Volgende week:
'Een slapeloze besluit vaak
om vroeg naar bed te gaan.
Niet doen mensen!'
17
Hoogleraar theoretische fysica
Gerard 't Hooft. ,,De zwaarte
kracht laat zich niet zo makkelijk
pakken.''
kocht. Dat je angst niet alleen
kunt voelen, maar ook meten in
het brein. Tijdens een practicum
maten we elektrische hersenacti-
viteit tijdens slaap met zo'n ou
derwetse machine. Ik hoorde aan
de pennetjes op het papier als ie
mand in stadium 2 van slaap ver
keerde, of in diepe slaap. Ik zag tij
dens de remslaap de ogen heen en
weer schieten. Een overrompe
lende ervaring.
Van slapeloosheid weten we,
schat ik, niet meer 15 procent op
een schaal van 100. Van andere
stoornissen van het brein - de
pressies, angststoornissen, de
ziekte van Alzheimer, Parkinson -
weten we misschien het dubbele.
We lopen achter, er moet worden
geïnvesteerd.
Wel hebben we tevens in kaart
gebracht dat een trauma, opgelo
pen in je jonge jaren, later meer
kans op slapeloosheid geeft. Be
halve genetische aanleg kan zo'n
trauma ook leiden tot rusteloze
slaap. Het herstel van spanningen
en gemoedstoestanden - een be
langrijke functie van slaap - is bij
een slapeloze verstoord. Hij is niet
in staat die zaken op te ruimen.
Hoe dat zou kunnen werken?
Stel, een kind groeit op in een on
veilige omgeving. De hersenen
zijn in die periode al flink in ont
wikkeling en zijn getraind op het
letten op gevaar en almaar in de
startblokken staan.
In die situatie kan een kind daar
baat bij hebben, maar als je ouder
wordt en je slaap brozer, zit je ook
's nachts met die parate hersenen
opgescheept. We zien dat het voor
veel slapelozen lastig is deze si
rene in het brein te controleren.
Ze blijven als het ware altijd op
letten en reageren.
Ik geloof in samenwerking tus
sen wetenschappelijke onderzoe
kers en 'ervaringsdeskundigen'
Dankzij de duizenden goede en
slechte slapers, verzameld in ons
Slaapregister.nl, hebben we al veel
ontdekt. Maar - we hebben altijd
meer deelnemers nodig.
Ik heb me voor de komende
vijftien jaar voorgenomen dit pro
bleem samen met hen op te los
sen. Meestal werk ik zeven dagen
per week, maar ik pak wel mijn
rust. Probeer altijd acht uur te sla
pen - in praktijk worden het er
meestal zevenenhalf.
Aan het einde van de middag ga
ik naar huis. We eten dan samen
en daarna keer ik meestal terug
naar het werk. Hoewel werk, het
voelt veel meer als een passie. Ik
wil ontrafelen wat er in de ze
nuwcellen van slapelozen gebeurt
en betere behandelingen vinden.
Tot die tijd zal ik niet rusten.''
stoornissen. Wij weten dat som
mige slapelozen een groot risico
lopen op een depressie. Onder
mensen zijn nogal wat lastige
slapers. Hun ziektelast zou min
der zijn met een verbeterde
nachtrust.''
Stoornis
,,Uit onze onderzoeken blijkt dat
slapeloosheid een stoornis is die
deels genetisch is bepaald. Maar
als die aanleg er vanaf je geboorte
is, hoe komt dat slapeloosheid op
je 50ste manifest wordt?
Wij vermoeden dat het zo zit:
kinderen zijn verschrikkelijk
goede slapers. Kijk even naar de
achterbank als je op vakantie gaat.
Je ziet een 11-jarige in diepe slaap.
Een 60-jarige die een lange vlieg
reis maakt mocht willen dat hij zó
in zijn stoel kon slapen.
Wat we zien bij het ouder wor
den is dat, net als bij je botten, de
slaap brozer wordt. Dat heeft ie
dereen enigszins, maar als je aan
leg tot slapeloosheid hebt zijn de
rapen gaar.
Een slapeloze besluit vaak om
vroeg naar bed te gaan om een
lange nacht te maken. Niet doen
mensen! Al bij meer dan 8 uur in
bed wordt je slaap vanzelf be
roerd. Je kunt helemaal niet zo
lang slapen. Ja, als je hem flink
hebt geraakt in het weekend mis
schien de eerste paar dagen. Slaap
bijtanken is een fabeltje. Het kan
zo voelen, maar je lost er niks mee
op.
Juist als je een slechte slaper
bent helpt het om maar zeven uur
in bed te zijn. Dat brengt velen
veel goeds. De eerste dagen voel je
je niet beter, maar als je het vol
houdt, raakt de slaap minder ver
brokkeld en voelt je slaap dieper.
Ook dagelijks op hetzelfde tijd
stip opstaan verbetert de slaap.
Natuurlijk, dat is lastig. In het
weekend wil je je nog even om
draaien. Wie het volhoudt, gaat
beter slapen.
Ik weet precies wanneer ik door
slaap en slapeloosheid gefasci
neerd raakte. Mijn vader had in
zijn boekenkast deeltjes over ver
schillende wetenschappelijke dis
ciplines. In een boekje over psy
chologie las ik het hoofdstuk psy
chofysiologie. Over dingen die je
in het lichaam kunt meten in sa
menhang met stemming en den
ken.
Zo spannend, ik was totaal ver-
slaap verbrokkelt, fragmenteert.
Rusteloze slaap noemen we het in
ons lab.
Bij slapen denken we aan een
grote schakelaar die om gaat, maar
zo werken de hersenen niet. Op
een EEG-meting van elektrische
hersenactiviteit zie je ook bij een
slapeloze soms vaak prachtige
grote slaapgolven op de monitor.
Goed surfweer zou je dan denken.
Maar als je inzoomt zien we in die
slaapgolf toch steeds stukjes waak
optreden. Die worden door de sla
per ook als zodanig ervaren: een
lijdensweg van wakker liggen.
Een goede behandeling is cog
nitieve gedragstherapie voor in-
somnie, CGTI, die 30 tot 70 pro
cent van de slapelozen soelaas
biedt. Maar die zit niet in het ba
sispakket. Het is momenteel het
beste dat we hebben, veel beter
dan slaapmiddelen en melato-
nine.
Als een slapeloze zou toegeven
aan zijn gevoel, zit hij misschien
zomaar zestig dagen per jaar
thuis. Te moe. Onder slapelozen,
merk ik in de praktijk, zitten veel
perfectionisten. Toegewijde men
sen, trouw aan de baas. Ironisch
genoeg wordt het probleem daar
door niet goed zichtbaar.
In de politiek blijft het angst
vallig stil - alsof slapeloosheid
niet bestaat. Maar de kwaal zorgt
voor een grote kans op andere
GO ZATERDAG 3 AUGUSTUS 2019
FOTO MARCO OKHUIZEN