'In haar brandde
een diep verlangen'
'Het was geen
liefde op het
eerste gezicht'
MUN MOEDER
Honderden brieven die hij van zijn
moeder ontving, vormden voor Cornald
Maas (56) de basis voor zijn boek
Ach kind toch. Zij is ervan overtuigd
dat schrijven zijn grootste talent is.
„Mijn moeder is een
geweldige, eigenzinnige,
Brabantse vrouw van bijna
80 jaar. Ze is een typische
representant van de zoge
heten onzichtbare genera
tie, die de kans niet kreeg
haar talent te ontwikkelen
en maatschappelijk carrière
te maken.
Er was geen geld om haar
te laten studeren, ze had
geen seks voor het huwe
lijk, werd ontslagen toen
ze zwanger was van mij, ze
betaalde de boodschappen
van het huishoudgeld dat
ze kreeg van mijn vader.
Het was een leven ge
bouwd op een hele hoop
aannames en vanzelfspre
kendheden.
Tegelijkertijd brandde
in haar een diep verlangen
naar een avontuur. In mijn
boek heb ik geprobeerd vast
te leggen hoe haar leven in
de loop van de tijd steeds
meer contour kreeg. Dat
kon onder andere doordat
ze me heel openhartige,
geestige, intieme, eerlijke
brieven heeft geschreven.
Ik ben blij dat ik haar leven
heb geboekstaafd terwijl ze
er nog is, hoewel ik me pas
later realiseerde dat ik het
fijn vind dat ze het zelf nog
heeft kunnen lezen.
Tegen mij heeft ze altijd
gezegd: ga weg uit Bergen
op Zoom, sla je vleugels uit.
Via mij en mijn werk voor
de televisie leidt ze nu
deels het leven in de spot
lights waarvan zij ooit
droomde.
Mijn moeder volgt nauw
gezet wat ik doe, en geniet
daarvan. Toch heeft ze de
overtuiging dat schrijven
mijn grootste talent is, mis
schien wel mijn essentie.
Als kind schreef ik al boek
jes voor haar, op zaterdag,
in mijn vaders kantoor.
Toen ik destijds Nederlands
wilde studeren, vond zij dat
prima.
Het mooiste boek dat ik
zelf ooit las over een moe
der is Sprakeloos van Tom
Lanoye. Ook hij schreef
een portret over een een
voudige vrouw die een gro
tere reikwijdte had dan
haar milieu bood. Een boek
met een rafelrand - daar
houd ik van.''
Cornald
Maas: ,,Mijn
moeder volgt
nauwgezet
wat ik doe en
daar geniet
ze van.''
,,Na een huwelijk van bijna 55 jaar zijn
Jan en ik nog steeds niet met elkaar uit
gesproken. We vervelen ons geen moment
als we samen zijn, we praten over gewone
dagelijkse zaken en over familie, boeken,
muziek en concerten. Of we lachen om een
stom grapje dat hij maakt. Daar is hij ook
heel goed in. Natuurlijk hebben wij onze
strubbelingen gehad, die zijn er in elk
huwelijk.
We doen ook veel dingen apart, hebben
onze eigen bezigheden. Er zijn jaren ge
weest dat ik het boekenbal (de opening van
de Boekenweek, red.) heb overgeslagen, dat
ik dacht: laat maar hoor, met dat zien en
gezien worden en alle drukte en kabaal.
Maar dit jaar sta ik uiteraard naast hem.
Het was geen liefde op het eerste gezicht.
Ik weet nog wat ik dacht toen ik hem voor
het eerst zag op de kweekschool in Arn
hem: wat een ernstige jongen. Maar ook:
wat een on-Nederlands uiterlijk met die
donkere bril en dat zwarte haar. Hij stu
deerde Frans en vertelde daar bevlogen
over. De eerste vijfjaar was het dan weer
aan en dan weer uit.
Jan werd docent en waagde zich aan het
schrijven van toneelstukken. Daarover
voelde hij zich behoorlijk onzeker. Hoewel
hij vanaf zijn debuut Nachtschade al veel
erkenning kreeg, vermoedde ik absoluut
niet dat er een bestsellerauteur in hem
school. Toen dat in 2005 met Knielen op
een bed violen wel het geval bleek, kwam
dat onverwacht. Ik had er niet op gerekend
en vond het bijzonder dat zo veel mensen
troost putten uit het verhaal, of er juist
woede bij voelden of herkenning. Prettige
bijkomstigheid was dat we er luxer door
konden leven. We lieten het huis verbou
wen, vergaten onze drie kinderen niet, ik
kocht een Bösendorfer-piano, hij een Mase-
rati Sport. Hij raakte niet verwend door het
succes, was eerder verbaasd, genoot ervan.
Toen Jan begin vorig jaar werd gevraagd
—Anniek van den Brand
Gerda Siebelink-van der Haas (78),
echtgenote