Weer even thuis
9
'Ik was zo stout
dat ik met
Sinterklaas door
Zwarte Pieten in
de zak werd
gestopt'
Rien van der Maarel heeft een
bijzonder jeugdverhaal. Hij is geboren
in een Jappenkamp in Indonesië,
woonde vanaf 1951 in Rilland en
schuilde tijdens de watersnoodramp
twee dagen lang op een zolderkamer.
'We waren een
soort vluchteling
en kregen spullen
van het Rode
Kruis'
Wanneer Rien net in Rilland
woont, krijgt hij een nare droom.
,,Ik droomde dat de overbuur
vrouw heel hard 'brand' riep. In
mijn paniek trapte ik half slaperig
ons raam in. Meteen was iedereen
wakker. Gelukkig bleek er niet
echt vuur te zijn, maar we hadden
wel een kapot raam."
De watersnoodramp in 1953
maakt Rien van dichtbij mee. ,,Ie-
mand op straat riep 'De dijken
zijn doorgebroken in Bath'. Mijn
vader was die dag weggeroepen
om mijn opa te bezoeken in het
ziekenhuis en mijn moeder zag de
ernst van de situatie niet in. Ik
heb, als kereltje van 10 jaar, onze
brievenbus met spijkers dichtge
timmerd. Kan daar in elk geval
geen water door, was mijn ge
dachte."
Twee dagen lang verblijven
moeder en kinderen op zolder.
,,Het jaar voor de Ramp was mijn
broertje Dick geboren en mijn
moeder is nog melkpoeder uit de
kelder gaan halen om hem te voe
ren. Tot haar nek toe stond ze in
het water. Er stond een kaarsje
bovenaan de trap en we zagen het
water trede voor trede omhoog
komen. Uiteindelijk zijn we per
bootje naar een veiligere plek ge
bracht. Mijn oom was vrachtwa
genchauffeur en is ons, samen
met mijn vader, komen ophalen."
Voor de tweede keer is het ge
zin alles kwijt. Opnieuw moet het
Rode Kruis eraan te pas komen
om in basisbehoeften te voorzien.
,,Ons huis is na de Ramp helemaal
opgeknapt en daarna kon een
'normaal leven' beginnen." Rien
gaat naar de openbare lagere
school en is zeker niet het lie
verdje van de klas. ,,Ik was zo stout
dat ik met Sinterklaas door Zwarte
Pieten in de zak werd ge
stopt en meegenomen.
Waar dat eindigde weet ik
niet meer, maar ik neem aan
dat ze me in de gang weer
hebben losgelaten."
Rien is inmiddels 76 jaar en
woont nog altijd in Rilland. Bin
nenkijken in het huis van vroe
ger is onmogelijk. In 1999 hebben
de woningen plaatsgemaakt voor
woonzorgcomplex Oostkilhoek.
„Wel ben ik negen jaar geleden,
samen met mijn vrouw, terugge
gaan naar mijn geboorteplek in In
donesië. Een bijzondere ervaring,
al was er weinig meer over van
vroeger. Mijn jeugd was bevlogen
en bewogen, maar ik kijk er toch
met een positief gevoel op terug."
Wanneer iemand
Rien naar zijn
achternaam
vraagt zegt hij al
tijd trots 'Van der
Maarel, met dubbel a'. Gek genoeg
kregen zijn ouders, broers en zus
sen allemaal de naam Van der Ma-
rel. Met één a dus. ,,Na mijn ge
boorte in 1942 heeft een baboe,
een Indonesische kinderoppas,
mij opgegeven bij de burgerlijke
stand. Daar is het fout gegaan",
vertelt Rien met een glimlach.
Het was het begin van een alles
behalve doorsnee jeugd.
Rien komt ter wereld in een
Jappenkamp op het Indonesische
eiland Java. Riens vader is als be
roepsmilitair werkzaam in Indo
nesië als het Japanse leger het
land binnenvalt. Net als vele an
deren wordt zijn vader opgepakt
en als dwangarbeider ingezet om
mee te werken aan de Birma-
spoorweg. ,,Daarbij zijn duizen
den mensen omgekomen. Er is
mij ooit verteld dat er onder elke
biels van het spoor een lijk moet
liggen. Mijn vader heeft nooit veel
over die periode gezegd, alleen dat
de werklieden ooit samen een os
hadden gedood om deze rauw op
te eten. Als je echt honger hebt,
eet je alles om te overleven."
Riens zus Dini en zijn hoog
zwangere moeder zijn op dat mo
ment samen opgesloten in een
Jappenkamp. ,,Dat was een com
pleet afgesloten wijk. Vrouwen en
kinderen werden er gevangen ge
houden door de Japanners, nie
mand kon er in of uit. Onder er
barmelijke omstandigheden ben
ik geboren. Ze hebben mij in le
ven gehouden met gestampte ba
nanenschillen en eierschalen.
Mijn moeder vertelde later dat ze
moest buigen voor een Jap, deed
ze dat niet, werd ze geslagen met
een bamboestok."
Na de bevrijding in 1945 ver
trekt zijn moeder met Rien en
zijn zus naar Nederland. Zijn va
der komt pas een jaar later, omdat
hij eerst moet aansterken voordat
hij Indonesië kan verlaten. ,,Toen
ik vier jaar was, zag ik mijn vader
voor het eerst. Hij kon na zijn
werk als dwangarbeider amper
meer op zijn benen staan."
Een paar jaar later keren vader,
moeder en de twee kinderen al
weer terug naar Indonesië. ,,De
Indonesiërs wilden vrijheid en de
Nederlanders gingen daar niet in
mee, wat leidde tot politionele ac
ties. Mijn vader werd als militair
ingezet en wij gingen allemaal
mee. In die periode is mijn broer
tje Arend geboren."
In 1951 verhuist het gezin Van
der Marel (en één Van der Maarel)
naar Rilland en komt te wonen op
Vliedbergstraat nummer 6. ,,In
het begin waren we hier vreem-
delingen, we werden gezien als
buitenlanders. Iedereen sprak
plat Zeeuws en wij gewoon
ABN. Pas toen mijn vader
plaatsnam in de kerkenraad
werden we geaccepteerd en
niet langer vreemd aangeke
ken op straat."
Erg breed heeft het gezin
het in die periode niet.
„We waren een soort
vluchteling en kregen
spullen van het Rode
Kruis. Onze woning was niet
meer dan een klein rijtjeshuis,
maar wij vonden het prima. Op de
hoek woonde de familie Koop
mans, daarnaast het gezin Van
GO ZATERDAG 1 JUNI 2019
Terug naar de plek van je jeugd
Rien zag pas
op z'n vierde
zijn vader
Koeveringe en wij in het derde
huis."
Op de plek van het ouderlijk huis van Rien van der Maarel in Ril
land staat nu een woonzorgcomplex. foto hans puik
Rien (rechts) samen met zus Dini, broertje Arend en moeder
Annie. foto privécollectie
HANS PUIK