ANWB-momentje MONICA Nieuwe Liefde kaart voorzichtig aan dat een beetje meer actie in het weekend geen kwaad zou kunnen. leven, op water en brood. In Assisi bezocht ik het graf van Franciscus van Assisi; ook een notoire beknibbelaar. Zijn gerafelde habijt lag onder plexiglas. Die laatste weken in de stad waren vreemd, ontzield. Ik nam afscheid van het voetbalteam, de universiteit, mijn vrien den, mijn gewoontes. Ik voorvoelde dat het bidden zou sneuvelen zodra ik de massieve Etruskische stadsmuren achter me zou laten. Het was als een verliefdheid die verflauwde, waarvan ik ontdekte dat ze bij een bepaalde plaats en een bepaalde tijd hoorde. Dat ze eindig was. In een van de laatste dagen in de stad brak Pasen aan. Op ons televisietje werd de film The Passion of the Christ uitgezonden. Jezus werd erin bespuugd, geslagen, vernederd. Ik voelde me uitgewrongen en uitgehold. Daar zat ik, in mijn keukentje, vol onbegrip. Weg was de band die ik had opgebouwd met de verhalen uit dat inmiddels stukgele zen boek. De verbondenheid was verdwe nen. Ik voelde alleen medelijden, walging en angst. Zij en ik verlieten de stad. Ik stuurde de bijbel terug naar Nederland, samen met de rest van mijn boeken. Precies zoals ik had gedacht, vervaagde mijn geloof naarmate ik verder zuidwaarts reisde. Kerken hadden hun magnetische kracht verloren. Wat het ook geweest was, het was weg. En het bleef weg. Weer terug in het rationele Nederland kon ik nauwelijks geloven dat ik ooit had geloofd. Ik verzweeg de episode. Alsof ik was gezwicht voor een zwendel waarvoor ik altijd was gewaarschuwd. Wat is er overgebleven van die kortston dige periode van 'geloof? Nostalgie. Naar die tijd, die plaats. Naar het gevoel deel uit te maken van een geheel, van verbonden heid, dat ik sindsdien niet meer heb erva ren. Het enige overblijfsel van de religiosi teit die ik toen voelde, het karige residu, is dat ik er niet van houd als gelovigen bela chelijk worden gemaakt door atheïsten, de groep waartoe ik mezelf alweer vijftien jaar reken. Onlangs zag ik een oproep voor publiek bij The Passion. Ik gaf me meteen op. Ik kreeg mail terug: of ik misschien kruisdrager wilde zijn. Maar natuurlijk. Was ik fit genoeg? Daar zou ik wel voor zorgen. Zo gebeurde dat ik precies veertien jaar nadat ik mijn prille geloof had afgezworen, alsnog het kruis van Christus torste. Het woog haast niks. Het is gevaarlijk te denken dat alles goed gaat in je relatie. Je wordt er lui van. Of in mijn geval: suf. Het was mijn formulering, niet de zijne. 'O, dus eigenlijk vind je me een beetje suf?' con cludeerde ik na de voorzichtige klacht van Nieuwe Liefde dat ik niet zo veel zin had om in het weekend uithuizig te zijn. De halve ontkenning gaf de bevesti ging: ja, Nieuwe Liefde vindt me een klein beetje suf. Saai. Sloom. Hij had er wel alvast een verzachtende verklaring voor bedacht, wat dan ook wel weer lief was: na een volledige werk week plus de zorg voor twee kin deren was ik natuurlijk een stuk vermoeider dan hij in het week end. Zijn kind is al uitgevlogen, 's avonds heeft hij alleen zichzelf te verzorgen. Hij snapte het dus helemaal, maar jammer vond hij het wel, moest hem van het hart. Hij merkte dat hij de dingen die hij graag samen zou doen, nu maar alleen deed, op de dagen dat ik niet bij hem was. Naar een stadje, een museum, wandelen, fietsen. Dat deed nog het meest pijn, dat hij was begonnen om mij heen te leven, na amper twee jaar. Had-ie dat gevoel al lang, vroeg ik. De afgelopen twee weken be wust, zei hij, daarvoor was het hooguit een sluimerende irrita tie. De vrijdagavond ervoor had ik, terwijl we van het treinstation naar zijn huis liepen, nog nee ge schud toen hij voorstelde in een bistrootje te eten. Laten we afha- len, had ik gezegd. Sufferd die ik ben. De makkelijkste oplossing was beterschap beloven, maar meteen inschikken is niet altijd de beste optie. Er speelde een vraag op die eerst moest worden beantwoord: wat vind ^k belangrijk in mijn weekends? Ik moest erover nadenken, want met een gezins leven vergeet je soms je eigen voorkeuren. Ik kwam tot: samen koffiedrinken in een leuk tentje, de krant lezen, klussen in huis, winkelen, goeie tweedehands zaakjes zoeken, een dutje doen. En ja, ook wandelen, fietsen en een stadje bezoeken. Ik herinner me mijn opgetogen hart de eerste keren dat we samen langs de wei landen fietsten. Ex-Man was niet te porren voor dit soort ANWB- momentjes. Ik stelde mezelf (en hem) ge rust dat het wel goed kwam. Als hij me wat extra zou aanzwenge len, zou ik wat meer mijn best doen, spraken we af. En dat hij alarm had geslagen, was mis schien wel het meest hoopvolle teken van alle maal. Monica Beek (41) is journalist. Ze woont samen met haar dochters van 11 en 8 en heeft een vriend. ZATERDAG 20 APRIL 2019

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 125