'Ik wil dat
mensen
begrijpen
wat sport
voor mij
betekent en
wat sport voor
hen kan doen'
niet tot het uiterste gingen. Soms, denk
ik nu, te hard. Ik had te snel mijn oordeel
klaar, had te vaak een grote bek. Ik heb
mensen beschadigd en daar heb ik spijt
van. Ik had een winnaarsmentaliteit. Daar
word je niet aardiger van."
Zijn jongste broertje van elf jaar jonger
had wél talent, maar ontbeerde de gedre
venheid van de echte winnaar. ,,Dat komt
eigenlijk door mij. Ik werd nooit geselec
teerd door mijn gebrek aan talent. De
KNSB zag mij over het hoofd, terwijl ik la
ter toch succesvol werd. Die fout wilden ze
niet nog een keer maken. Daarom hebben
ze het hem te makkelijk gemaakt. 'Wenne-
mars? O, het broertje van Erben. Kom maar
gauw in de selectie.' Hij heeft er nooit voor
hoeven knokken, zoals ik. Daardoor heeft
hij niet de meedogenloosheid ontwikkeld
die een topsporter nodig heeft. Hij is wel
een aardige, sociale jongen gebleven. Hij
is mijn beste vriend, we bellen elkaar elke
dag."
Zelf is hij in de loop der jaren ook een
stuk milder geworden, minder hard en
minder snel oordelend over anderen. Het
is de leeftijd, de levenservaring, het gezins
leven dat zijn aandacht opeist. ,,Als top
sporter had mijn leven een vaste structuur.
Dat was lekker makkelijk, want alles was
zwart-wit en ik hoefde nergens over na te
denken. Toen ik stopte, was dat voorbij.
Het is niet zo dat ik in een zwart gat viel,
maar ik moest op zoek naar een nieuwe
balans. Wat zou ik kunnen doen met mijn
ervaring? Dat was een zoektocht die tot op
de dag van vandaag voortduurt. Lastig,
maar ook spannend en leuk."
Hij werkte via een programma voor
ex-topsporters een paar jaar op de marke
tingafdeling van Randstad, maar reali
seerde zich dat zijn toekomst lag in waar
het allemaal begon: de sport. Mensen in
beweging krijgen werd zijn levensdoel.
Nu zet hij zich belangeloos in voor organi
saties die de jeugd aan het sporten willen
krijgen, traint hij de pupillen van een
Deventer schaatsclub, is hij een onver
moeibaar pleitbezorger van tal van sport-
initiatieven. Hij was vijf jaar lid van de
Raad van Commissarissen van PEC Zwolle
en is daar nog actief als adviseur voor de
directie.
Zijn enthousiasme voor sport en bewe
ging is grenzeloos. Die mateloze passie
overbrengen op anderen ziet hij als zijn
missie. Als spreker rijdt hij het land door
om presentaties te geven voor bedrijven
over de relatie tussen motivatie, sporten en
winnen. ,,Ik wil dat die mensen begrijpen
wat sport voor mij betekent en wat het voor
hen kan doen. Hoe sport mensen kan bin
den en motiveren, ook binnen een bedrijf.
Ik heb gemerkt dat ik er goed in ben ande
ren te motiveren; wat ik vertel, raakt hen.
Mijn enthousiasme is echt en dat voelt
mijn publiek."
Laatst kwam na afloop van een presenta
tie een jongeman naar hem toe, die ver
telde dat hij, nu hij Wennemars' verhaal
had gehoord, ontslag zou nemen om zijn
droom na te jagen. ,,Ik zei nog tegen hem:
moet je daar niet even over nadenken?
Maar hij wist het zeker. Toen kon ik hem
alleen nog maar veel succes toewensen."
Als verslaggever en sportcommentator
op radio en tv is hij een Bekende Neder
lander geworden, een begrip dat hij 'leeg'
vindt, maar waarvan hij toch geniet. ,,Ik
zie mensen die Bekende Nederlander zijn
zonder dat ze ooit iets hebben gepresteerd.
Tja, wat stel je dan voor? Wat ik heb be
reikt, spreekt mensen aan. Ik sta ergens
voor. Vervelende reacties? Nee, die krijg
ik nooit. Ik vind het leuk als mensen naar
me toe komen en met me op de foto wil
len. Renate en de jongens moeten er niets
van hebben. Daar moet ik rekening mee
houden."
Toen hij stopte met schaatsen, dacht hij:
zo mooi als het was, wordt het nooit meer.
,,Man, als tienduizenden je toejuichen in
het Thialf Stadion in Heerenveen! Dat is
zoiets overweldigends, dat vergeet je nooit
meer." Maar zijn huidige leven is rijker,
mooier en zinvoller dan ooit. ,,Ik heb geen
gedachten over de toekomst, geen wensen.
Het gaat om het hier en nu."
Dat beseft hij eens te meer na het over
lijden van Paulien van Deutekom, de
schaatsster met wie hij jaren in een ploeg
heeft gezeten en altijd contact heeft ge
houden. ,,Toen duidelijk werd dat ze niet
meer zou genezen van longkanker heb ik
haar gevraagd: 'Paulien, wat zou je nog
willen?' Haar wensen werden steeds klei
ner. Uiteindelijk wilde ze alleen met haar
man en kindje samen zijn."
Nou vooruit, één heimelijke wens heeft
hij wel. ,,In Ommen staat een standbeeldje
van Reinier Paping, de winnaar van de Elf
stedentocht in 1963. Veel mensen vinden
het niet mooi, maar ik vind het een fantas
tisch eerbetoon aan een groot sportman.
Ik ben zijn mantelzorger. Het gaat goed
met hem, maar hij is broos. Zo'n beeldje
van mezelf, hier in Dalfsen, dat zou ik wel
mooi vinden. En het hóeft niet pas na mijn
dood, hè?"
14