'Tijdens de aprilfeesten dragen we jurken waarvoor we een jaar sparen' ziek om half 3 's middags uit de boxen. An tonio, de broer van de eigenaresse, zingt uit volle borst mee terwijl hij stukjes vlees van een pootham snijdt. Aan de muur prijken recensies van flamencoconcerten en inter views met de grootmeesters van het genre. ,,Meteen als ik binnenkom, zet ik flamenco- muziek op. De muziek maakt mijn geest vrij. Flamenco is een manier van leven", zegt Antonio als we even aan de bar zitten. De Nederlandse Ernestina van de Noort (55) kent Sevilla op haar duimpje. Ze is directeur van de Flamenco Biënnale Neder land, een tweejaarlijks internationaal dans- en muziekfestival dat tussen 18 ja nuari en 10 februari plaatsvindt. In 1985 be landde ze in Sevilla voor een cursus Spaans. Daarnaast wilde ze flamenco leren dansen en ze vroeg de leiding van de taalschool naar een geschikte plek. Die staarde haar verbaasd aan, want wie wil er als niet- Spaanse nu flamenco leren? ,,De dans scholen waren voorbehouden aan Sevilla- nas. Ik belandde uiteindelijk in een piep kleine studio van de vader van de be roemde flamencodanser Andrés Marin. Mijn vriendin en ik keken onze ogen uit toen we een prachtige dame zagen, die op het geluid van een hamerende stok een so- lea danste. Toen ze klaar was zei ze: 'Zo. En nu jullie.' We hadden geen idee wat we moesten doen; we hadden nog niet één les gehad." Sevilla barst 35 jaar later van de dans en zangscholen. In de studio waar Van de Noort terechtkwam (Calle Divina Pastora 14), krijgen flamencofanaten van over de hele wereld les - onder wie opvallend veel gracieus bewegende Japanse vrouwen. ,,Flamenco leerde mij dat schoonheid van binnenuit komt en hoe fijn het is om je over te geven aan emoties", zegt Van de Noort. ,,Dat merk je voortdurend in Sevilla, waar artiesten elkaar ontmoeten, internationaal uitwaaieren en weer terugkomen. De goede vibes van de Andalusische flamencohoofd stad gaan in je genen zitten. Het is de plaats waar grote, creatieve geesten als Andrés Marin en Israel Galvan hun flamenco revoluties ontketenden." Festival Dé plaats om experimenten in de flamenco te zien en te horen, is het festival La Bienal de Flamenco, dat om de twee jaar (in sep tember) in Sevilla wordt gehouden. Het is de eerste stop die elke flamencoliefhebber maakt. Sinds 1980 verenigt het grootste flamencofestival ter wereld beeldende kunst, literatuur, theater en films met fla mencozang en -dans. De hele stad staat dan in het teken van de opzwepende dans en alle grote namen passeerden er de revue; onder anderen Paco de Luria, Rorio Molina en Enrique Morente. In het winkelstraatje Calle Cuna kun je terecht voor de benodigde attributen als waaiers, schortjes, sjaals, hooggehakte gespschoenen, haarkammen, bloemen, bolletjesjurken en sleepjaponnen. Verkoper Elena, dochter van modeontwerper Loli Vera, heeft hier haar eigen winkel. ,,Tijdens de Feria de Abril (Aprilfeesten, twee weken na Pasen), dansen we hier de hele week en dragen we jurken waarvoor we een jaar sparen." Begin februari (7 t/m 10) vindt de 25ste editie van de Internationale flamenco modeshow SIMOF (Salón International de la Moda Flamenca) plaats. Alle modeontwer pers laten daar hun spectaculaire creaties zien. ,,Mijn moeder showt daar ook haar nieuwste collectie." Wie een unieke jurk van een mode ontwerper wil, kan rekenen op een prijs kaartje van 800 euro. Voor een goedkopere outfit kun je verderop in de Calle Cuna, op nummer 42, terecht in de reusachtige stof- fenwinkel Galerias Madrid, waar ook een afdeling voor betaalbare jurken is ingericht. Speelgoedwinkel Los Reyes Magos (Calle Cunas 18) heeft naast flamencobarbiepop pen met bijpassende kleurige jurkjes een rek vol kindergewaden. In Casa de la Memoria, een bekend cultu reel centrum, óók in deze winkelstraat, treedt vandaag Nederlander Tino van der Sman (44) op. Hij is een van de weinige niet-Spaanse gitaristen die hier werkt. Sinds 1999 woont hij in de stad en zijn laat ste cd Curioso Impertinente noemt hij 'een typische Sevillaanse cd'. ,,Mijn cd is een hommage aan deze stad. Sevilla is, met de steden Jerez en Cadiz, een van de drie be langrijkste plaatsen voor het ontstaan van de flamenco. Sevilla is al jaren toonaan gevend omdat de belangrijkste artiesten hier wonen." Van der Sman raadt aan een kijkje te nemen aan de overzijde van de rivier Guadalquivir, in het westen van de stad. Daar ligt het nieuwe Teatro Flamenco Triana (Calle Pureza 76): ,,Goede artiesten, hoog niveau." Het theater is exclusief voor flamenco en het staat in de zeeliedenwijk Triana, van oudsher de wieg van deze dans. Tot 1970 woonden hier veel zigeuners, die de wijk tot een broedplaats voor flamenco maakten. Op zwoele zomeravonden kun je bij Lola Cazerola (Calle Castilla 36) tot 1 uur 's nachts eten aan de oever met live flamencomuziek tijdens het dessert. In bar Lo Nuestro (Calle Betis 31) kun je terecht voor ongekunstelde flamenco-optredens. Ook heb je er meerdere tablaos: toeristi sche, commerciële flamencoshows waarbij je eet en drinkt. Meerdere flamencoliefheb bers noemen El Arenal (Calle Rodo 7) een aanrader. Interactief museum In het hart van de stad ligt nog het moderne Museo del Baile Flamenco (Calle Manuel Rojas Marcos 3), op vijf minuten lopen van de kathedraal. In dit museum ontdek je, verdeeld over vier verdiepingen, alle dans stijlen, palos in het Spaans. Het flamencomuseum werd in 2006 op gericht door de 72-jarige Christina Hoyos, een befaamde flamencodanseres uit Sevilla. Recent verscheen een boek van haar over de strijd die ze voerde met borstkanker. Daarin schrijft ze: 'Ik verliet slapend de operatie kamer terwijl ik met mijn armen bewoog. Dansen is de beste therapie'. 40 Reizen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 128