Zanger Richard zet zijn kunstgebit met Kukiaent vast voor een optreden Tijdens een pauze op onze repetitie avond valt Karei achter zijn drumstel in slaap. „Zware dag gehad, zeker", zegt Bert, onze mondharmonicaspeler, die snel een foto neemt. Lachen man! Ik vind de sla pende slagwerker komisch, maar ook con fronterend. Karei is met zijn 70 jaar welis waar veruit het oudste lid van onze band, toch overvalt me opeens een sterk 'je- wordt-ouder-papa-gevoel'. Natuurlijk, we zijn als vijftigers en zesti gers niet meer de allerjongsten, dat weten we zelf ook wel. Maar als muzikanten tellen we nog mee. Vinden we zelf Elke keer als ik mijn gitaar omhang, voel ik me weer een jonge god. We hebben een strakke gig op het podium en krijgen goeie reacties van het publiek. Dat overigens voornamelijk bestaat uit senioren met grijze paardenstaarten, le ren broeken en tattoos, puntlaarzen en leren vesten, breekbaar dansend op onze tijdloze, uptempo rhythm-and-blues. Mensen als wijzelf, dus eigenlijk. In ons hoofd zijn we nog die blozende knapen van weleer, slank en soepel in onze strakke spijkerbroeken, het haar lang op de schouders. En moet je ons eens zien en ho ren in de oefenruimte: praatjes voor tien, bier, en foute grappen over seks en vrou wen. Beetje wild, weet je wel. Beetje ruig. Beetje vooral niet burgerlijk. Al hebben we inmiddels bijna allemaal keurige banen en een koophuis. Al zijn sommigen van ons inmiddels opa. Al hou den we het liever bij een alcoholvrij biertje, omdat de drank niet meer zo goed valt. Al willen we bijtijds naar huis, omdat het wekkertje morgen weer vroeg rinkelt. Al beginnen de foute seksgrappen een beetje sneu te klinken omdat mannen van onze leeftijd... nou ja. Ooit, lang geleden, begonnen we een band omdat het stoer was en we - dat vooral - indruk wilden maken op de mei den. En omdat het lekker was muziek te maken. Hoe ruiger hoe liever. Dus draai maar open die potmeters, jongens. Zet die overdrives maar op max, laat die Les Pauls en Stratocasters maar gillen door die 150 watt Marshalls. De meiden vonden het prachtig, we waanden ons sterren. F orever young. Moet je ons nu zien: kalend, dikbuikig, verweerd. Dovig, nukkig en krakkemikkig. Zanger Richard zet voor een optreden zijn kunstgebit vast met Kukident zodat het tij dens zijn machtige uithalen niet uit zijn mond vliegt. En de meiden zijn matrones geworden. Wanneer zijn we geworden wat niet langer te ontkennen valt: een ouwelullenband? Een bandje van niet meer heel kakelverse 50-plussers die muziek spelen van hun muzikale helden van toen, voor een publiek dat ook niet meer zo kakelvers is. Met onze muziek - blues, bluesrock en rhythm-and-blues - hoefje bij het jonge, hippe volkje van tegenwoordig niet aan te komen. Het idee van zanger Richard om in studentenkroegjes te gaan spelen, lijkt dan ook eerder ingegeven door een wensdroom dan door de realiteit. Die jongelui zouden ons hooguit beschouwen als een amusante curiositeit: ach, kijk die oudjes nou! En toch. We staan er nog, we spelen nog. Steunend en soms met enige moeite be klimmen we het podium, pluggen we onze gitaren in de versterkers en zetten - nog altijd een beetje zenuwachtig - de rood- oplichtende stand-byschakelaars om. Ready for action. En dan gebeurt telkens weer het wonder. Als de drummer aftikt, de bas zijn bekende twaalf maten bluesloopjes begint te pompen, de gitaren hun oeroude rifjes afwerken, de eerste gruizige solo klinkt en de zanger zijn misschien niet meer zo zui vere, maar o zo doorleefde rauwe bluesstem laat klinken en het publiek begint te dan sen, vallen de jaren weg. Ouwelullenband? Absoluut. Ouwelullen- muziek? Vast. Maar geen groter genot dan die lekkere, simpele, stampende, ruige, hete en voorspelbare ouwelullenmuziek te spe- len met zoveel passie en plezier. Kijk het publiek eens dansen, hoor ze eens juichen! Straks zullen we uitgeput van het podium wankelen, maar nu stroomt de adrenaline door ons bloed. Daarom stoppen we nog lang niet. Daarom gaan we door. Misschien wel tot we erbij neervallen. Let the good times roll. jongens van de band ZATERDAG 22 DECEMBER 2018 27

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 122