bres voor de luchtwachttoren in Koewacht
Warschaupact, kernwapens: tijdens de
Koude Oorlog speurden we vanaf
luchtwachttorens naar Russische
laagvliegers. In Koewacht staat nog zo'n
observatietoren, 21,12 meter hoog.
'Luitenant, alarm en het
is geen oefenalarm - dat
kreeg ik te horen'
We staan in Koewacht aan de
voet van de luchtwachtto
ren. Bouwjaar 1952. Oud
militair Willy Verschrae
gen (1945) heeft de bra-
mentakken op het pad er
naar toe weggehakt met zijn kapmes. Hij is op
richter en voorzitter van de Stichting Vrienden
van de Luchtwachttoren Koewacht. Twee jaar
geleden kon hij de toren voor 1 euro van de ge
meente overnemen. Dat heeft hij niet gedaan.
Hij schat de restauratiekosten op 280.000 euro.
Bovendien, hij kreeg het bouwwerk niet verze
kerd: een toren die niets waard is kunnen we
niet verzekeren, zei de bank.
De toren in Koewacht is een overblijfsel uit
de tijd dat de Russen het Rode Gevaar werden
genoemd. Hoe dat zit? Daarvoor moeten we -
brexit of niet - even naar de overkant van de
Noordzee. In 1940 konden de Britten groot
schalige aanvallen van de Duitse Luftwaffe
weerstaan, vooral omdat ze een goed radar- en
observatiepostensysteem hadden opgezet om
hun Spitfires tijdig te laten opstijgen. Heel snel
na het einde van de Tweede Wereldoorlog ver
slechterde de verstandhouding tussen West en
Oost. In die sfeer van wat de Koude Oorlog
werd genoemd, besloot Nederland naar Brits
voorbeeld een 'dekkend' observatiepostensys
teem op te bouwen. Als enige, België, Duits
land en andere Europese landen deden niet
mee. Tussen 1951 en 1955 bouwde het Korps
Luchtwachtdienst (KLD) 276 uitkijkposten. De
helft werd in nieuwe, speciaal gefabriceerde to
rens gevestigd, de andere helft op watertorens,
molenrompen en andere hoge gebouwen.
Vanaf die posten moesten onder de radar vlie
gende Russische toestellen met het blote oog
en oor worden gespot en gevolgd.
De ruim 21 meter hoge toren in Koewacht
maakte deel uit van dat netwerk. Nadat de ra-
dar verbeterde en vliegtuigen met straalmoto
ren steeds sneller vlogen, werden de uitkijk
posten in 1968 aan de Bescherming Burgerbe
volking (BB) overgedaan. De BB'ers moesten
waarschuwen als er in de regio een atoombom
was neergekomen. Dat duurde tot 1980. Toen
was het hele observatiespel over en uit en wer
den de meeste uitkijkposten gesloopt.
Landelijk zijn er nu nog achttien torens over.
In Zeeland stonden er 21. Daarvan staan er nog
drie overeind, in Zeeuws-Vlaanderen. De toren
in Nieuw-Namen is particulier bezit, die in
Eede is gerestaureerd en is eigendom van de
Stichting Militair Erfgoed.
Het gevaarte in Koewacht is van de gemeente
Terneuzen. Maar die wil er dus wel vanaf. Vanaf
de Henri Dunantstraat is het honingraatprofiel
van de toren goed te zien. De naam van de be
tonnen prefabelementen is van de honingraat
afgeleid: zogenaamde raatbouwblokken. Zo op
het oog is de toren zeker geen bouwval. Willy
Verschraegen beaamt dat. De constructie met
inpandige bordessen en uitwendige steunberen
staat bijna 67 jaar na oplevering als een huis.
Maar er is wel grootschalig herstel nodig. Alle
houtwerk moet worden vernieuwd. Dat wil
zeggen: alle vijftien inpandige trappen en de
houten treden van de hoogste stalen trap, de
kozijnen, de deuren. En er moet een oplossing
worden gevonden voor de betonrot, vooral bij
de aanhechtingen van de bordessen.
ZATERDAG 23 FEBRUARI 2019 PC
Oud-militair Willy Verschraegen vertelt over de luchtwachttoren in Koewacht. fotos camile schelstraete
Russen
spotten
met het
blote oog
JAN VAN DAMME