Vanaf zijn 17de bewondert beoogd biograaf Erik de Bruin (36) het werk van schrijver Maarten Biesheuvel. Nog altijd tintelfris, noemt hij de verhalen van 'Bies', die afgelopen donderdag 80 jaar werd. Lees hier zijn aanstekelijke uitleg. In het jaar 2000 van het vwo op het Groene Hart Lyceum in Alphen aan den Rijn. Ik stond er prima voor en als ik mijn eindexamen niet verknalde, zou ik volgend schooljaar in Leiden begin nen aan de studie psychologie. Tenminste, dat vertelde ik iedereen die me vroeg welke plannen ik had als mijn diploma binnen was. In werkelijkheid was mijn toekomst op mijn zeventiende een groot braaklig gend terrein. Psychologie klonk interessant, en in mijn verbeelding was het de uitgele zen studie om de mens in al zijn verschij ningsvormen te leren doorgronden. Te beginnen met mijn puberende zelf. Op de voorlichtingsdag van de universi teit had ik te horen gekregen dat je met vrij wel elk vakkenpakket werd toegelaten, al was biologie wel heel handig. Hoewel ik geen uitblinker was in dat vak - vooral de eeuwige kruisingsschema's tijdens de les sen genetica maakten me hoorndol - wist ik mijn gemiddelde zo tussen de 6 en de 7 te houden. Op een ochtend kregen we van onze bio logieleraar, meneer Vroman, de opdracht om met behulp van een microscoop zo getrouw mogelijk een kastanjeblad na te tekenen. Het uur ervoor hadden we Neder lands gehad en omdat ik mijn literatuurlijst was kwijtgeraakt, had ik de docent Neder lands om een vers exemplaar gevraagd. Die lijst lag op mijn tafel toen meneer Vroman langs kwam om onze vorderingen met het kastanjeblad te inspecteren. Zijn oog viel op de lijst. Hij nam hem van tafel, begon te bladeren en zei op besliste toon: 'In de bovenkooi van Biesheuvel, die verhalen bundel moet je lezen', waarna hij direct begon met het samenvatten van het klas sieke verhaal Brommer op zee. Omdat mijn bezigheden in die dagen (naast gebruikelijke puberale onzedelijk heden waarover ik u niet hoef te vertellen) voornamelijk bestonden uit het op repeat beluisteren van Nirvana's Nevermind, het bingewatchen van The Simpsons, het koeste ren van liefdesverdriet en het lezen van elk boek dat mijn pad kruiste, leek de aanbeve ling van meneer Vroman een uitstekende aanleiding In de bovenkooi op de verlanglijst voor mijn achttiende verjaardag te zetten. Zo kwam het dat ik op 2 februari 2001 de trotse bezitter werd van Rainbowpocket 528, de 22ste druk van de oorspronkelijk in 1972 door uitgeverij Meulenhoff uitgegeven verhalenbundel van Jacob Maarten Arend Biesheuvel. De voorkant werd gesierd door een zeeschip dat zijn weg probeert te vin- den op de woeste zee. Ik las het in één nacht uit. Hoewel het boek dertig jaar eerder was verschenen, waren de verhalen nog tintel- fris. Biesheuvel overtoepte met gemak de Gipharten, Zwagermannen en Grunbergen die mijn klasgenoten op hun lijst zetten. Vergeleken met hun literatuur-light, zoals onze leraren Nederlands hun werk destijds omschreven, was Biesheuvel een totaal andere verteller. Zijn fantasie ging werke lijk alle kanten op. Hij liet brommers over zee rijden, mensen in wolken veranderen en een man met een blok ijs door de Sahara fietsen. Ook waren er verhalen bij over zijn gereformeerde jeugd, waarin ik me her kende, doldrieste verhalen over zijn erva ringen op zee en aangrijpende verhalen over zijn opname in een psychiatrische inrichting midden jaren 60, plus de nasleep daarvan waarmee hij nog altijd worstelde. Mijn biologieleraar had niet overdreven. Die Biesheuvel was mindblowing Wat ik niet wist was dat de schrijver (die destijds op nog geen 15 kilometer van mijn ouderlijk huis woonde) in het jaar 2001 literair en mentaal in een diepe crisis verkeerde. Nadat Maarten Biesheuvel met de kracht van een komeet in de vaderlandse FOTO'S PATRICIA NAUTA 'Die Bies is mindblowing ZATERDAG 25 MEI 2019 25

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 113