P 1 -
I 1ÉÜW -.-fai
waagt en aan het leven begint, is er ook een
groep die blijft hangen. Die op de rand van
volwassenheid blijft staan en toekijkt hoe
anderen springen. ,,Bij hen treedt een soort
bevriezing op, en dat gebeurt - al weten we
niet waarom - vooral bij jongens. Dat ze die
trein bij hun leeftijdsgenoten wél zien rij
den, maakt nog eens extra onzeker.''
Bevriezing, dat is wat ik zie bij mijn zoon
en zijn vrienden die zich op mijn balkon
staan te 'oriënteren'. Dat het echte leven op
hen wacht, vinden ze eerder eng dan leuk.
En dat is niet zo gek, zegt Ahlers. ,,D e we
reld verandert zó snel, het is heel moeilijk
om een plan te maken. Alles wat we nu
weten, is over twee jaar achterhaald. Deze
generatie wordt op school klaargestoomd
voor banen die nog niet bestaan, met tech
nologie die nog niet beschikbaar is, om pro
blemen op te lossen waarvan we de aard en
de omvang niet kennen. We jakkeren kin
deren door het onderwijs heen, dwingen ze
op hun 14de een profiel te kiezen, en leve
ren ze af met een hoofd vol verouderde
kennis en nul levenservaring. Geen won
der dat ze naar de toekomst kijken met een
groot vraagteken boven hun hoofd.''
Oké, er is dus sprake van een pré-lifecri-
sis. En ik begrijp ook dat die onzekerheid
ontmoedigend werkt. Maar dat wil toch
niet zeggen dat je dan maar thuis moet blij
ven om je vuile glazen óp de vaatwasser te
zetten in plaats van erin? Dat je je ouders
tot wanhoop moet drijven met je korte aan
dachtspanne, je gechill en je eindeloze gang
naar de koelkast? Totdat zij dan in vredes
naam maar weer voor jou op vacaturesites
zoeken of je meeslepen naar de open dag
van een school?
Eigen schuld, zegt pedagoog Dijkstra. Dat
onvolwassen gedrag van hun kinderen
hebben ouders voor een groot deel aan
zichzelf te danken. Het wordt veroorzaakt
door ons 'curlingouderschap', een term van
de Deense psycholoog Bent Hougaard, die
verwijst naar de curlingsport. Zoals curlers
de ijsbaan schoonvegen om de steen met zo
min mogelijk weerstand zijn doel te laten
bereiken, zo proberen curlingouders alle
hobbels op het pad van hun kind weg te
poetsen. Dijkstra: „Scripties schrijven,
scooterboetes betalen, kamer opruimen -
ouders zijn geneigd hun kinderen alles uit
handen te nemen. Sommige gaan zo ver dat
ze Citotoetsen kopen op Marktplaats en de
antwoorden in de hoofden van hun kids
stampen. Door de weg voor ze te effenen,
proberen ze hen te beschermen tegen elke
vorm van tegenslag. Allemaal goedbedoeld,
maar met een averechts effect. Want wie
i
niet met teleurstellingen heeft leren om
gaan, is niet toegerust voor het leven. Door
alles te regelen voor je kind, maak je het af
hankelijk - en daarmee bewijs je het op de
lange termijn beslist geen dienst.''
De opvoeder als micromanager, noemt
Ahlers het. ,,Ouders zitten erbovenop. Van
huiswerkklasjes tot jeugdtherapeuten: er
wordt een hele industrie ingezet om aan
onze kinderen te sleutelen. Maar daarmee
creëer je geen zelfstandigheid. Het enige dat
je er in feite mee zegt, is: er is iets niet goed
met je.''
Huiswerkklas: schuldig. Bijles: schuldig.
Therapie: schuldig. Werkstuk schrijven:
18
biologisch