'Of er een hemel is? Ik verwacht het niet. Maar ik hóóp het wel' voor het eerst echt ellende heb gezien. In Moldavië zat een oud vrouwtje in haar ei gen poep en pies, in een stinkend, lekkend huis, met niet meer dan een droge korst brood. En die vrouw huilt en vraagt mij: help me alsjeblieft, ik ben helemaal alleen. Toen ik daar stond, in dat huisje bij die vrouw, dacht ik: dit is óók de wereld. Je kunt het zien op tv, maar als je er staat, het ruikt, het hoort, de tranen in de ogen van dat vrouwtje ziet. Terwijl ik het vertel, lopen de rillingen me over de rug. Het be staat gewoon, op drie uur vliegen van hier. Natuurlijk, wij maken televisie. Maar ik kan op zo'n moment onmogelijk zeggen: we hebben de beelden, we vertrekken. Dan zou ik mij de ogen uit mijn kop schamen. Wat ik dan doe? Dan zeg ik tegen iemand uit ons team: je zorgt nu dat die vrouw een kachel krijgt. En eten. En kleren. En dat het huisje gerenoveerd wordt. Ik heb ook wei eens mijn jas weggegeven, of mijn das, schoenen of handschoenen. In het hotel heb ik echt nog wel wat anders in mijn koffer dat ik kan aantrekken. Dit is nog maar één voorbeeld, ik zal je straks nog meer vertellen. Ook al kom ik zes, zeven keer per jaar in Moldavië, die ellende went niet. Hoe be staat het dat bij ons couveuses worden afge schreven die in Moldavië nog gewoon het verschil maken? De arts liep met mij over de kraamafdeling en wees de baby's zo aan. 'Die, die en die waren er zonder jullie hulp niet meer geweest.' Bestaat er een God? Ik vraag het me op ZATERDAG 8 DECEMBER 2018 11

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 99