. De trap is ooit gemaakt voor pelgrims en die willen het moeilijk hebben. De berg is een soort loute ringsberg, want als je eenmaal boven bent, waait je een koel zeebriesje tege moet en dan heb je een prachtig uit zicht. Je ziet de stad met zijn kanalen met blauw water en witte bootjes en zijn statige huizen; je ziet de haven met vissersboten en de veerboot die elke dag een paar maal naar Marokko vaart om volgeladen auto's en busjes over te zetten. Je ziet de pieren en golfbrekers die uit rotsen bestaan en de grote ste nen vuurtoren. Ik zag veel blauwe lucht en een erg blauwe Middellandse Zee met hier en daar een wit zeiltje. Op de berg staat ook een enorm wit kruis. Op de voet staat dat, als je bij een speciale gelegenheid 's avonds het kruis wil laten verlichten, je dan dat ook kan doen. Nu hoefde dat niet: de felle zon maakte het kruis al erg wit. Bovendien: wat is een speciale gele genheid? Elke gelegenheid is immers speciaal. Van het trapklimmen had ik het warm gekregen. Gelukkig was er een eindje verder een kraampje waar je koud water kon kopen. Er was een weg naar beneden, richting citadel en langs het museum Paul Valéry en langs het zeemanskerkhof met het graf van Paul Valéry, de beroemde dichter die men daar zeker in ere houdt. Van hem ken ik één uitspraak: 'Domheid is niet mijn sterkste kant'. Men houdt in Sète van dichters en men organiseert er elk jaar een groot internationaal poëziefestival dat veel belangstellenden trekt. Het zorgt in de stad voor een uitermate dichterlijke sfeer. Maurice Steketee Goes Sandra de Bijl-Osakwe is bijna een maand na haar overlijden begraven in Goes. De begrafenis moest een aantal keren worden uitgesteld, omdat er geen geld was voor de uitvaart en omdat haar familie uit Nigeria niet eer der een visum kon krijgen. Dank zij meer dan vierhonderd dona ties van gulle gevers kreeg Sandra gisteren een waardig afscheid. Het regelen van de begrafenis lag erg gecompliceerd. De Nigeri- aanse vrouw, die in december trouwde met Goesenaar Randy, had nog geen verblijfsvergun ning en verzekering, omdat ze nog maar enkele weken in Neder land was. Bovendien was ze ern stig ziek geworden na de ge boorte van haar dochtertje Elena. Geld voor de begrafenis was er niet. Schoonzus Nienke de Klerk begon daarop een inzamelings actie en mede door de aandacht in de PZC stroomde de beno digde 5000 euro snel binnen. Een ander probleem was het laten overkomen van haar familie uit Nigeria. Hoge uitzondering Bij hoge uitzondering kregen de nabestaanden uitstel voor de be grafenis. ,,We zijn de gemeente Goes en de officier van justitie hiervoor zeer dankbaar", laat Nienke de Klerk weten namens de familie. ,,Richard Ensing van Monuta Goes heeft dit uitstel voor ons kunnen regelen. Ook heeft Ri chard er voor gezorgd dat Sandra naar het crematorium in Terneu- zen is gebracht, waar ze de afgelo pen weken in een diepkoeler lag. Ze verdiende een waardig af scheid, we konden haar toch niet door de gemeente laten begraven zonder dienst?" Sandra werd gis termiddag in Kloetinge begraven. In de parochiekerk van de Heilige Maria Magdalena in Goes was eer der op de dag een herdenkings dienst waarbij zo'n vijftig mensen aanwezig waren. GO De wereld van Wim Hofman, schrijver/illustrator Sandra krijgt uitvaart dankzij donaties Pastor Rens Stobbelaar leidt de uitvaart van Sandra de Bijl-Osakwe. foto ernesta verbirg

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 33