Waar eerst portret van onze koning hing, staat nu ZDF op
15
De Nederlandse missie in Mali komt in mei 2019 tot
een einde. Wat hebben we er in vijf jaar tijd bereikt?
Schrijver Daan Heerma van Voss bezocht zijn
neef in Kamp Castor om het antwoord te vinden.
nlangs ont
ving ik een
briefkaart
van het mi
nisterie van
Defensie. Op
de voorkant:
jeeps die een spoor trokken door
een koperkleurige woestijn. Het
bijschrift: 'Groeten uit Mali'.
Ik wist meteen dat de kaart af
komstig was van mijn neef, voor
de tweede keer op uitzending in
Mali. De tekst bevatte een voor
hem kenmerkende mengeling van
ironie en grootspraak, opgetekend
in een al even kenmerkend hanen
poten-handschrift. 'Ik wacht in de
loopgraaf tot we voorwaarts moe
ten', luidde de eerste zin. 'De vij
and is sterk en onverbiddelijk,
maar we houden stand.'
Uiteindelijk is dat wat de meeste
militairen drijft, of ze dat nou
toegeven of niet: de hoop op hel
dendom. Of, in een bescheidener
variant, de hoop om van nut te
zijn. Koesteren de Nederlandse
militairen in Mali die hoop ook nu
nog, nu ze weten hun missie vol
gend jaar op 1 mei eindigt?
Met die vraag reis ik naar Mali
om mijn neef te spreken, net als ik
in 2015 heb gedaan, toen de missie
nog geen jaar oud was. In mijn
rugzak zit een pakketje van de fa
milie, met pepernoten en een te
kening van mijn nichtje, van rode
bomen en groene wolken.
Zodra ik Kamp Castor word bin
nengereden, staat hij klaar, zijn
huid enigszins gelooid, gebrand
door de zon. Hij heeft een farao
achtige sik, waar de eerste grijze
haren in groeien.
Mijn neefis 33, een jaar ouder
dan ik. Twee levens lang zijn we
goed bevriend. Vroeger brachten
we hele vakanties door in mijn ka
mer. Eindeloos speelden we oor
logje met de poppetjes van mijn
vader, zijn cowboys en indianen,
en met mijn Star Wars-manschap-
pen. In zekere zin zijn hij en ik, op
heel verschillende manieren, het
zelfde blijven doen. Als schrijver
verzin ik nog altijd verhalen, als
militair kent hij nog altijd strijd en
oorlog.
Op zijn achttiende ging hij in
dienst, hij diende in Afghanistan,
en is nu dus voor de tweede keer
in Mali. Tegenwoordig zit hij bij de
Long Range Reconaissance Patrol
Task Group, de LRRPTG, kortweg
de Lurp. De Lurp, die bestaat uit
militairen van de luchtmobiele
brigade, is direct verantwoordelijk
voor het vergaren van inlichtin
gen.
Kamp Castor
Het is een vreemde reünie, die ik
hier beleef. Niet zozeer een weer
zien met mijn neef, besefik terwijl
hij me door het kamp leidt, want
hem heb ik afgelopen jaren vaak
gezien. Het is ook geen hereniging
met de andere militairen die ik in
2015 leerde kennen, die zijn al lang
vertrokken, sommigen zijn niet
eens meer in dienst. Het is een re
ünie met een plaats: Kamp Castor.
Mijn lichaam reageert onmiddel
lijk op de omgeving: binnen de
kortste keren tranen mijn ogen en
krijg ik een bloedneus - dat rode
fijnstof komt overal.
De eerste dag verloopt de reünie
stroef. Ik herken weinig terug van
toen, het kamp is zeker verdub
beld in grootte. In 2015 waren hier
bijna vijfhonderd Nederlandse
militairen. Tegenwoordig zijn het
er nog tweehonderd, tegenover
duizend Duitsers. In de bar, waar
in 2015 nog een portret van onze
koning hing, staat nu ZDF op. Vlak
bij mijn slaapcontainer ('chalet')
staat een stel Duitse militairen
wafels te bakken. Op de vraag
waarom ze dat doen, stellen zij de
wedervraag: „Waarom niet?"
Ook nieuw is het herdenkings
monument op de appelplaats, een
van oud metaal gelaste omtrek van
Mali, ter nagedachtenis aan de vijf
Nederlanders die hier zijn gestor
ven. In 2015 stierf luitenant-kolo
nel Wolter van Thiel een natuur
lijke dood, een hartstilstand. Kapi
tein René Zeetsen en eerste luite
nant Ernst Molinger sneuvelden
vlak voordat ik hier in 2015 landde,
bij een vlucht met een Apache-he
likopter. Korporaal Kevin Rogge
veld en sergeant Henry Hoving
kwamen om in 2016, toen tijdens
een oefening een mortiergranaat
ontplofte.
GO ZATERDAG 22 DECEMBER 2018
Een missie zonder
vaorwaarts
Daan Heerma van
Voss (32) is schrijver
en historicus.
LEES VERDER OP PAGINA 16