Marjan Berk NIEUWS 17 Het tijdperk is voorbij Mijn afkeer van gekookte bieten stamt uit deze tijd n de nacht komt de oorlog terug. Ieder jaar weer, wan neer de lelietjes-van-dalen bloeien, het daglicht steeds vroeger komt, de merels op hun top zingen en de afspraak met mijn kinderen om half acht bij het oorlogsmonument voor gevallenen op de Apollolaan is gemaakt, komen de herinnerin gen mijn kop binnenzeilen. De vlucht uit het brandende huis van mijn Rotterdamse groot moeder van vaderskant op 14 mei 1940 staat mij helder voor de geest. Net als de intocht van de Duitsers na de capitulatie over de Kruiskade in Rotterdam, die ik samen met mijn moeder en kleine broer op de stoep moest aanzien waarbij mijn moeder zachtjes zei: ,,Nu gaat het pas be ginnen..." In mijn lange leven zijn er een paar dingen die ik altijd mee sleep. Het zijn de twee hutkoffers van mijn grootvader met de ver geelde plakkaten van de Holland- Afrika Lijn er nog op. Hij vocht eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw in Zuid-Afrika te gen de Engelsen in de Boeren oorlog. Het enige dat ik behalve die hutkoffers gevuld met foto's en boeken meesleepte naar het Stads- en Academisch zieken huis, waar ik de verpleegsters opleiding ging volgen, was een klein bankje. Dat staat hier nog steeds naast mijn bed. 10 jaar oud, op dat bankje, het huis was vol met logees. Er werd tegen het raam getikt. Ik werd wakker en hoorde een mannen stem: „Mevrouw van de Wal.'' Ik schrok me dood en rende naar mijn moeder, die boven sliep. ,,Er staat een man voor het raam.'' Mijn moeder holde achter mij de trap af en opende de voordeur. Daar stond een van de Neder landse officieren die in de mobi lisatie bij ons was ingekwartierd. Hij zag er vreselijk uit, ongescho ren, vol modder en in vieze kle ren. ,,Ik ben gevlucht uit kamp Amersfoort, Ik kruip al drie da gen en nachten door greppels. Ik wist goddank uw adres nog.'' Hij werd door mijn moeder in mijn meisjeskamer ondergebracht. De dokter kwam en constateerde longontsteking, die ontaardde in roodvonk. Mijn moeder verzorgde hem drie weken, maar hij kon niet bij ons blijven. Hij moest Amers foort uit, terug naar Alkmaar. Twee agenten, connecties van mijn moeder bij de onder grondse, brachten de man zoge naamd op, vergezeld door mijn moeder als zijn vrouw, naar de trein naar Alkmaar, waar hij woonde. Ik kreeg ook roodvonk, waar voor ik zes weken in de rood vonkbarak werd verpleegd. Een kennis, die bij ons logeerde, kreeg het ook. De Duitsers waren als de dood voor besmet telijke ziekten. Mijn moeder stond een paar maal per week voor het raam van de roodvonk barak naar mij te zwaaien, bezoek was verboden. Ik herinner me vooral het vieze eten, mijn afkeer van gekookte bieten stamt uit deze tijd. Wanneer je je bord niet leeg at, kreeg je er een schep pap overheen. Het bankje waar ik ooit op sliep staat naast mijn bed. Nooit weg gedaan. woensdag 1 mei 2019 In een nacht in 1942 sliep ik, GO Keizer Akihito trad gisteren officieel af. Zo eindigde een unieke periode, waarin Japan geen oorlog kende. Uniek ook, omdat Akihito de eerste keizer was die een 'gewoon' burgermeisje trouwde, Michiko Shoda. De foto van hun trouwen (4) is nog in zwart-wit. Net als die uit zijn prille jeugd (2), waarin hij als baby in de armen van zijn moeder zit, en de foto van jaren later (3) waar hij naast de zit tende keizer Hirohito staat. In 1989 nam Akihito de functie van zijn vader over. Zijn haren grijsden, terwijl de foto's nu in kleur werden afgedrukt. Zo ook toen hij in 2011 knielde (5) bij slachtoffers van de tsu nami - Akihito's keizer schap kende niet alleen voorspoed. Op de laatste foto van hem als keizer (1) draagt hij het traditionele, oranje gewaad waarmee hij het abdicatieritueel door loopt dat in 1817 voor het laatst plaatsvond. Gewoon lijk maakt de dood, en niet de keizer zelf, een einde aan het keizerschap. Oorlogstrofee

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 17