Het verhaal achter Stille nacht Het meest vertaalde en gezongen kerstlied ter wereld is Stille nacht, heilige nacht. Op kerstavond 1818 klonk het voor het eerst in een kleine dorpskerk in Salzburgerland. Dat 200-jarige bestaan viert Oostenrijk dezer dagen met exposities, evenementen en speciale trips. Sneeuwvlokjes dwarrelen op het Stille Nacht Museum in Oberndorf, vlakbij Salzburg in de Oostenrijkse deelstaat Salzburgerland. Het is er rustig, ingetogen; de permanente expositie over de makers van Stille nacht, de tijdgeest van begin 19de eeuw en het dorpsleven in die tijd, komt bescheiden en prettig over. „Joseph Mohr schreef het gedicht, de tekst van het latere lied, in 1816", vertelt Lisa Müller, die het bezoek rondleidt. „Na de Napoleontische oorlogen lag Europa in puin. Er heersten armoede en hongersnood. Mohr, een hulppriester van 24 jaar, propa geerde broederschap en verbondenheid. Hij wilde de mensen moed inspreken." In 1816 kende Europa geen zomer; daar over hoor je niet vaak. In april 1815, kort voor de Slag bij Waterloo, had de zwaarste vulkaanuitbarsting tot dusver ooit gemeten plaatsgevonden. Dat was in Nederlands- Indië, op het eiland Sumbawa. De asregen die de Tambora uitspuwde, verspreidde zich over grote delen van de aardbol en beïnvloedde het klimaat drie jaar lang. In Europa bleef het in 1816 donker en koud, het regende aanhoudend. Müller: „Sombere tijden. Oogsten mislukten, er was onzeker heid, verwarring. Mohr woonde toen nog in Mariapfarr. Daar schreef hij die zes simpele coupletten." Op een paneel zitten knopjes waarmee je diverse uitvoeringen kunt beluisteren. In verschillende talen, met koor, zonder, met orkest of alleen orgel. „Dit is de meest pure", zegt de gids. Helder klinkt twee stemmig mannengezang, begeleid door gitaren. Briljant in z'n eenvoud, dit lied, weemoedig en toch hoopvol. Lisa Müller: „Het heeft iets van een slaapliedje. Er is een theorie dat het zo ook is bedoeld, als een wiegelied voor de pasgeboren Jezus." Theorieën genoeg, maar veel is er niet bekend over de wording van het lied, dat in een paar decennia, zonder Facebook of Instagram, met zelfs nog nauwelijks kranten, de wereld zou veroveren. Joseph Mohr (1792-1848) werd in 1818 in Oberndorf als hulppriester aangesteld, en pas toen be sloot hij de regels op muziek te laten zetten. Daarvoor vroeg hij onderwijzer, koster en organist Franz Gruber (1787-1863). Die woonde in Arnsdorf, 4 kilometer verderop. De school staat er nog, met de werkkamer en het bureau waaraan Gruber de onsterfe lijk geworden muziek schreef. Het is nog steeds een school, maar ook deels een mu seum, een van de liefst dertien Stille nacht- locaties. Beheerder Max Gurtner laat de werktafel zien. „De kamer waarin Gruber werkte is gewoon in gebruik, want die hoort bij de school. Hij heeft later meer muziek gecom poneerd, maar die is nooit erg bekend ge worden." Een eenmalige explosie van genie leidde tot die eerste uitvoering op 24 december 1818. Het verhaal gaat dat Joseph Mohr kort voor die dag ontdekte dat het orgel van de Sankt Nikola Kirche in Oberndorf niet goed werkte. Een muis had een van de balgen Meer dan een kerstlied TEKST EGBERT JAN RIETHOF ILLUSTRATIE ANNE STALINSKI ZATERDAG 15 DECEMBER 2018 29

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 117