Slavendrijvertje
EGBERT JAN
Zijn vrouw is bij hem weg en zijn kinderen
zijn het huis uit, maar dat betekent niet dat
Egbert Jan thuis alleen is.
Mark: „Met een lening met 10 procent
rente duurt het zeven jaar langer voor je
je schuld hebt afgelost."
Suzanne: „Dat we allebei een auto heb
ben, is noodzakelijk. We hebben drie
kinderen en Mark zit voor zijn werk
veel op de weg. We kopen auto's wel
altijd tweedehands."
Mark: „Voor de kinderen kopen we ook
veel tweedehands."
Suzanne: „Ik vind het enig om koopjes
te zoeken, je bespaart zo ook veel."
Mark: „Een tijd geleden stond er een
doos met kinderkleding bij de voor
deur, anoniem. Zo lief, we weten niet
wie ons die heeft gegeven."
Suzanne: „Ik vind het geen enkel pro
bleem als mijn kinderen tweedehands
kleren dragen. Positiekleding kocht ik
op Marktplaats. Aan kleding voor me
zelf geef ik jaarlijks ongeveer 300 euro
uit."
Mark: „De laatste paar maanden heb ik
weer kleding gekocht, nadat ik een jaar
of acht niets nieuws had aangeschaft. Ik
geef nu weer zo'n 100 euro per maand
aan kleding uit. Laatst kocht ik een
najaarsjas bij de Aldi voor twee tientjes.
Aan boodschappen geven we ook niet
veel uit. Warm eten neem ik, logisch,
uit mijn eigen bedrijf mee."
Suzanne: „Ik denk dat ik zo'n 70 euro
per week aan boodschappen uitgeef."
Mark: „We doen geen gekke dingen en
zijn behoudend. Je kunt overal wel een
saucijzenbroodje en koffie halen, of een
flesje Spa Blauw, maar dat loopt op.
Mijn moeder zei altijd: 'Koffie drinken
we wel thuis'. Daar ben ik het mee eens.
Mede door dat soort uitgaven te vermij
den, hebben we geen geldzorgen."
Suzanne: „Je uitgaven lopen met die
kleine aankopen op."
Mark: „Zo'n lening was jij nooit aan
gegaan als we de auto samen hadden
gekocht."
Suzanne: „Mark denkt langer na over
grotere aankopen. Pas als hij iets na een
tijd nog wil, en er zeker van is dat er
geen beter alternatiefis, koopt hij het."
Mark: „Ik heb daardoor vrijwel nooit
een miskoop en financieel gaat het
goed. Het draait niet om hoeveel je ver
dient, maar om hoeveel je uitgeeft."
Karatekatje! Mijn huisgenoot
is bijna 17, Adje, een klein katje
dat de dierenarts aanduidt met
'trecolore', driekleur. Alle klein-
formaatkatten met drie kleuren
zijn vrouwelijk, zegt ze. Wist ik
niet. Wel dat Adje vrouwelijk is
natuurlijk.
Kattenbakkertje! Overal is ze bij
geweest. Opgroeiende kinderen,
voorspoed, vreugde, verdriet,
ruzies, verbouwingen, verzoe
ningen, verhuizing, lachbuien,
moeilijke gesprekken, scheiding,
buien van vraatzucht, geflikflooi
op de bank (lang geleden), einde
loze werksessies, binge watching,
verjaardagspartijen en regen
achtige middagen van eenzaam
heid. Ze is altijd dezelfde geble
ven. Nooit een slecht humeur,
altijd in voor uitwisseling van
vriendelijkheden.
Klotekatje! Ze overleefde vier
andere katten, waaronder broer
Otje, die onder een rijdende auto
probeerde door te lopen. Twee
andere, diep betreurd, keerden
op respectieve zwarte dagen niet
meer terug, de vierde kwam op
een onheilsuur binnen met een
gebroken ruggengraat. Adjes
jachtgebied werd nooit ruimer
dan vier tegels op de achterplaats.
LuizenmoedertjeNou ja, jacht
gebied. Mussen en mezen vliegen
weg als ze haar over die tegels
zien sluipen, maar Adje heeft van
haar leven nimmer een mus of
een muis gevangen. Wel mept
ze soms naar een vliegje.
Snollebolletje! Vaak gaat ze pre
cies als het voor mensen bedtijd
is met grote zwarte pupillen bij
de achterdeur zitten. „Zo, gaan
we op jacht?" zeg ik dan. Haastig
naar buiten, tien seconden later
krabt ze aan de deur. Dat noemt
zich roofdier.
Brandneteltje! Ze is populair bij
iedereen die mijn huis betreedt.
Zo schattig, zo knuffelig, nooit
eenkennig. Vriendinnen van
dochter Fenna komen in mijn
afgelegen dorp langs speciaal
om Adje te zien - met Fenna er
bij natuurlijk. Zelf vind ik haar
ook erg lief, vooral als ze slaapt.
De liefde voor mensen wil wei
eens wat slijmerig uitpakken.
Adje-katje! In Adjes eerste
levensjaren ontwikkelde ik de
gewoonte haar met een hoog
kopstemmetje te roepen, mede
om lollig te doen voor de kinde
ren. Eerst was het Adje-katje! Ge
leidelijk ben ik dat gaan variëren,
wat ik doe tot op de huidige dag.
Altijd komt Adje er dan aan,
staart omhoog, blije blik. Wat
ik ook roep.
Kutteklappertje! Dat riep ik
laatst toen het dier, een unicum,
tóch de straat op was ge
lopen. Twee buurvrou
wen bleken vlak achter
me te staan. Die is niet
snik.
Adje heeft moeite
om op de ven
sterbank te
springen. Ze
wordt oud.
Niet aan
denken.
Ook meedoen? Stuur een mail
naar geldengeluk@persgroep.nl
Egbert Jan Riethof (64) is journalist. Hij heeft een
dochter (26) en een zoon (23). Egbert Jan woont in
z'n eentje in een huis met drie verdiepingen.
ZATERDAG 15 DECEMBER 2018