ZEELAND GEBOEKT Avond vol lichte poëzie in Porgy en Bess 1 r Tussen afwezige golven IL Z re i Ixw ZEELAND 21 Detective Sherlock Holmes is terug. Als vrouw deze keer, ze heet Mary Copeland. In Victoriaans Londen duikt ze in de bloedigste moordzaken. De meester en de kenner van het light verse op één podium. Lévi Weemoedt, terug van even weggeweest, staat nu weer volop in de belangstel ling met zijn bundel Pessimisme kun je leren. Vic van de Reijt is be kend van de bloemlezing Ik wou dat ik twee hondjes was. Donder dag delen ze vanaf 20.00 uur het podium van Porgy en Bess in Ter- neuzen. Lévi Weemoedt is de schrijversnaam van Isaack Jacobus van Eijk (1948). Hij is schrijver van tragi-komische korte verha len en gedichten die vaak in en rond Vlaardingen spelen. Ook was hij als medewerker verbon den aan het Algemeen Dagblad. In 1977 debuteerde hij met Gedul- W 1 JT dig Lijden, niet lang daarna ge volgd door Geen Bloemen en Zand Erover. Zijn werk werd in 2007 verzameld in Vanaf de dag dat ik mensen zag - in totaal 261 gedich ten. Columnist Özcan Akyol pu- bliceerde vorig jaar een bloemle zing van de gedichten van Wee moedt: Pessimisme kun je leren. Vic van de Reijt (1950) is uitge ver, publicist en muziekkenner. Ook is hij biograaf, onder andere van Willem Elsschot (2011). In 1982 publiceerde hij Ik wou dat ik twee hondjes was, een bloemlezing van Nederlandse nonsens- en plezierdichters waarvan eind vo rig jaar een volledig herziene edi tie verscheen. Van de Reijt heeft een omvang rijke platenverzameling: van schlagers tot psychedelica en is fan van onder anderen The Beat les en van Raymond van het Groenewoud. In 1987 publiceerde hij Toen wij van Rotterdam vertrok ken, een verzameling van 176 tek sten van Nederlandse liederen uit de 20ste eeuw, genoemd naar de beginregel van Ketelbinkie. Dat boek groeide uit tot een bestsel ler, waarvan diverse nieuwe edi ties verschenen. Zeeuwse schrijvers Jaartal nummer twee is 1944. Het eerste gedicht in de eer ste bundel van Pem Sluijter heet Moerheim 1944. We gaan, vol gens een noot, naar een plek in Dedemsvaart waar 'onderduikers en evacués' een onderdak vonden. Huis aan de vaart/ waar de inge kwartierde vijand/ laarzen draagt, blikt ze terug. Zelf was ze nog heel jong, en banger voor de kleur van kikkers in de kleur van plompeblad dan voor die vijand. Jaartal nummer één was 1939 ge weest, ik vond een advertentie in de krant. De heer en mevrouw Sluijter-Weeldenburg, woonach tig Badhuisstraat 29, Vlissingen, lieten de wereld weten dat op 15 mei 1939 in het Gasthuis te Middelburg hun dochter Pem was ge boren. Jaartal nummer drie is dan 1997, zo lang liet het dichterlijke debuut van Pem Sluijter op zich wachten, Roos is een bloem, prompt bekroond met de C. Bud- dingh'-prijs. Een Zeeuwse dichteres, maar ze liet Zeeland al snel achter zich, om op 18 december 2007 in Den Haag te overlijden. Ze publiceerde nog een tweede reguliere dichtbundel, Het licht van Attika, in 2004. Ver schillende gedichten daaruit wa ren eerder te lezen in een biblio fiele uitgave, Nachtbraak, waarin haar teksten foto's van Bas Rood nat begeleiden, of andersom. Wie was zij? Ze zegt het niet met zoveel woorden, maar wie weet onthullen stippellijntjes iets. Ze studeerde onder meer He breeuws, schreef als journaliste én als dichteres regelmatig over Israël, had volgens een mededeling in Nachtbraak 'een vrijwillige dienst tijd in het Israëlische leger in dienst van Buitenlandse Zaken'. Pem Sluijter reisde trouwens ook naar Sri Lanka, Quito, de Galapa gos Eilanden en dichtte over die oorden. Haar vader was indertijd als ma rineofficier werkzaam in Vlissin- gen. In één gedicht, Scheldestroom, gaat ze terug. Eindelijk het licht van Walcheren in plaats van dat van Attika. Een mooi, mysterieus gedicht is het waarin ze tussen m.s. Makiri en het marinevaartuig Rotterdam de opmaat tot zeemans leven herbeleeft. Ze wiegt tussen afwezige golven tegen afwezige wind/ onder afwezige wolken en wil blijven op de toppen van de uit stroom naar zee. Terug naar haar vader, terug naar Zeeland, terug naar het eerste jaartal. Sherlock Holmes kijkt naar een oude hoed. Hmm, concludeert hij na niet eens zo lang nadenken: de eigenaar is een intellectu eel, was in goede doen maar verkeert nu in een lastig parket. Met dat on waarschijnlijke observatievermogen laat hij zijn hulp dr. Watson en alle omstanders verbijsterd achter. De Britse detective Sherlock Holmes is legendarisch. Sir Arthur Conan Doyle riep hem rond 1900 in het le ven. In televisieseries en films figu reert hij tot op de dag van vandaag. Met de relatief jonge Benedict Cum- berbatch als recentste superster en - jawel - sekssymbool. Nu neemt een Zeeuwse auteur ons mee naar Londen, eind 19de eeuw. Robbert Jan Swiers (1959) is schrijver van vrijwel alle genres, filmer, com ponist en muzikant. Hij gaf al eerder blijk van zijn fascinatie voor de tijd dat stoomslierten de perrons sfeer gaven en lantaarnopstekers elke avond hun ronde deden. De ver halen in zijn twee jaar geleden verschenen bundel Belle Epoque spelen een ruime honderd jaar geleden. Het kenmerkende aan het boek is het sterke magisch-realisme, er wordt nogal eens over de grens van leven en dood heen gestapt. In zijn pas verschenen boek Mary Copeland, Victoriaanse detective ont breekt dat magisch-realistische. We komen terecht in de wereld van een vrouwelijke Sherlock Holmes, een wereld waar het gaat om observeren, helder redeneren en conclusies trek ken. Het zal niet verbazen: Mary Co- peland kan dat als de beste. Jack the Ripper De bundel bevat vier verhalen. Date ring: 1888 en iets later. Plaats: het in die tijd in smog gehulde Londen dat in de ban is van seriemoordenaar Jack the Ripper. De afzonderlijke titels van de vertellingen verwijzen naar schilderijen van kunstenaars die ge rekend worden tot de prerafaëlitische broederschap, een groep Engelse kunstenaars die zich als zwaar ro mantisch laat kenmerken. Zo is in de titel van het eerste verhaal - Mary Co peland The Lady of Shalott - een be roemd schilderij van John William Waterhouse verwerkt. Sterker nog, de schilder speelt een niet onbelangrijke rol in het avon tuur als hij op het nippertje gered wordt uit de moorddadige handen van een door hem afgewezen model. Mary Copeland is een jonkie, nog geen dertig. Omdat haar ouders bij een treinongeluk zijn omgeko men woont ze vanaf haar vijfde bij haar uncle Matthew en diens vrouw. Die oom is een ervaren pa tholoog-anatoom, misschien is dat de reden dat zijn nichtje zich tot een kundige detective ontwikkelt. Van hem leert zij 'formidabele vechttech- nieken', die ze meteen al in het tweede verhaal kan toepassen. Mary mag er best zijn (pagina 12): Ze was geenfotomodel, maar ze had een lief ge zicht, meteen lichte wipneus, rood, krul lend haar dat zat opgestoken in een wilde knot en kleine sproeten langs haar neus en op haar wangen. En ook: Haar ogen, bijna lichtgevend groen, waren groot en herbergden een meelevend vonkje. Er valt in Mary's tijd nog heel wat te bevechten voor vrouwen. Dat is de reden dat ze haar werk voor Scotland Yard voor iedereen buiten haar eigen kring geheim houdt. De brave dien der Irvin Barlow - die bliksemsnel promotie maakt - is haar vaste maatje. Ze krijgt met uiterst bloedige zaken te maken: er wordt volop ge vild, gehakt en gesneden. Mary heeft een sterke maag. En, zoals gezegd, een uitzonderlijk goed ontwikkeld observatievermogen. Geen rood pluisje of rozenblaadje ontgaat haar. De verhalen verlopen volgens een vast stramien. Misdaad, onderzoek op de scene en verhoren van getuigen, en als alle losse eindjes aan elkaar kunnen worden geknoopt de aanwij zing van de dader. Wat dat betreft weet Swiers met zijn Mary Copeland niet echt te verrassen. Maar ja, is dat nodig als je in de voetsporen van Sir Arthur Conan Doyle wil treden? maandag 18 februari 2019 GO Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland en boeken van Zeeuwse schrijvers Mary is de nieuwe Sherlock 1 Hb u Brf S. P M B, V - - V few: V"r Vic van de Reijt. Lévi Weemoedt. FOTO KAREL ZWANEVELD f'cin SI Lii j I or MKTWj Koos een i bloem Mario Molegraaf Robbert Jan van Damme FOTO RUBEN OREEL Robbert Jan Swiers: Mary Cope land, Victoriaanse detective - Uit geverij Aspekt, 288 pagina's, 17,95 euro.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 21