Na het slechtnieuwsgesprek ('Je hebt nog hooguit drie maanden'), neemt journalist Nico de Vries (65) zijn intrek in een hospice. Het gezicht half verlamd, zijn benen helemaal, klaar om zijn aftakeling te ondergaan tot het te erg wordt. En dan gebeurt er iets geks. Veertig jaar geleden drukken we elkaar voor het eerst de hand. Als leerling verslaggever bij het Rotterdams Nieuwsblad kijk ik naar hem op. Nico is een van de mannen die de mooie klussen doet. Die zomer van 1979 bijvoorbeeld, tijdens een bittere havenstaking. Journalist De Vries is niet van de schepen, de kranen, de contai ners. Hij is van de software - de mensen, de arbeiders, de vakbonden, het sociale. Op een van de laatste plekken waar de klassen strijd nog tot bloedens toe wordt gevoerd, is hij er om verslag te doen. Jaren later word ik zijn chef bij de econo mieredactie van het Rotterdams Dagblad. Het is voor ons allebei even wennen, die nieuwe rolverdeling. Er groeit iets moois als Nico op een ongekend gifschandaal stuit bij Tank Cleaning Rotterdam. ,,Die klus wil ik doen'', zegt hij. ,,Met jou.'' Twee jaar, talloze krantenpagina's en een parlementair onder zoek later, worden we samen genomineerd voor de Prijs voor de Dagbladjournalistiek. En nu, november 2018, zit ik naast zijn bed in een van de torens van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Nico is in een stoel gehesen door Anli, zijn vrouw. Zijn benen doen niets meer. De linkerkant van zijn gezicht hangt naar beneden. Een paar dagen eerder kwam het bericht dat Nico niet schoon is na het jaar waarin hij is behandeld tegen maag- en slokdarmkanker. De draak is terug en spuwt nu vuur in zijn hoofd. Nico is Nico. Ernstig, maar opgewekt. Kan lachen en effent de weg voor het gesprek met zijn ontwapenende nuchterheid. Ja, dit is het dan. Binnenkort is het voorbij. Naar huis kan niet meer, dus gelukkig is er plaats in een hospice in Spijkenisse, alleen moet degene die daar nu ligt nog even doodgaan. Ik ben zo snel als ik kon hierheen ge komen. En ik wil alles benoemen. Onze samenwerking, de strijd die we hadden, hoe Anli het redt, hoe zijn kinderen zijn opgegroeid tot prachtige mensen. Na alle moed bijeen te hebben geschraapt, vraag ik of hij wil dat ik iets zeg tijdens zijn afscheid. We huilen. Op dinsdag 19 januari 2019 doet hij de deur voor me open, thuis in Zwartewaal op Voorne-Putten. Nico loopt weer als een kie vit. Er is taart. Voor het eerst sinds jaren zit 20 De wonderbaarlijke wederopstanding van Nico de Vries TEKST BART VERKADE FOTO'S SANNE DONDERS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 116