Ze hebben hier een verborgen schatkamer. Een kelder met schnapps het Rosengarten-massief zien. Loodrechte wanden, grillige rotsen, scherpe pieken. Door de hevige sneeuwval is er van enig uitzicht echter geen sprake. In het spoor van de sneeuwschoengids loop ik door een sprookjesachtige wereld van sneeuw, bomen, rotsen. Alles omvattende stilte. Daar is ons tussenstation: Hani- ger Schwaige, een alm op 1937 me ter hoogte. De oude houten hut is tijdens het weekend bij veel locals een geliefd doel voor een wandel tocht. De baas serveert dan stevige kost. Maar op doordeweekse dagen, zoals vandaag, is het gesloten. Daar ligt het te afgelegen voor, dan is er te weinig aanloop. Onder een afdak kunnen we onze meegenomen thee drinken met een paar energie- repen erbij. „Heb je gehoord van het geheim van Haniger Schwaige?" vraagt Ar- tur. „Nee? Ze hebben hier een ver borgen schatkamer: de schnapps- kelder. Kijk." Artur graaft in de diepe sneeuw een houten ton uit. Er zit een luikje in. Met zijn hand graait hij in de donkere ruimte en haalt een fles huisgemaakte schnapps tevoorschijn. „Het is een aardigheidje van de Hüttenwirt. Iedereen die passeert, mag een glaasje inschenken. Van het huis." Tijd voor de afdaling. Bij zoveel verse sneeuw was ik graag op ski's terug naar het dal gegaan, heerlijke bochten draaiend door de verse sneeuw. „Wacht maar", zegt Artur. „Straks heb je geen spijt meer dat we op sneeuwschoenen zijn. We gaan niet over de normale route, maar via de vallei van de bergbeek, een soort winterexpeditie." De sneeuw heeft de bedding van de beek in een droomdecor veranderd. De rotsblokken, boom stammen, struiken en keien zijn niet meer van elkaar te onder scheiden. Alles is zacht en rond. De juiste route vinden is lastig. Omdat de bergbeek voortdurend hout en stenen meeneemt in zijn stroom, worden doorgangen ge blokkeerd en paden weggevaagd. Het is een ongekende oerkracht. Zelfs grote rotspartijen kunnen plotseling tientallen meters ver derop liggen. Artur daalt als eerste af, maakt een spoor, zoekt, probeert, keert terug, neemt een andere route. Ik volg en kijk elke tien meter even om me heen. Wat een schoonheid. Bedekt onder de sneeuwlaag vloeit alles naadloos in elkaar over. Zoveel moois had ik op toerski's nooit beleefd. Dan was ik over de almen naar het dal gegaan zonder een ver- moeden te hebben van het moois hier beneden in de kloof. Via een houten brug komen we in de buurt van de bewoonde we reld. Als we de vallei van de berg beek verlaten, een bospad volgen en over de almen het laatste stuk terug naar Tiers lopen, zijn we er stil van. Mijn lichaam voelt moe, maar mijn hoofd is fris en helder. 58

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 153