'Dat de dood
heel dichtbij
is geweest,
daar denk ik
over na'
ik weer met een kladblokje op schoot en
Nico dicteert: „Doodgaan is mooi, maar
blijven leven nog mooier.''
,,Als je geen toekomst meer hebt, kun je
volkomen vrij leven. Gevoelens van blijheid
en verdriet komen heel direct binnen. Als
mijn kleinzoon van 4 vroeg: 'Opa, weet je
wat een archeoloog is?' dan was ik zó blij
dat ik dat nog mocht meemaken. Tegelijk
besef je: ik zal hem niet zien opgroeien.
Dat is de rauwheid van doodgaan.
In een hospice word je gepamperd. Wil
je een witte boterham met hagelslag, dan
krijg je een witte boterham met hagelslag.
Je bent het middelpunt van de belangstel
ling. Dat maakt dat je met een glimlach
op je gezicht naar het einde kunt. Op het
moment dat je doodgaat, valt er weinig
meer te huichelen. Er hoeft niets meer, er is
alle reden voor eerlijkheid. Mensen vertel
len je dingen omdat ze weten dat je ze mee
neemt in je graf. Ik kreeg de kans fouten
weg te poetsen die ik heb gemaakt.''
„Afscheid nemen van het leven. Dat is ge
woon kut. Ik was te jong om dood te gaan,
ik zou mijn vader niet overleven. Die is nu
92. Het afscheid van mijn vrouw, mijn kin
deren, de kleinkinderen. Het verdriet dat je
ziet bij de mensen die achterblijven, dat is
het hardste.''
„Tijdens een reis door Indonesië, in novem
ber 2017. Dat was heerlijk, tot we in Jogja
karta aankwamen en ik op mijn verjaardag
mijn favoriete pekingeend eruit gooide. Ik
voelde meteen dat er iets vreselijk mis was
in mijn keel. Veertien dagen later bleek ik
een dikke tumor te pakken te hebben.
Kanker in mijn maag en mijn slokdarm.
De artsen gaven me vijftig procent kans.''
Nico ondergaat intensieve chemokuren
en een zware operatie. Hij werd schoon
verklaard maar liep nog steeds grote kans
dat de kanker ooit terug zou komen. Een
paar weken na die boodschap, kreeg hij
rugpijnen.
,,In het ziekenhuis zeiden ze dat het een
verrekte rugspier was. Twee dagen later
was de pijn zo hevig dat ik niet meer sliep.
De week erna zakte ik door mijn benen. Op
zondagochtend had ik ineens een scheef
smoeltje. Ik wist: hier gaat iets gruwelijk
fout. Op maandag kon ik ondersteund
nog lopen, dinsdag was één been verlamd,
woensdag kon ik helemaal niets meer
bewegen.
Op donderdag had ik mijn slechtnieuws-
gesprek, maar ik wist al hoe laat het was.
Er was 99 procent kans dat die kankercellen
op mijn hersenvlies zaten, en die ene pro
cent bestaat eigenlijk niet, zeiden ze, daar
moest ik maar niet op hopen. De neuroloog
Wat vond je mooi aan doodgaan?
Wat was je grootste teleurstelling?
Wanneer voelde je je voor het laatst
helemaal gezond?
22