'Mijn moeder ergert
zich ook aan mij'
MUN MOEDER
kon hij een half uur later alsnog exploderen
en roepen: 'Ga er dus ook maar uit, daar heb
ik dus geen zin in, dus wegwezen!' Hele tijd
dat woordje 'dus', alsof hij zich daarmee
verontschuldigde.
Papa was geen vader-vader, geen man die
autoritair aanwezig was. Integendeel: ik kan
me niet herinneren dat hij mij iets verbood
op het gebied van uitgaan of vriendjes.
Maar misschien kwam dat doordat mijn
oudere broer en zus de weg voor mij gepla
veid hadden. Ik ben een nakomertje en kon
daardoor - toen zij het huis uit waren -
meer tijd alleen met mijn ouders doorbren
gen. Daar ben ik dankbaar voor.
De deur van zijn schrijfkamer stond altijd
open. Ik zeg weleens tegen mijn kinderen:
sorry, nu even niet. Dat heeft hij nooit ge
daan, we konden altijd bij hem terecht.
Knap dat hij vervolgens toch snel de rust
weer kon vinden om verder te schrijven.
Overal lagen notitieblaadjes met dat fijne
handschrift van hem, dat voor anderen
onleesbaar is. 'Ik moet even iets opschrij
ven, hoor.' Het gebeurt nog, midden in
een gesprek.
Ik herinner me dat we samen badmin
tonden en dat we naar Velp fietsten naar
oma, met als beloning een ijsje in Arnhem.
En we klommen over muren om kastanjes
te rapen. Later nam hij me mee naar boe
kenfeesten om samen voor te lezen. Hij was
geen vader die schilderijen ophing of kast
jes timmerde. Dat regelde mijn moeder.
Alles in huis regelde zij.
Hij heeft ons nooit gepusht om ook te
gaan schrijven. Toch zijn we alle drie in ver
schillende disciplines van het schrijversvak
terechtgekomen. Blijkbaar zit het in ons
dna. Ik ging naar de Frederik Muller Acade
mie, een opleiding voor uitgeverij en boek
handel. Later heb ik mij gespecialiseerd in
familiegeschiedenissen opschrijven. Nu
ben ik hoofdredacteur boeken bij bol.com.
Jaren geleden ben ik begonnen aan een
roman, maar het blijft steken op tachtig
procent. Ik kom niet verder. Ik heb nooit
advies of hulp gevraagd aan mijn vader. Ik
wil het alleen doen. Dan zegt hij af en toe:
'Goh, dat is toch wel jammer.' Pijnlijk, want
ik zou het zo graag afmaken. Maar ik weet
ook dat hij heel trots is. Mijn zus, broer en
ik redden het in het leven. Op onze eigen
wijze manier. Net als hij.''
Als columnist van NRC schreef Marcel
van Roosmalen (51) geregeld over zijn
hoogbejaarde moeder. Ook in het pas
verschenen Het zijn de kleine dingen
die het doen staat zij centraal.
,,In mijn schrijven is
het menselijk falen een
belangrijk thema. Het is in
mijn ogen meer dan logisch
dat je dan ook schrijft over
het menselijk falen dicht
bij huis. Daarom dus een
boek over mijn moeder.
Hoewel ik me altijd op
recht voorneem dat niet
te doen, erger ik me ver
schrikkelijk aan haar. Het
begint er al mee dat ik haar
bel en dat haar gehoorappa
raat niet aanstaat. Probeer
dan maar eens aardig te
blijven. Maar er is meer.
Zo raakt ze voortdurend
haar sleutels kwijt, kan ze
geen moment stilzitten en
maakt ze zich voortdurend
druk om niets. Ik kreeg het
een keer met haar aan de
stok toen ik een pak bedor
ven melk uit haar koelkast
viste en weggooide. Ze
vond dat een inbreuk op
haar privacy.
Een keer heeft mijn moe
der me vanuit mijn woon
plaats Wormer naar Velp
laten komen omdat ze geen
boodschappen kon doen
vanwege het noodweer.
Kwam ik daar aan na ander
half uur in de auto, bleek ze
alleen een pakje zakdoekjes
nodig te hebben.
Mijn moeder ergert zich
ook aan mij. En aan mijn
stukjes. Ze knipt ze soms
uit en schrijft dan in de
kantlijn: wat een onzin! Ze
heeft een keer gehuild toen
ik schreef dat haar soep was
mislukt omdat de mixer
kapot was.
Ik denk dat ze de laatste
tijd veel lol beleeft aan het
feit dat mensen na het le
zen van mijn stukjes vaak
partij kiezen voor haar.
Prima! Ik heb liever dat ze
hun pijlen op mij richten
dan op mijn moeder.
Natuurlijk zie ik dat ze
vol goede bedoelingen zit.
Ze heeft heus haar lieve
kanten, hoewel die vooral
in andermans gezelschap
tot bloei komen. Ik heb haar
in dit boek geenszins willen
afspiegelen als een vrese
lijke moeder. Ik denk dat je
dit boek grappig vindt als je
de ironie begrijpt. Ik ben
zelf immers vaak lijdend
voorwerp.'' Mark Roos
Marcel van
Roosmalen ergert
zich voortdurend
aan zijn moeder;
een gevoel dat
wederzijds is.
FOTO MARTIJN
VAN DE GRIENDT