'Toeristen moeten beseffen waar ze zijn. Je kunt niet in badkleding langs eeuwenoude palazzi lopen' In zijn langverwachte grote roman Grand Hotel Europa neemt llja Leonard Pfeijffer (50) het fenomeen massatoerisme op de hak. „Het is een ingewikkeld probleem. Neem Venetië: de stad gaat eraan kapot, de ziel is eruit. Maar wat is het alternatief?" We staan op het Piazza San Marco in Venetië, waar Grand Hotel Europa ten doop wordt gehouden. De dagen van de grote overstromingen zijn voor bij, maar het water staat nog steeds hoog. Schrijver llja Leonard Pfeijffer staat er, gekleed in een blauw pak en zwarte wollen cape, ademloos naar te kijken. Acqua alta noemen de Italianen het hoge water dat de stad bij tijd en wijle teistert. Op het plein liggen nog wat diepe plassen. Toeristen met gekleurde zakken om hun benen lopen er door heen en maken foto's. „Verbijsterend", zegt Pfeijffer, ter wijl hij de drommen toeristen in ogen schouw neemt. Later, op een terras in een rustig deel van Venetië, verbaast hij zich er nog steeds over. „Het is bijna pervers. Dat hoge water is een enorm probleem, een nachtmerrie voor inwo ners en winkeliers. Het is ook een structureel probleem dat steeds erger wordt omdat de stad verzakt en de zee spiegel stijgt: een vrij fatale combina tie. En nu is acqua alta een toeristische attractie. Dat is ramptoerisme." llja Leonard Pfeijffer koos Venetië niet voor niets als plek om te praten over zijn nieuwe boek. De stad speelt een prominente rol in Grand Hotel Europa. „In de eerste plaats is het een roman. Ik vertel een verhaal dat zich afspeelt op twee momenten in de tijd. De ik figuur verblijft in het nu in het Grand Hotel Europa, en vertelt in flashbacks over een tragische liefdesgeschiedenis. Maar ik heb ook een roman geschreven die meer wil zijn dan alleen het ver haaltje. Een roman die het denken over bepaalde thema's probeert te stimule ren. Toerisme, de toekomst van Eu ropa, de Europese identiteit, nostalgie, migratie. Die thema's zijn met elkaar verknoopt." Terwijl het geluid van rolkoffer- tjes een constante achtergrondruis produceert, vertelt de schrijver dat Grand Hotel Europa, waarin hij het toe risme geregeld op hilarische wijze op de hak neemt, niet alleen als een aan klacht gelezen mag worden. „Dat is te eenduidig. Zeker, grote de len van de roman zijn een aanklacht. Toeristen in korte broeken moeten be seffen waar ze zijn. Je kunt niet in bad kleding langs al die eeuwenoude pa lazzi lopen. Dat is een belediging. De dichter Boutens trok een rokkostuum aan en zette een hoge hoed op als hij een Griekse dichter ging vertalen. Zo hoort dat. Maar ja, Boutens lezen ze ook niet meer." Hij trekt zijn cape nog eens goed om zich heen. „Toerisme is een ingewik- 32 Lezen 'Europa wordt één groot vakantiepark' TEKST MAARTEN MOLL FOTO'S MARC BRESTER

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 120