8
Waarom maakt de
EU zich druk over
kromme komkommers?
Kan Nederland nog wel
iets zelf bepalen?
De komkommerregel staat symbool voor
Brusselse bemoeizucht. Per tien centimeter
komkommer mocht er maximaal 10 millimeter
kromming zijn. Deze bureaucratische bepaling
bestaat al jaren niet meer. 'Te kromme' kom
kommers liggen gewoon in de schappen. Hoe
de regel tot stand kwam, geeft wel aan dat de
waarheid soms een stuk genuanceerder ligt.
Eurosceptici - de Britse pers voorop - maakten
zich jarenlang boos over de komkommerregel.
En die woede was ook terecht. Maar de Euro
pese bureaucratie was daarvóór invoering veel
groter. Alle landen hadden eigen regels voor
wat er onder de naam komkommer verkocht
mocht worden. Best lastig voor komkommer
telers met exportambitie. Dus wilden de lid
staten zelf een standaard afspreken zodat
vrachtwagens met komkommers aan de grens
niet hoefden te worden nagemeten. Zo bezien
was de komkommerregel dus een verbetering.
Toegegeven: Brussel kent veel regeldrift. Euro
parlementariërs en Unie-ambtenaren hebben
het gevoel dat Brussel het voortouw moet ne
men, omdat de lidstaten het zelf niet kunnen.
Maar net zo vaak komt de roep om een regel
ook uit de lidstaten. Tot slot nog een voorbeeld
van bemoeizucht waar niemand over klaagt:
sinds 2017 betaalt u in het buitenland geen roa-
mingkosten meer als u mobiel telefoneert.
Er wordt wel eens gezegd dat 80 procent
van alle wetgeving inmiddels uit Brussel
komt. Dat is overdreven. In 1989 zei Jacques
Delors, de toenmalige voorzitter van de Euro
pese Commissie, wat overmoedig dat binnen
tien jaar 80 procent van de nationale wetgeving
uit Europa zou komen. Zover is het niet geko
men. Over heel veel dingen heeft onze Tweede
Kamer gewoon het laatste woord. Maar naar
mate we meer samenwerken met andere lan
den wordt de invloed van Brussel wel groter.
Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste vertrou
wen de lidstaten elkaar niet altijd. Daardoor
worden afspraken steeds gedetailleerder. Be
slissingen over handel, douane en bescherming
van visbestanden worden zelfs alleen nog op
Europees niveau genomen. Ten tweede neemt
de invloed van de Tweede Kamer af doordat de
EU steeds groter wordt. Ons parlement gaat
immers niet over wat het Europarlement doet;
het heeft alleen invloed op wat onze minister
in de ministerraad stemt. Met 28 lidstaten heeft
onze minister (en daarmee ook de Tweede Ka
mer) 3,4 procent stemgewicht. Alleen bij een
beperkt aantal zaken hebben we een veto
recht, zoals bij het goedkeuren van de Europese
begroting. Bij heel veel andere voorstellen kan
een Nederlands 'ja' of 'nee' worden verworpen
door een afgesproken meerderheid.
ZATERDAG 18 MEI 2019 GO