9
EDIEREN
oortje. Die allereerste cellen die
zich ontwikkelen, kunnen één
ding heel goed: horen. Zo vinden
ze een geschikte schuilplaats of
een stukje vaste bodem waaraan
ze zich kunnen vasthechten. Of ze
mijden juist gevaarlijke plekken.
Vroeger dachten we dat dit 'zoöp
lankton' maar een beetje in het
water drijft, maar nee: het luistert.
Bijvoorbeeld naar knisperende ge
luiden van garnalen, want die zit
ten vaak op rotsen."
Het is volstrekt duidelijk dat het
lawaai van de mens dit soort pro
cessen doorkruist, zegt Slabbe-
koorn. Sinds twee jaar leidt hij een
We weten nu dat
vissen reageren op
geluiden alsof er iets
engs gebeurt
groot, internationaal onderzoek
naar bioakoestiek, onder meer in
de haven van Kamperland en bij
de onderzoeksfaciliteiten van
Stichting Zeeschelp. Buiten en in
bassins bestudeerden de onder
zoekers krabben, garnalen, kabel
jauwen, grondels, schelpdieren en
bruinvissen. „De bruinvis (foto
rechts, red.) is een van de kleinste
walvisachtigen en heel gevoelig
voor geluid. Hij eet heel veel kleine
visjes. Die vangt hij met geluid.
Als dat proces verstoord wordt,
kunnen ze snel achteruit gaan",
zegt Slabbekoorn.
Rond het Belgische windmolen
park Belwind werden 57 kabeljau
wen gevangen en van een zender
tje voorzien. „Ze zijn op het schip
geopereerd en teruggezet. Bij het
windmolenpark plaatsten we ont
vangers die hun gedrag vastleg
den. In oktober heb
ben we de ontvan
gers boven water
gehaald. We
weten nu
in ieder
geval al dat 37 vissen daar
nog lange tijd hebben rondge
zwommen. Van die vissen kunnen
we nu de data gaan analyseren:
hoe gedroegen ze zich, hoe re
ageerden ze op geluid?"
Voor de kust bij Rotterdam wor
den regelmatig bommen uit WO
II opgevist. Op zee brengt de Ex
plosieven Opruimings Dienst ze
tot ontploffing. „Meer dan hon
derd per jaar", weet Slabbekoorn.
„Die ontploffingen zijn de hardste
knallen die we maken op de
Noordzee. Als een bruinvis daar
dichtbij zit, wordt hij doof. Tijde
lijk of blijvend, gedeeltelijk of he
lemaal. Op jaarbasis worden zo
800 tot 8000 bruinvissen doof,
weten we. Bruinvissen moeten
echter horen om te eten. Ze tasten
hun omgeving af met klikachtige
geluiden. Voor een dove bruinvis
betekent doof dus problemen met
eten vinden en
vangen en wellicht de dood."
Wat doen de geluiden van men
sen met vissen? Tot 2008 was dat
een vraag die vooral natuurbe
schermers en onderzoekers inte
resseerde. Maar in dat jaar kwam
er een Europese wet: mensen die
lawaai maken op zee, moeten kij
ken of dat schade oplevert voor het
onderwaterleven. En dat voorko
men. Wat daarbij meespeelt, is dat
geluid zich onder water vijf keer
sneller voortplant dan in de lucht.
Scheepvaart maakt min of meer
continu lawaai. Daar schrikken
vissen niet zo van, maar het mas
keert wel geluiden waarin ze geïn
teresseerd zijn, zoals de
beurt. Ze stoppen met wat ze
doen. Een mossel sluit zijn schelp
en schiet in de stress; hij maakt
chemische stoffen aan. Als hij zijn
schelp weer opent, duurt het even
voor hij die kwijt is en weer gaat
eten. Minder eten betekent min-
lokroep
voor het paaien,
geluiden van een prooi of juist van
een roofdier. Dan zijn er nog de
harde klappen van het heien voor
een windpark of van seismisch
onderzoek. Slabbekoorn: „De
zwemblaas kan klappen van een
heiklap of een seismisch luchtka-
non. Zo'n kanon maakt een soort
geluidsfoto van de onderwaterbo
dem. Schepen brengen zo de bo
dem in kaart voor olie- en gaswin
ning of windmolens, of om kabels
te trekken." De klappen storen,
verjagen en zorgen voor stress.
Voor dieren dichtbij kan het zelfs
een directe dood betekenen door
inwendige bloedingen of ge
scheurde organen.
Strafbaar
Nu de wet aantasting van het eco
systeem strafbaar stelt, willen de
oliemaatschappijen graag weten:
wat is de invloed van het seis
misch onderzoek op vis? Het on
derzoek in Kamperland moet die
vraag gedeeltelijk beantwoorden.
„We weten nu dat vissen reageren
op geluiden alsof er iets engs ge-
Per jaar worden
tot 8000 bruinvissen
doof door opruimen
WOll-bommen
der groei, minder weerstand en
grote gevoeligheid voor parasieten
en infecties. De mossel zit bene
den in de voedselketen. Gaat het
niet goed met de mossel, dan heeft
dat invloed op alles daarboven."
Bij de opgeviste kabeljauw wa
ren er opvallend veel met een
zieke lever. „Waarom weten we
niet, het kan zijn omdat dit de
meest zuidelijke rand is van hun
leefgebied, maar ook doordat hier
voor de kust feitelijk een onder
water-Randstad ligt. Overal men
selijke activiteit: kustbebouwing,
vrachtverkeer, visserij, recreatie
vaart, sportvisserij, windmolen
parken, de Maasvlakte.
Hans Slabbekoorn coördineert
het onderzoek, waaraan verder
nog vier promovendi (waaronder
Jeroen Hubert en Annabelle Kok)
van de Universiteit Leiden wer
ken, maar ook specialisten van
mariene instituten in IJmuiden en
Oostende, een geluidsexpert van
de universiteit van Georgia en
een Canadees bedrijf
dat gespeciali
seerd is in het
meten van on
derwatergeluid.
Een staf bij Wageningen
Universiteit, in Leiden en Oos
tende zorgt voor administratieve
ondersteuning.
Vorig jaar vonden al een aantal
pilots plaats in de Jacobahaven bij
Kamperland. Het onderzoek
(waarvoor 2 miljoen beschikbaar
is) wordt uitgevoerd in opdracht
van internationale oliemaatschap
pijen, waaronder Shell, en de seis
mische industrie die de onderwa
terbodem voor de oliemaatschap
pijen in kaart brengt. „Ik heb ze er
van overtuigd dat we in Zeeland,
met de Jacobahaven en de Noord
zee voor de deur en de Zeeschelp
als uitvalsbasis, de ideale situatie
hebben voor dit onderzoek. Van
wege de Oosterscheldekering heb
je hier voor de deur de sterkste
stroming van heel Nederland.
Zelfs Rijkswaterstaat gaat hier zel
den het water op. Daardoor is de
Jacobahaven een haven zonder bo
ten; dat is een unieke situatie. We
konden hier in alle rust een onder-
zoekseiland bouwen, midden in
de haven."
Het werk in Kamperland zit er
nu op. Het onderzoeksmateriaal is
klaar voor transport. „We hebben
enorm veel data verzameld. Die
gaan we nu analyseren", zegt Slab
bekoorn zichtbaar tevreden.
donderdag 20 december 2018
GO
- Hans Slabbekoorn,
onderzoeker
- Hans Slabbekoorn