Sterfbed
Mijn vader sterft; als ik zijn hand vasthoud,
voel ik de botten door zijn huid heen steken.
Ik zoek naar woorden maar hij kan niet spreken
en is bij elke ademtocht benauwd.
Dus schud ik kussens en verschik de deken,
waar hij met krachteloze hand in klauwt;
ik blijf zijn kind, al word ik eeuwen oud,
en blijf als kind voor eeuwig in gebreke.
Wij volgen een voor een hetzelfde pad,
en worden met dezelfde maat gemeten;
ik zie mijzelf nu in zijn bed gezeten
zoals hij bij zijn eigen vader zat:
straks is hij weg, en heeft hij nooit geweten
hoe machteloos ik hem heb liefgehad.
Uit: Onmogelijk geluk, 1992
24 uur per dag mee bezig bent maar die je
moet hanteren op het moment dat je ge
dichten schrijft.''
,,Ja. In de dagelijkse omgang kun je die
zaken wel negeren, maar niet als je een
gedicht schrijft. Zelfs als het allemaal naar
wens gaat in het leven, is het besef van de
eindigheid altijd aanwezig, natuurlijk. Alle
grote poëzie gaat over die paar onderwer
pen en toch moeten die onderwerpen voor
elke generatie opnieuw worden geformu
leerd.''
Bij het begin van het gesprek, dat we voeren
in het voorste gedeelte van de met boeken
kasten omzoomde kamer en suite, zit Ra-
wie's vriendin Esther van der Meer op haar
laptop te werken op de bank. Nadat ze thee
heeft geserveerd stapt ze op.
Rawie: ,,Wat ga je doen?''
Van der Meer: ,,In een cafeetje een kopje
thee drinken met een boek.''
Rawie: ,,O ja, heel goed.''
Esther van der Meer is chef redactie Gro
ningen bij het Dagblad van het Noorden.
Vijftien jaar geleden kwam ze de dichter
interviewen als student Nederlandse let
terkunde. Rawie: ,,Ze is nooit meer weg
gegaan.''
,,We schelen dertig jaar. Dat leeftijds
verschil leek overigens groter toen we
elkaar leerden kennen - zij was toen 21
en ik 51. Dat scheelt op de een of andere
manier meer dan nu, nu we halverwege
de 30 en halverwege de 60 zijn.
Haar grootmoeder heeft mij nog net
meegemaakt. Die was erop voorbereid dat
ik wat ouder was, maar ze schrok wel een
beetje dat ik zoveel ouder bleek te zijn. Dat
zei ze ook tegen Esther: 'Hij is wel een stuk
ouder dan jij'. Toen zei Esther: 'Maar u toch
ook, oma!' Kijk, dat was een heel sterk argu
ment.
Wij aten ooit met Connie Palmen en
Hans van Mierlo. Toen Connie Esther voor
het eerst zag, vroeg ze: 'Leven je ouders
nog?' 'Nou', zei Esther, 'mijn vader is dood'.
'Ah', zei Connie, 'dus Jean Pierre is eigenlijk
een vervanging voor je vader' - zo denkt
Connie; zij weet alles over relaties met ou
dere mannen. Toen zei Esther: 'Ja, vooral in
bed.' Dat vond ik wel sterk. Connie schrok
en Esther was zelf ook verbaasd over wat ze
had gezegd.
Vóór Esther had ik ook altijd al jonge
vriendinnetjes. Er zijn meer vrouwen ge
weest die de beste jaren van hun leven aan
mij hebben vergooid. Maar Esther is de
eerste vrouw met wie ik samenwoon. Ze
zorgt voor een zekere huislijkheid. Het is
allemaal een stuk netter hier dan het was
voordat zij kwam. En door haar ben ik on
danks de ouderdom productiever dan ooit
tevoren. In tegenstelling tot mijn vader.
Op het moment dat hij met emeritaat ging,
zei hij: nu hoef ik niks meer, en vanaf dat
moment ging hij hollend achteruit. Het
scheelt als je bezig blijft, en dat blijf je als je
wordt omringd door iemand met een druk
leven.
Esther kan heel goed opschieten met
mijn vrienden. Ik ga niet zoveel om met die
van haar. Die voelen zich een beetje onge
makkelijk bij mij - ik ben toch een oude
man, hè.''
,,Ik lunchte een tijdje geleden met de vader
van Thierry Baudet, een jeugdvriend van
me. Die vertelde dat die jongen niet meer
met het openbaar vervoer kan, dat hij wordt
bewaakt. Dat lijkt me helemaal niet leuk.
Nog afgezien van het feit dat nette mensen
niet in de politiek gaan. Mijn soort bekend
heid is heel prettig. Ik word alleen aan
gesproken door mensen die mijn werk heb
ben gelezen. Dat zou ik graag zo houden.''
De liefde, het verval, de dood.
Esther is veel jonger dan u.
Lévi Weemoedt (70) scoorde vorig jaar
onverwacht heel hoog met een dicht
bundel. Hoopt u daar ook op?
ZATERDAG 26 JANUARI 2019 13