In Friuli sta
je zomaar
met de
wijnboer zelf
te nippen
rijen die hun topproducten leveren aan
klassieke koffiehuizen als Antico Caffè
Torinese (1919), Caffè Pasticceria
Pirona (1900), Caffè Tommaseo (1830)
en Caffè degli Specchi (1839).
De koffiehuizen zijn nog net zo
populair als vroeger. Iedereen komt er,
van zakenlui en politici tot buurtmoe-
ders en jongeren. Bovendien houdt
Triëst er zijn eigen koffiecultuur op na.
Wie een cappuccino wil, bestelt een
caffe latte in tazza grande. En wie als een
local wil klinken, drinkt een capo in bi,
een soort espresso met een schuim
laagje van warme melk, geserveerd in
een hoekig glaasje.
Triëst vergaarde zijn roem als haven
stad van het Oostenrijks-Hongaarse
rijk en werd 'Wenen aan zee' genoemd.
De stad is gebouwd op koffiebonen.
Rederijen, handelaren en branders
brachten welvaart - zie de prachtige
panden, statige pleinen en stijlvolle
straten. Tot de Eerste Wereldoorlog
aan alle frivoliteit een einde maakte.
Nee, Triëst is geen metropool met
een uitgebreid aanbod aan musea en
bezienswaardigheden die je gezien
móet hebben. Het is een slenterstad,
waar je je kunt laten meevoeren op de
golven van de zeewind naar pleintjes,
pieren, paleizen en de blauwe tram,
die sinds 1902 passagiers meeneemt
naar een hoger gelegen plateau voor
een groots uitzicht over de baai.
Loop langs het Canal Grande, over
het Piazza dell'Unita d'Italia en door de
steegjes aan de voet van het Castello di
San Giusto. Om je aan het einde van de
dag over te geven aan een goed lokaal
gebruik: de tajut, het aperitief waar
mee staand op straat tot diep in de
nacht wordt doorgehaald.
De volgende ochtend breng je jezelf
als een echte bewoner van Triëst met
een shot cafeïne op gang. Aan de bar
bestel je een nero, een espresso dus.
De wijn: friulano
Onder fijnproevers wordt Friuli in
één adem genoemd met de chianti
en barolo Piëmont. Die faam is vooral
te danken aan de witte wijn van de fri-
ulano-druif. Maar de wijnstreek op de
grens van Italië en Slovenië valt op het
eerste gezicht een beetje tegen. Geen
schilderachtige dorpjes, geen grote
wijnkastelen, geen dramatische val
leien met slingerende weggetjes er
doorheen.
La Terra dell'Oro, het gouden land,
heeft wat meer tijd nodig om je te ver
overen. Waar je in de Chianti vooral
professioneel georganiseerde proeve-
rijen vindt, sta je in Friuli zomaar met
de wijnboer zelf te nippen aan een
chardonnay, friulano, refosco of schi-
oppettino. Bovendien hoefje de streek
niet te delen met bussen vol Amerika
nen of Japanners.
Goed, het aantal charmante plaatsjes
is niet groot. Maar Cividale del Friuli
maakt veel goed. Het centrum van
de wijnstreek is wél schilderachtig,
met enkele stadspaleizen, kloosters,
monumentale bruggen en kunstwer
ken die teruggaan tot de 8ste eeuw.
Slenterend door Cividale kom je altijd
wel ergens een pleintje tegen met roze,
40
Reizen