'Je bent op
kleuterschool,
draait
driemaal in de
rondte, je kijkt
in de spiegel
en je bent je
vader
geworden'
licht. Beneden drinken twintigers gember
thee en vlierbessentonic, op de verdieping
erboven voelen Niterink en Ederveen zich
steeds meer een vreemde in Amsterdam.
De stad die 'verwafeliseert' door alle Nutel-
lashops, die wordt geteisterd door rolkoffer-
terreur en waar iedereen de godganse dag
op zijn telefoon loopt te koekeloeren.
„In de jaren 80 en 90 had ik het gevoel dat
Amsterdam van mij was als ik er doorheen
fietste", mijmert Ederveen. „Dat je er de
baas bent. Dat is voorbij. Ik heb nu het ge
voel dat ik er gast ben." Niet alleen de stad
is veranderd, hijzelf ook. Fietst hij nu door
de Leidsestraat, dan weet hij hoe hij wordt
gezien: als een oude man. Niterink: „Als je
ouder wordt, scheid je geen feromonen
meer af, hè. Annie en ik joh, niemand ziet
ons meer. Het is echt waar. Je valt gewoon
niet meer op." En als er al eens een man
naar haar omkijkt, is het een oude sok. „Van
mijn eigen leeftijd, zeg maar, hahaha."
Erg? Ach. Er is weinig aan te doen, hè. Wat
wel een beetje beangstigend is, is het tempo.
Ederveen: „Je bent op kleuterschool, draait
driemaal in de rondte, je kijkt in de spiegel
en je bent je vader geworden. Dat is raar."
Hij is ook net zijn vader, zag hij laatst tot
zijn schrik. Zeker als hij zijn snor laat staan
en een pet draagt. „Ik heb het gevoel dat
het verouderingsproces de laatste vijfjaar
ineens heel snel is gegaan, fysiek dan. Ver
gelijk het met de puberteit, een transforma
tie. Ik zit nu in de eindfase." Plechtig: „Ik
ben nu bijna volleerd oude man."
Wat het ook betekent, is gebrek aan ener
gie. „Vroeger maakte ik overdag een pro
gramma, 's avonds ging ik het podium op.
Ik ging uit, en ook nog de bosjes in, en ik
deed het allemaal, ik zou dat nu niet meer
kunnen. Ik heb lange tournees geschrapt,
hoe erg ik die ook mis. En ik loop ook niet
langer mijn lui achterna. Dat scheelt ook
tijd, en energie.
„Als je jong bent, is alles nieuw. Voor het
eerst de sensatie dat je iets proeft, leert fiet
sen, seksuele lust ervaart, noem maar op.
Dat vind ik het moeilijke van ouder wor
den, dat dat minder wordt." Hij schrijft nu
aan een toneelstuk waarin dit thema voor
komt, Zin. „Ik wil daarin gebruiken dat
doodgaan de laatste 'eerste keer' is. Ik moest
denken aan een vriendin. Zij wilde bewust
sterven omdat ze dat proces zo belangrijk
vond. Het had zo'n impact dat ze dat zei!
Jezus, wat een wijf was dat."
Niterink: „Ik ben gaan schilderen. Omdat ik
dat niet kan, is alles nieuw en voelt het als
een overwinning als ik iets maak wat goed
lijkt. Ik vind het echt leuk, dat heb ik nooit
gehad in mijn leven." Ze kijkt naar haar
buurman: „Tekenen is echt iets voor men
sen van onze leeftijd, vind je niet, Ar?" Ar
beaamt: echt iets voor oude lullen.
hoop ballast overboord. Omdat het ze niet
langer interesseert. Zoals televisiekijken.
Ederveen: „Ik herinner me dat ik vroeger
met een stok voor de tv zat, toen had je nog
geen afstandsbediening, dan keek ik twee,
drie programma's tegelijk. We parodieer
den die programma's, dus je moest alles
zien. Do-de-lijk vermoeiend." Niterink
heeft niet eens meer een tv in haar atelier
in Ruigoord, onder de rook van Amsterdam.
„Die Netflixseries. Eerst dacht ik: hiermee
kan ik jaren zoetgehouden worden. Maar
het verveelt. Mensen weten dat nog niet."
Ze zet haar handen rond haar mond en toe
tert: „NETFLIX VERVEELT!" Instemmend
toetert hij terug: „NETFLIX? NETNIKS!"
Mensen willen altijd weten of ze nog iets
samen gaan doen. Misschien als we 94 zijn,
wimpelt Niterink af. „Ik vind het zo'n ge
doe. Ik was onlangs te gast in de show van
hoe heet ze, met die grote ogen, Sanne Wal
lis de Vries. Dan denk ik: o, wat ben ik blij
dat het niet mijn show is." Hij: „Ik wil niks
uitsluiten, maar het hoeft niet zo. Waarom
niet? Omdat we het al gedaan hebben." Zij:
„Als Ar en ik nu waren begonnen, was het
helemaal niet gelukt om op televisie te ko
men. Het zit allemaal dichtgetimmerd. Dan
zou je eerst ook een hele dramatische lijn
moeten schrijven." Hij: „En diverse kampen
overtuigen, netmanagers. Vroeger hadden
wij met één iemand te maken." Zij: „Die zei
dan: doe maar, leuk! Terwijl die ons nog
nooit iets had zien doen."
Er is meer geschrapt van de lijst met bal
last. Sociale conventies bijvoorbeeld. Niet
langer komen opdraven omdat dat zo nodig
moet. Ederveen: „Ik voelde altijd al verzet,
ik ben iemand uit het autistische spectrum,
ik ben verlegen, je moet sociaal zijn - daar
ben ik mee gestopt. Ik geef er nu aan toe dat
ik mensen gewoon niet echt leuk vind. Ik
weet dat ik met ze door één deur moet,
maar liever zou ik met een grote boog om
hen heen gaan."
Niterink knikt. „Ik kan nog steeds heel
verlegen zijn en onhandig, en daardoor on
zeker. Maar het is zeker minder geworden.
Ik trek me ook minder van anderen aan.
Toen ik in de overgang zat, dacht ik: als ik
nu maar niet ga zweten, en dan ga je na
tuurlijk zweten. Nu zeg ik gewoon hardop
dat ik een opvlieger heb en dan komen
mensen met zakdoekjes aanlopen." Hij,
geïnteresseerd: „Heb je nog opvliegers,
Tos? Ik zou graag eens willen ervaren hoe
dat voelt." Zij: „Ik dacht eens dat de stoel-
verwarming van de auto aanstond. Maar
ik heb helemaal geen stoelverwarming."
Waar ze echt van opkikkert, zegt Nite
rink, is wandelen. En dan niet van huis naar
de bakker en terug, maar dwars door Bulga
rije, ofTurkije, Korea, India, Spanje. Dit
voorjaar vertrekt ze met Annie naar de Sa
hara, lopen met kamelen. In de rugzak zit
een laptop om columns te tikken. Nu en
dan resulteert dat in een boek, zoals on
langs De Poncho must go on het levenslicht
Vou win some, you lose some. Er kan een
ZATERDAG 22 DECEMBER 2018 13