in diepe boorgaten Dit zegt de wetenschap Genieten van aaien is dieren eigenlijk maar aangeleerd Eureka!'Clubs' goed voor integratie Aaien zorgt ervoor dat endorfine vrijkomtbij zowel mens als dier' 23 Klei en zout kunnen scheuren en er kan water bij komen nent op te slaan in zoutkoepels (Friesland, Gro ningen of Drenthe) of kleimijnen (Friesland, Brabant of België) op 500 tot 800 meter diepte. Dat zal op z'n vroegst pas vanaf 2130 gebeuren. Volgens Van de Vate duurt dat veel te lang. Daarom presenteerde hij met enkele experts in mei een alternatief plan 'voor de eeuwigheid'. Hij adviseert hoogradioactief afval op te slaan in containers, in drie boorgaten op 5 kilometer diepte onder de grond bij Borssele, waar de kerncentrale in 2033 zal sluiten. Tussen de con tainers komen lagen beton. „Je hoeft dan niet meer te zoeken naar ge schikte plekken met zoutkoepels of kleilagen, die de juiste isolerende eigenschappen hebben en mijnbouwtechnisch haalbaar zijn", zegt Van de Vate. „Het laag- en middelradioactieve afVal kun je 20 meter onder de grond begraven in bunkers met een dikke zandlaag eroverheen. Dat zou ik bij Urenco doen, want daar komt het vandaan." De opslag in gesteente in diepe boorgaten is volgens de bedenkers veilig (grote diepte), snel aan te leggen (binnen 30 jaar) en goedkoper (1 miljard euro) dan de zout- en kleimijnen. Bo vendien roept de oplossing van Covra, opslag in zogeheten 'Boomse klei', vragen op. Deze slecht doorlaatbare kleilagen op honderden meters diepte, ongeveer 30 miljoen jaar gele den gevormd, zijn lang niet zo hard als Fins graniet. Sommige deskundigen denken dat kernafval door scheuren in de klei in het grondwater terechtkomt. „Klei zit op verschillende dieptes", zegt Van de Vate. „Daar kunnen altijd scheurtjes in zitten. Zout kan ook scheuren en er kan water bij ko men. Op 5 kilometer diepte is de isolatiecapaci teit veel minder afhankelijk van het gesteente. Er is daar geen water, geen beweging, het is er alleen lekker warm." Op één argument in het rapport moet Van de Vate wél terugkomen. Dat zijn plan op weinig maatschappelijk verzet zal stuiten. Na de pre sentatie stroomden de woeste mails uit Zee land binnen. Ook bij milieuorganisaties groeit het verzet. Van de Vate: „Het vinden van een locatie in Nederland is al veertig jaar een on mogelijke opgave. De angst voor kernafval zit er, terecht natuurlijk, diep in." Van de Vate pleit voor een haalbaarheidson derzoek op korte termijn. Maar het kabinet wil pas rond 2100 een besluit nemen. De urgentie is niet groot, omdat het nog minstens een eeuw 'goed' ligt bij Covra. Veel te laat, vindt Van de Vate. „Dat kun je niet maken naar de volgende generaties. De politiek wil haar vin gers er niet aan branden. Je weet pas of het haalbaar is als je op die plek onderzoek doet. Boor een proefgat, zoek samenwerking met an dere landen en probeer geld te krijgen van Brussel. Misschien moet het kabinet, zoals in Duitsland, zeggen: we stoppen helemaal met kernenergie. Dat kan helpen om bewoners en milieubewegingen mee te krijgen voor zo'n eenmalige oplossing." De hond gaat ervan kwispelen, de kat gaat ervan spinnen: aaien. Hoe komt dat? Katten snorren tevreden als ze achter de oren worden gekrabd. Honden laten zich blij kwispelend over de borst wrijven. En ook mensen strelen elkaar graag. Maar waarom vinden dieren het fijn om geaaid te worden? „Aaien zorgt ervoor dat endorfine vrijkomt, bij zowel mens als dier", verklaart gedragsbioloog en hoog leraar diergeneeskunde Claudia Vinke van Universiteit Utrecht. „Dat is een lichaamseigen opiaat dat een fijn gevoel geeft. Het stre len van een zachte vacht veroor zaakt in zekere zin een high." Behalve endorfine wordt tijdens het aaien ook oxytocine aange maakt. Dit hormoon verlaagt stress en daarmee de bloeddruk en hartslag. Dat werkt rustgevend en zorgt voor een gevoel van verbon denheid tussen baasje en beest. Toch zit niet ieder dier op een kie telende hand te wachten. Dieren die niet aan mensen zijn gewend, vinden het doorgaans onprettig om geaaid te worden. Het ontvan gen van menselijke aandacht en affectie moet daarom op vroege leeftijd worden aangeleerd. „Voor een puppy ligt de socialisa- tiefase tussen de drie en twaalf weken", vertelt Vinke. „Binnen die termijn is het belangrijk dat het dier veel mensen ontmoet en vaak wordt aangeraakt. Gebeurt dat niet, dan krijg je een hond die weinig opheeft met het geaai en gegraai door mensenhanden." Kittens hebben een krappere soci- alisatiefase: vanaf tweeënhalve week tot zeven weken. Volgens Vinke is dat geen probleem, zo- lang de fokker maar aandacht aan ze besteedt. „Zo niet, dan kun je met veel moeite nog iets bereiken, maar de kat is dan vaak eenkennig en niet happig op aanraking." En hoe zit het met andere huisdie ren? Vinden reptielen of vogels het ook fijn om geaaid te worden? „Van reptielen weet ik het niet", zegt Vinke. „Maar een gedomesti ceerde vogel zoals de kip zou na een intensief socialisatieproces best tot knuffeldier kunnen trans formeren. Dat betekent wel dat je een kuiken in huis moet nemen." Wat is de beste manier om een dier te aaien? Een hond of kat kun je beter niet over de bol aaien, zegt Vinke. „Dat ervaren ze als bedrei gend. Honden en katten vinden het prettiger om minder direct be naderd te worden. Bijvoorbeeld met een kriebel onder de kin of over de borst." Nog beter is het om een dier zelf te laten bepalen of het geaaid wil worden. Vinke: „Een hond die aangehaald wil worden, laat een brede, ontspannen kwispel zien. Een hond die dat niet wil, doet zijn staart naar beneden, legt de oren in de nek en kijkt weg." Kleinere huisdieren zoals fretten, konijnen, cavia's en hamsters kun je een hoop stress besparen door ze juist niet te aaien. Vinke: „Dat zijn meestal prooidieren. Grote handen die in een kooi grijpen, lij ken van onderaf op een neerda lende roofvogel. Veel kleine knaagdieren zijn daarom beter ge schikt als kijkdieren, net zoals vis sen in een aquarium. Die aai je ook niet." dam onderzochten we et nische organisaties in de stad. Op basis van dit on derzoek konden we een netwerk maken van orga nisaties, waarbij de pun ten in het netwerk de or ganisaties zijn en de lij nen personen met een dubbelfunctie: mensen die bestuurslid zijn in meerdere organisaties. Terwijl de data op mijn kantoor uit mijn compu ter rolden, viel ik stil. Er bleek een relatie te zijn tussen de structuur van de netwerken en de mate van politieke integratie. Hoe meer mensen aan or ganisaties waren verbon den, hoe groter de poli tieke integratie. 'We heb ben nu echt iets te pak ken', zei ik tegen mijn col lega-onderzoeker Mein- dert Fennema. Dat bleek wel: het is mijn meest ge citeerde artikel ooit. Met de kennis van toen, maar ook zeker met actuele kennis, snap ik dat dit soort organisaties integra tie bevorderen. Als je bijvoorbeeld maat schappelijk actief bent, dan leer je op te komen voor eigen en algemene belangen, dan leer je te onderhandelen en afwe gingen te maken en be slissingen te nemen. Dat zorgt automatisch voor vertrouwen in de politiek en voor integratie." -Jim Jansen „Bij etnische organisaties is de sociaal-culturele identiteit de bindende factor. Mensen van een bevolkingsgroep komen samen om elkaar te ont moeten, te sporten, of om politieke of religieuze re denen. Zo zijn er honder den organisaties met Turkse, Marokkaanse, An tilliaanse en Surinaamse banden. In de jaren 90 on derzocht ik of lid zijn van zo'n organisatie invloed heeft op bijvoorbeeld de politieke integratie. Onze conclusies zijn anno 2018 behoorlijk politiek incor rect, want zo'n lidmaat schap is juist goed voor de integratie. In opdracht van de gemeente Amster- Wetenschappers vertellen over hun eurekamoment. Dit keer Jean Tillie (57), hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. GO ZATERDAG 8 DECEMBER 2018 Kijk op de site bij /wetenschap Klimaatwetenschapper Heieen de Coninck over kernenergie Kijk op de site bij /wetenschap FOTOSHUTTERSTOCK KAJ VAN ARKEL Ook een vraag? wetenschap@persgroep.nl 1 samenwerking met N6WSCi6fltiSt en met jf vat/nederland Wetenschap wordt gemaakt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 71