II Problemen door onderbezetting NIEUWS 13 Politieman Ruud Staijen moet de forensische opsporing uit een dal trekken. In het door onderbezetting en vergrijzing geplaagde onderdeel, waar ze óók nog eens te maken hebben met gebrekkige techniek, richt hij zijn blik op de toekomst. Voor Ruud Staijen ligt het docu ment dat zijn voorganger na twin tig jaar in het veld achterliet bij zijn vertrek. De titel 'Plaats en Koers Forensische Opsporing' is al niet opzwepend en dan gaat het ook nog eens pagina's lang over onderbezetting, verouderde tech nologie, niet verwezenlijkte plan nen, vergrijzing. Je kunt het lezen als een dagboek van een depressie - en de patiënt is maar moeilijk op de been te helpen. Maar program madirecteur forensische opspo ring Staijen kijkt opgewekt, ter wijl hij enthousiast begint te ver tellen. ,,Ik lees het iets anders'', verklaart hij zijn stemming. ,,Het glas is niet halfleeg, het is halfvol.'' ,,Op dit moment verlaten elk jaar ongeveer honderd collega's de fo rensische opsporing. Het gaat om ervaren collega's en dat gat vul je niet zomaar op. Zeker omdat de fo rensische opsporing vrij veel spe cialisten kent.'' De experts die alles weten van bloedspatten, digitale sporen, sperma en dna worden steeds be langrijker. Zeker nu verhoren steeds minder informatie opleve ren - van het zwijgrecht wordt dankbaar gebruikgemaakt - dna- technieken verbeteren en digitale sporen inmiddels in bijna elk on derzoek te vinden zijn. Het goede OPSPORING nemers is een laptop heel gewoon, maar bij de forensische opsporing is het bijzonder. ,,Bij wijze van proef gaan we kijken wat er ge beurt als door forensische opspo ring verzamelde informatie al op de plaats delict wordt ingevoerd in een laptop. Zo doen we meer proe ven om slimmer en sneller te wer ken.'' Zoals? ,,We introduceren een apparaat waarmee we meteen kunnen tes ten of een stof een drug is. Nu moeten we eerst op resultaten wachten. Tegen de tijd dat we de resultaten hebben, kan een ver dachte allang onvindbaar zijn. Ook Tegen de tijd dat we de resultaten hebben, kan een verdachte allang onvindbaar zijn nieuws: er staat een nieuwe gene ratie van deze speurders op. ,,We zijn nu bezig met tweehonderd nieuwe collega's. We halen ze bin nen vanuit hbo- en universitaire studies.'' ,,Het is een ander carrièrepad. De forensische opsporing was een plek waar je over het algemeen na jaren ervaring aan het werk ging. Die kennis bouw je niet zomaar op, waardoor het best een worste ling is om mensen snel en goed op te leiden. Dat kost een paar jaar. Wat afwijkt of opvalt op een plaats delict staat niet in een boekje, dat moet in de praktijk worden ge leerd. Het is een uitdaging om deze mensen snel en goed op te leiden. Ook omdat werken in de forensische opsporing best zwaar is. Je gaat van plaats delict naar plaats delict, het is geen negen- tot-vijfbaan." Toch denkt Staijen dat het kan. Ze ker met hulp van ervaren collega's moet het mogelijk zijn de nieuwe lingen snel in te zetten. De meest onderbezette eenheden hebben al extra mensen gekregen om de fo rensische opsporing te stutten. Door in te blijven zetten op nieuwe aanwas kan het monster- vertrek van honderd collega's op gevangen worden, gelooft hij. „Er is op de arbeidsmarkt een war on talent gaande, maar wij hebben een mooi vak, hoor. Dit is een plek waar je echt iets kan doen. Als het over zingeving gaat - en dat wordt steeds belangrijker voor mensen - dan vind je die hier.'' Voor de meeste werk- wordt gekeken wat er gebeurt als het NFI sneller de eerste resultaten van dna-onderzoek aanbiedt. We gaan meer investeren en kijken welke moderne middelen ons daarbij kunnen helpen.'' En er is nog iets, vertelt Staijen. Door de vorming van de Nationale Politie weten 'zijn' experts elkaar steeds beter te vinden. „Eenheden lenen elkaars specialisten als de nood aan de man is. En ze vormen vakgroepen, waar mensen kennis delen en het vak beter maken. Zo buigen bloedspecialisten zich over bepaalde patronen, om samen te bepalen wat die over een gepleegd delict zeggen en de kans op ver schillende interpretaties te ver kleinen.'' Ja, hij is trots. Ook op zijn voor ganger, die dat document achter liet. ,,Ik neem mijn hoed af voor het verleden, maar het is ook tijd vooruit te kijken.'' En de toekomst, die ziet er wat Staijen betreft echt wel goed uit. De portefeuillehou der schuift een boek over tafel. Het gaat over zaken die dankzij de ontdekking in 1984 van de plek ken in ons dna die van persoon tot persoon verschillen uitein- delijk konden worden opgelost, i Wat hij maar wil zeggen: de re I volutie begon iets meer dan dertig jaar geleden. En hij is nog lang niet ten einde. donderdag 13 juni 2019 Carla van der Wal Zeist Toch zei uw voorganger over van alles, maar in het bijzonder over de bezetting: het kan zo niet langer. DEN HAAG Mede werkers van het Openbaar Ministerie, het NFI en de politie hebben onlangs in tern de noodklok ge luid over de proble men bij de forensi sche opsporing. Hun klachten zijn doorge geven aan het minis terie van Justitie en Veiligheid. De vele computersystemen waarin sporen wor den opgeslagen, zor gen voor grote frus traties. „Soms heb- ben we te maken met vijftien verschil lende systemen, waar we niet mee kunnen praten", zegt officier van justitie Sigrid Planting in de interne klacht. Daar door weet het OM niet exact welke spo ren zijn veiliggesteld. Labmedewerkers worden gek van het invullen van formulie ren. Ze zijn in de weer met usb-sticks om data te kopiëren, of staan talloze do- cumenten te scan nen. Ze zijn 50 pro cent van hun tijd kwijt aan administra tieve taken, zo luidt hun klacht. Zowel OM, NFI en politie klagen over constante onder bezetting. Medewer kers redden het fy siek niet meer om van plaats delict naar plaats delict te racen. De onder bezetting leidt tot on acceptabele vertra ging in onderzoeken. -Ruud Staijen, programma directeur forensische opsporing Zijn dat geen broekies? Forensisch medewerkers doen onderzoek op een plaats delict. FOTO ANP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 13