16 ZEELAND
ZWEEFVLIEGEN JONGE PILOOT/
Amper veertien jaar en al in bezit van een
zweefvliegbrevet. Emiel Baltussen uit Markelo behoort
sinds begin deze maand tot de jongste piloten van Nederland.
„De eerste keer in mijn eentje was best spannend."
jaartje of vier, denk ik. Ik herinner
me nog dat ik het zo apart en bij
zonder vond dat alles vanuit de
lucht zo klein leek."
Tegenwoordig geniet in de
lucht van de momenten waarop
er totale stilte is in de cockpit.
„Soms hoor je alleen maar de
wind. Dat is wel heel bijzonder, in
je eentje hoog in de lucht. Het is
complete vrijheid."
Televisietorens
Vanwege zijn leeftijd mag Emiel
nog niet verder vliegen dan een
straal van 5 kilometer rondom
Terlet, zodat de vluchtleiding
hem altijd kan zien. Emiels vader
Maarten heeft wél veel ervaring
met lange vluchten: „Het kan zo
zijn dat je negen uur in de lucht
bent en meer dan 1000 kilometer
aflegt", vertelt zijn vader. „Als je
naar de wc moet? In een zakje."
Het zijn vluchten waar Emiel naar
uitkijkt: „Ik wil graag nog eens
richting televisietoren in Smilde
vliegen", zegt hij. „In Markelo
hebben we een bekende televisie
toren. Voor zweefvliegers is dat
echt een herkenbaar punt in het
landschap. Die andere wil ik ook
graag zien."
Vliegen wil Emiel altijd blijven
doen. Ooit hoopt hij professionele
piloot te worden. „Andere jon
gens van mijn leeftijd sparen vaak
voor een brommer, ik voor een ei
gen zweefvliegtuig. Maar eerst
wil ik mijn glider pilot license ha
len. Daarmee mag je overal ter
wereld vliegen."
Het is een zonnige och
tend op vliegveld Ter-
let op de Veluwe tus
sen Apeldoorn en
Arnhem. Het is de
thuisbasis van de Gelderse
Zweefvliegclub, een vereniging
met zo'n tweehonderd leden.
Tussen de vliegtuigen van univer
siteiten als de TU Delft en de
Eindhoven University rijdt Mar-
keloër Maarten Baltussen voor om
een lift te geven naar de startbaan
van de club. Daar is z'n zoon
Emiel al sinds de vroege ochtend
aanwezig.
Emiels logboekje vol vluchtge-
gevens is al goed gevuld. Maar
liefst 71 vluchten maakte hij de af
gelopen jaren, waarvan 61 als pi
loot. „En daarvan zijn er vijf solo
vluchten", vertelt hij trots. De va
der van Emiel besmette zijn zoon
met het 'zweefvliegvirus'. Zelf zit
Baltussen-senior ook al sinds zijn
veertiende achter de stuurknup-
pel. „En dat komt weer door mijn
eigen vader", vertelt Maarten op
weg naar de 85 meter hoge heuvel
van waar vandaan zoon Emiel en
de andere leden hun vluchten
maken. „Hij was luchtmachtoffi
cier. Toen hij ging zweefvliegen
ging ik vaak mee en later begon
ikzelf ook. Ik heb mijn eigen twee
zoons van jongs af aan meegeno
men naar Terlet. Vanaf hun vijfde
of zesde komen we hier bijna we
kelijks."
Dat Emiel op een dag ook zélf
achter de knuppel wilde zitten
was hem na die vluchten met zijn
vader meteen duidelijk: „Vanaf
mijn achtste jaar ben ik zelf ook
dingen gaan leren over het zweef
vliegen. Dat begon met lesjes van
mijn vader. Vanaf je veertiende
kun je een solobrevet halen. Daar
ben ik in augustus vorig jaar mee
begonnen en begin mei heb ik het
brevet gehaald. Een kleine maand
na mijn veertiende verjaardag.
Veel jonger kon het dus niet. De
eerste keer in mijn eentje was
best spannend. Ik was gewend om
met een instructeur te vliegen,
dus het vliegtuig voelde opeens
een stuk lichter aan."
Checklist
In een van de zweefvliegtuigen
op de startbaan legt de jonge pi
loot uit wat hij allemaal moet
doen voordat hij de lucht in mag.
„Ik doorloop samen met de
vluchtleider een hele checklist,
maar we beginnen 's ochtends
al met een briefing over het
weer. Daarna lopen we alle me-
tertjes in de cockpit na, kijken we
of de kap over het zitgedeelte
goed dicht zit en of ik genoeg be-
Het vliegen vergt
veel denkwerk. Je
moet veel in de
gaten houden
weegruimte heb. En of de start
baan vrij is."
Pas na al die checks mag Emiels
zweefvliegtuig met behulp van
een lier de lucht in worden ge
trokken. Op een hoogte van 400
meter koppelt hij de kabel af en is
hij aangewezen op thermiek:
warme lucht die het zweefvlieg
tuig verder omhoog stuwt. Tot
wel meer dan een kilometer. „Ik
heb altijd een parachute om", zegt
Emiel. „Het vliegen vergt vooral
veel denkwerk. Je moet veel in de
gaten houden. Door middel van
flappen op de vleugels kun je de
hoogte bepalen en afremmen.
Want zo'n vliegtuig haalt makke
lijk 200 kilometer per uur, op
meer dan een kilometer hoogte."
Wanneer hij niet aan het vlie
gen is, helpt Emiel andere zweef
vliegers op Terlet met de voorbe
reidingen op hun vluchten. Maar
zelf hoog in de lucht zweven, dat
vindt de jonge Markeloër natuur
lijk het mooist. „De eerste keer
dat ik in een zweefvliegtuig
zat, was met mijn va
der", vertelt Emiel.
„Toen was ik
nog maar
een
vrijdag 31 mei 2019
Hoog in de lucht geniet
Emiel (14) van z'n vrijheid
Bjorn Weinreder
Markelo/Terlet
- Emiel Baltussen, zweefvlieger
Emiel Baltussen in de cock
pit van zijn toestel op Terlet.
FOTO KEVIN HAGENS