Dreigend lerarentekort in het Zeeuwse onderwijs
Ik weet dat
het voor een
school als
deze niet
makkelijk is
om een
vervanger te
vinden. Voor
losse dagen
kunnen ze
altijd een
beroep op me
doen'
tra halve leerkracht aan te nemen. Die kan de an
dere onderwijzers steeds twee uur vervangen,
zodat die de tijd hebben om na te kijken of hun
administratie bij te werken. Dan hoeven ze dat
niet na school of 's avonds thuis te doen. Die aan
pak helpt echt."
We zitten in de directeurskamer van de Be-
atrixschool. Onderdeel van de stichting Albero
staat er op de gevel: een koepel waaronder 26
christelijke en openbare scholen op Noord- en
Zuid-Beveland vallen. Op het schoolplein maakt
de onderbouw plezier met de restanten van de
tot nu toe enige winterse bui.
Klusjesman
Gerard Verkuil is 35 jaar, hij zit sinds 2003 in het
onderwijs. Hoedekenskerke was zijn eerste
school, in 2013 werd hij directeur in Nieuwdorp
en een jaar later ook in Hoedekenskerke. Sinds
2016 zit hij in Goes. Directeur van zo'n school,
wat doe je dan eigenlijk? ,,Als ik een rondleiding
aan ouders geef, zeg ik: als u de conciërge zoekt,
en de pleinwacht, en de klusjesman, en de bood-
schappenhaler, en de invalmeester, en de direc
teur, dan ben ik dat. Anders gezegd: ik zorg dat
mijn collega's les kunnen geven, ik doe alle facili-
terende zaken. Zo zorg ik dat het gebouw in orde
is, dat er voldoende spullen zijn, inhoudelijk re
gel ik de cursussen, functioneringsgesprekken,
en ik probeer ook te regelen dat er voldoende
leerlingen zijn. Daarnaast heb ik externe taken:
voorzitter van het directieoverleg van Albero en
op de hogeschool werk ik mee aan de ontwikke
ling van nieuwe leerkrachten."
Het is een keuze, benadrukt Verkuil, er zullen
vast collega-directeuren zijn die meer achter hun
bureau zitten. Hij wil zijn leerlingen graag ken
nen, echt, en niet alleen van de klassenfoto. In
zijn opsomming van taken noemt hij uitdrukke
lijk zijn functie als 'invalmeester'. Dat is één van
de redenen dat er op zijn school geen gepensio
neerde of nog niet gediplomeerde leerkrachten
aan de slag zijn. Die zijn in het hele Zeeuwse ba
sisonderwijs vrijwel niet te vinden. Eric Reekers,
directeur van het Transfercentrum Onderwijs
Zeeland (TCOZ) - de organisatie die invalkrach
ten beschikbaar heeft - kan in elk geval geen re
guliere basisscholen aanwijzen. Onbevoegden
voor de klas, groepen die noodgedwongen naar
huis moeten worden gestuurd, daarvoor moet je
toch vooral in de Randstad en in het oosten van
het land zijn. Reekers weet in Zeeland na enig
zoeken één gepensioneerde onderwijzeres te tra
ceren die nog steeds lesgeeft. Over haar straks
meer.
Strategie
Directeur Verkuil ontvouwt zijn strategie voor
het geval er 's ochtends onvoorzien een leer
kracht zwak en ziek aan de lijn hangt. Stap 1:
melding bij TCOZ. Dat levert meestal een ver
vanger op. Maar omdat ook daar krapte heerst en
met name de zogenaamde B2-poule met losse in
vallers krimpt, heeft de Beatrixschool het afgelo
pen half jaar zeven keer tevergeefs een beroep ge-
daan op het TCOZ. Als dat het geval is, volgt
stap 2. Verkuil: ,,Ik kijk in mijn agenda of er
dringende zaken zijn, veeg mijn bureau leeg
en stap voor de klas. Die zeven keer heb ik zelf
ingevuld." Heeft hij andere besognes, dan
volgt de derde stap: kijken of collega's die
deeltijd werken gelegenheid hebben om in te
vallen. Loopt ook dat op niks uit, volgt stap 4:
het samenvoegen of splitsen van groepen. Bij
voorbeeld: de Beatrixschool heeft twee relatief
kleine groepen 8 van 21 leerlingen; die kunnen
in geval van nood samen. Is ook op die wijze
geen oplossing te vinden, dan worden - stap 5
- ouders benaderd van wie bekend is dat ze
een lesbevoegdheid hebben. Stap 6 is de uiter
ste en laatste: kinderen naar huis sturen. ,,Dat
hebben wij nog nooit gedaan", zegt Verkuil.
Afgelopen woensdag stond Ellen Mahieu als
invalkracht voor groep 3 van de Beatrixschool.
Ze komt uit Hoogerheide en is 54 jaar. Na
twintig jaar in het reguliere onderwijs in Ber
gen op Zoom snakte ze naar verandering. Ze
kwam terecht bij de stichting Samen Onder
wijs Maken (SOM). Daar werd ze voor vier da
gen per week vaste invalkracht. De laatste ja
ren werkt die Brabantse stichting samen met
het TCOZ. Op die manier komt Ellen Mahieu
vaak in Zeeland terecht. Ze denkt dat ze in
middels op veertig of vijftig Zeeuwse scholen
heeft ingevallen. Momenteel is ze drie dagen
per week vaste invaller op een school in Tho-
len. Alleen haar woensdag is niet vastgelegd,
zodat Goes mooi kon worden ingepast. Ze
zegt: ,,Het voordeel van invallen is dat je niet
de directe verantwoordelijkheid hebt. Ook een
minder leuke groep is niet zo erg, de volgende
dag ben je weer weg. Nadeel is natuurlijk dat
je niet echt ergens bijhoort. Als je geluk hebt
dan tref je - zoals hier - een school die dat ge
mis goed opvangt." Ze merkt dat er gebrek is
aan leraren, vrijwel al haar werkdagen moet ze
ergens inspringen. Als er geen aanvragen voor
vervanging zijn, dan wordt ze op haar 'stam-
school' in Dinteloord verwacht: ,,Dat gebeurt
bijna niet, vorig jaar geloof ik één dag. Ik moet
gewoon altijd ergens invallen."
We gaan op zoek naar de Zeeuwse speld in
de hooiberg. Keety van Winkelhof-Addink
ZATERDAG 26 JANUARI 2018 GO
VERVOLG VAN PAGINA 3
Keety van Winkelhof-
Addink, invalleerkracht op
Mytylschool De Sprienke in
Goes