'Mensen weten nog wel dat ik kampioen ben geweest, maar ze herinneren zich vooral die val in Nagano' denkproces, dan van een spraakgebrek. Het brein van Wennemars moet een soort hogedrukpan zijn waarin de gedachten over elkaar buitelen. (Bij de uitwerking van dit interview blijkt dat hij in 80 minuten zo'n 14.000 woorden heeft gesproken, wat neerkomt op een gemiddelde van drie woorden per seconde.) ,,Toen ik was gestopt met schaatsen zei iemand tegen me: joh, jij hebt adhd! Die link had ik nooit gelegd. Toen ik er over nadacht, realiseerde ik me dat ik inderdaad de kenmerken heb. Ik heb veel energie en ben een druk mannetje. Rusteloos, altijd bezig. Dus ik heb adhd? Nou, dan is dit wie ik ben. Ik moet het ermee doen en zorgen dat het werkt." Wennemars woont met zijn gezin in zijn geboortedorp Dalfsen, in een vrijstaande woning met uitzicht op de weilanden en, honderd meter verderop, de Overijsselse Vecht. Een toegangspoort met de naam Bellingeweer, een oprijlaan met nog kale bomen, waartussen de eerste sneeuwklok jes van het jaar opschieten, een springtouw in een boom, een snowboard tegen een schutting, een veldje met voetbaldoeltjes en een stuk of tien ballen. Op het terras staat een racefiets op een standaard. Binnen: hoge plafonds, grote ramen, lange betegelde gangen. In de woonkamer een open haard in een schouw, comforta bele stoelen, een kleine boekenkast. Gezins foto's aan de muur van de woonkeuken. Zijn leven als topsporter was monomaan. Gefocust op succes en amper aandacht voor andere zaken. ,,Ik stond nergens bij stil. Ik leefde om te schaatsen, trainde om te winnen. Dat was mijn doel: de eerste zijn, winnen, kampioen worden. Dat móet ook, anders red je het niet." Winnen wil hij, als het even kan, nog steeds. Maar het is een andere manier van winnen: niet van anderen, maar van zich zelf. ,,Ik was echt extreem van het winnen. Nummer 2 worden telde niet. Nu ben ik, als ik een marathon loop, net zo blij als ik negenhonderdste word als toen ik vroe ger eerste werd. Omdat ik weet dat ik het beste van mezelf heb gegeven en meer er niet in zat. Ik schaats nog weleens een marathon met jongens die bloedfanatiek zijn en absoluut voor de winst gaan. Dat herken ik, maar het voelt voor mij onge makkelijk. Ik heb die drive niet meer. Minstens zo belangrijk als winnen is: wie is de topsporter als mens? Uiteindelijk zit de spanning van topsport niet in het winnen op zich. Spannend wordt het in het gebied tussen winst en verlies. Daar komt het karakter naar boven. Dus: hoe sta je in het leven? Wie ben je, wat is je verhaal en hoe ga je om met tegenslag en teleurstel ling? Zonder die elementen is winnen hele maal leeg." En hij ziet het gebeuren: hoe de passie uit de sport verdwijnt en plaatsmaakt voor een klinische benadering. Schaatsen, wielren nen en ook andere sporten worden steeds meer gedomineerd door de wetenschap. Bloedwaardes, zuurstofopnames, spierver- mogen tot ver achter de komma worden in grafieken in kaart gebracht, trainings- 10

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 98