'Ik ben van anderhalve fles jenever per dag naar twee flessen wijn gegaan' PASPOORT Jan Pieter Rawie ,,Via allerlei omwegen ben ik, om met Nietzsche te spreken, geworden wie ik al tijd al was.'' ,,De wetenschap bijvoorbeeld. Mijn ouders hadden gehoopt dat ik het daarin ver zou schoppen, maar dat is niet gebeurd. Ik heb de fout begaan allerlei talen te gaan stude ren. Zou gauw ik die kon lezen, verloor ik de interesse. Een taalopleiding is namelijk geen wetenschap, al doen die hoogleraren aan de universiteit graag alsof, maar dat is natuurlijk onzin. Het is meer een cursus of zo. Ik studeerde talen omdat ik vertaalde gedichten die ik mooi vond graag in het origineel wilde kunnen lezen.'' ,,In mijn puberteit. Daar moet je je overi gens niets bij voorstellen. Ik imiteerde Vijf- tigers-poëzie; ik dacht dat dichten zo moest. Die schrijfsels zijn in schoolkrantjes beland die inmiddels gelukkig onvindbaar zijn. Poëzie is een ervaringskunst die wordt ge voed door wat je meemaakt. Daarom kent de poëzie ook geen wonderkinderen. De enigen die ontroerd raken door kinder poëzie zijn hun ouders en grootouders.'' ,,Mijn vader was luchtmachtpredikant. Als dichter is het zeer verstandig je ouders te kiezen uit de geestelijke stand. In zulke gezinnen ligt de nadruk op het woord, hè. Mijn belangstelling voor boeken werd thuis dan ook aangemoedigd. Ik heb weleens be schreven dat ik als kind zelf ook dominee wilde worden. Niet uit religieuze bevlogen heid, maar omdat me was opgevallen dat mijn vader een uur per week het woord kon voeren zonder dat iemand hem in de rede viel - iets wat hem bij ons thuis nooit lukte. Bovendien waren Nederlandse dichters in de 19de eeuw allemaal dominee.'' Privé ,,Mijn vroegste herinneringen zijn aan de Utrechtse Heuvelrug. Wij woonden in Zeist en mijn vader werkte op luchtbasis Soesterberg. De verhuizing naar Winscho ten heb ik ervaren als een ballingschap. Dat idee werd gevoed door mijn moeder, die die verhuizing ook als zodanig opvatte. Win schoten was een afschuwelijk stadje waar de 19de eeuw nog niet voorbij was; het was er heel ouderwets, geïsoleerd. Als ziekelijk domineeszoontje dat geen Gronings sprak en niet sportief was, werd ik natuurlijk een geliefd doelwit. Mijn verstandhouding met leeftijdgenootjes was op z'n zachtst gezegd problematisch. Dat lag voornamelijk aan mezelf, hoor, want ik was een heel verve lend ventje.'' ,,Doktoren hadden mij een vroege dood voorspeld. En de volwassenen om mij heen waren zo onverstandig mij dat te laten weten. De heelmeesters hadden, met de wijsheid van toen, mijn ouders ook wijs gemaakt dat het heel slecht voor mijn ge zondheid was als ik me zou opwinden, en tegelijkertijd was ik nogal driftig van na tuur. Je begrijpt dat ik enorm vaak mijn zin kreeg en vreselijk werd verwend. Als ik niet naar school wilde, hoefde ik niet. Er zijn mensen die mijn huidige gedrag nog im mer terugvoeren op deze voorgeschiedenis. Ik wil namelijk nog altijd mijn zin krijgen. Nu heb ik meestal ook gelijk - dat scheelt.'' ,,Ik moet er niet aan denken ooit uit dit huis te moeten. Iets meer dan 25 jaar geleden is het gerenoveerd en toen heb ik een jaar lang in Amsterdam gewoond. Al mijn boeken moesten worden opgeslagen en dat wil ik niet nog een keer. Dat vond ik zo vreselijk! Groningen is me net grootsteeds genoeg, en tegelijk heeft de stad een menselijke maat. Ik heb niets tegen Amsterdam, maar ik zou daar te vaak naar vernissages gaan, tendoophoudingen van boeken en andere feestjes, terwijl ik toch al een heel groot 10 de dichter wilde uitdragen die ik ooit hoopte te worden.'' En bent u geworden wie u ooit hoopte te zijn? Noem eens zo'n omweg? Wanneer begon u met dichten? Las u als kind al veel? Geboren 20 april 1951, Scheveningen. Opleiding Slavische en Romaanse filologie. Carrière Debuteert in 1976 met een bundel sonnetten die hij samen met Driek van Wis sen schreef. Drie jaar later publiceert hij Het meisje en de dood. Na een optreden bij Sonja Barend in 1982 krijgt hij landelijke bekendheid. Hij schreef zo'n vijftien poëzie bundels; Intensive Care en Onmogelijk geluk zijn de be kendste. In 2017 verscheen zijn recentste bundel, Hand schrift. Vorig jaar publi ceerde hij Verstrooid van schoot, een bundel beschou wingen. Hij schrijft een wekelijkse column in het Dagblad van het Noorden. Rawie is ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Woont samen met Esther van der Meer. Prettige jeugd? Hoe kwam dat? U studeerde in Groningen en u woont er nog altijd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 98