e>eLHAi^sL Met Ajax stapelde hij afgelopen seizoen triomf op triomf en na de zomer staat hij naast Messi op het veld. 2019 mag nu al het jaar van Frenkie de Jong worden genoemd. Waarom wordt schrijver Daan Heerma van Voss nostalgisch als hij hem ziet spelen? De afgelopen maand verbleef ik in Schotland. Om mijn portie voetbal binnen te krijgen, moest ik uitwijken naar een ouderwetse, deprimerende pub in een voormalig mijnwerkersdorp genaamd Bonnyrigg. Op de wc hing een poster van een disco-avond in 2012, ik zag altijd de zelfde noeste, hoofdschuddende mannen aan de toog. Die portie voetbal werd meestal verzorgd door Ajax, dat toen ik voor het eerst de pub binnenstapte nog volop bezig was aan de inmiddels gebroken Euro pese opmars. Na enig onderhandelen - de gewoonte was de hele dag Keltische popmuziek te draaien - zette de barman voor mij de tele visie aan. Over het scherm kronkelde een littekenachtige barst, maar het veld was groen en de bal rond. Goed genoeg. Als zoenoffer bestelde ik een glas whisky. ,,Kijk hem nou'', zei ik opgetogen tegen de barman. Die wierp een plichtmatige blik op het scherm en haalde zijn schouders op. ,,Wie?'' vroeg een bargast, zijn blik onop houdelijk op zijn Guinness gericht alsof hij vreesde dat het glas ervandoor ging. ,,Hem daar'', zei ik. ,,Die blonde. Die goeie. Nummer 21. Frenkie de Jong.'' ,,Wat is er zo bijzonder aan die knaap?'' vroeg de Guinness-man, die tussen neus en lippen door vertelde dat hij één keertje in Amsterdam was geweest, en zich daar niet veel meer van herinnerde dan rood licht in een nauw straatje. Maar zijn vraag was goed en terecht - wat is er eigenlijk zo speciaal aan die knaap? Inderdaad, dit is (weer) een artikel over Frenkie de Jong. Maar laat u niet op het ver keerde been zetten. Het gaat mij niet om 26 ILLUSTRATIE MARK REIJNTJENS P

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 114