Dit is een ongewoon verhaal over iets dat nooit werd. Een verhaal over een vergeten, nooit eerder
gepubliceerde brief, die decennialang 'verborgen' lag in het archief van de Deventer bibliotheek.
Over een bijzondere afwijzing van nummer 14, 'misschien wel de Johan Cruijff van de Nederlandse
literatuur': Annie M.G. Schmidt.
GO ZATERDAG 11 MEI 2019
JUDAH BOLING
Het is een op het oog doodge
wone sollicitatiebrief. Twee
kantjes vol, keurig hand
schrift. Ietwat saai opge
schreven, misschien zelfs te
saai. De onderbouwing om de brief te
schrijven - de motivatie - ontbreekt. Wat
rest is een zakelijke opsomming van werk
ervaringen en opleidingen, zonder enige
spat van taalvreugde. De brief hoort toe aan
'nummer 14' op de lijst van sollicitanten,
een lijst die in 1941 wordt aangemaakt na
dat de Deventer bibliotheek een zoektocht
is begonnen naar een nieuwe directeur. In
de linkerbovenhoek van de brief staat
klein, nog net leesbaar, de naam van de
schrijver, nog opgeschreven met drie voor
letters: Annie was nog A. Pas later werd het
Annie M.G. Schmidt.
Handgeschreven
Ja, het gaat hier over dé Annie M.G.
Schmidt. Van Pluk, van Jip en Janneke. Van
Dikkertje Dap, Abeltje, Minoes, Otje en
vele anderen. Die Anna Maria Geertruida
Schmidt (1911-1995), destijds woonachtig in
Amsterdam, doet een poging om directeur
van de bibliotheek in Deventer te worden.
De handgeschreven brief is nog altijd in
perfecte staat, ligt al bijna tachtig jaar
kreukloos opgeborgen tussen allerlei ander
oud materiaal in het archief van de Deven-
ter bibliotheek. Van de aanwezigheid ervan
weet eigenlijk alleen een handjevol intimi -
mensen die bij de bibliotheek werkzaam
zijn (geweest). Het was bij toeval dat De-
ventenaar Mark Deckers er onlangs op
stuitte. Deckers, zelf in het verleden gedu
rende twee periodes in dienst bij de biblio
theek in zijn woonplaats - eerst als biblio
thecaris (1994-1998), later als interim-di
recteur (2014) - was bezig met een onder
zoek naar de openbare leeszaal tijdens oor
logstijd, waarvoor hij een deel van het ar
chief van de bibliotheek in bruikleen kreeg.
Tussen dozen vol documenten kwam hij
het schrijven van 'nummer 14' tegen. Hij
heeft voorgesteld de brief over te dragen
aan het Literatuurmuseum. Maar welk ver
haal zit hierachter? Waarom hoopte me
vrouw A. M. G. Schmidt, die in 1941 nog
lang geen nationale bekendheid genoot en
zich net had gevestigd in de hoofdstad, de
bibliotheek in Deventer te kunnen leiden?
Een zoektocht naar antwoorden, naar het
verhaal achter de brief, die niet tot de ge
wenste baan in Deventer leidde, maar An
nie M.G. Schmidt uiteindelijk in Vlissingen
deed belanden, waar ze met nagenoeg de
zelfde brief wel werd aangenomen. Hoewel
ook dat geen uitgemaakte zaak was, omdat
twee belangrijke heren uit de bibliotheek
wereld haar geen aanbeveling waard von
den.
LEES VERDER OP PAGINA 4
Sollicitant nummer 14:
Hoe Deventer
Annie niet bliefde