f&M 5 mwm. 'Opa vertelt wel eens over vroeger, hij heeft nog met paarden gewerkt Opa Jan vond het wel mooi, dat ook zijn kleinzoon boer wilde worden. „Maar ik had ook zorgen. Je ziet de schaalvergroting doorzetten. Hoe moet dat hier, met dit kleine stukje land? Vroeger leefde je met een gezin van tien hectare. Nu red je het al niet meer met vijftig. Met al die machines is er ook steeds minder werk." De liefde voor landbouw is bij Tim nooit gekomen: hij is mediavormgeving gaan studeren. Hij baalt er wel eens van als aan tafel wéér een discussie los barst over het nut van ploegen. Roel, inmiddels 22, zit in het maatschap met zijn vader. Maar hij laat zich ook inhuren door andere boeren, net als zijn vader. „Zo pik ik overal dingen op om van te leren. Opa vertelt wel eens over vroeger, toen je met een groep mensen het land op ging. Hij heeft zelfs nog met paarden gewerkt. Prachtige verhalen. Maar ik vind die moderne techniek ook mooi. Een trekker is een rijdende computer geworden. Als boer ben je tegenwoordig procesoperator." En de boerderij, dat is vandaag de dag een bedrijf in een web van regels en wetten. Jan is blij dat hij dat niet meer hoeft mee te maken. Toch constateert hij tevreden dat het goed gaat met het bedrijf dat hij ooit is begonnen. „Ik kom nog elke dag kijken. Er is altijd wel wat te doen. Ik heb zo mijn vaste loop rondjes. Veel is veranderd. Maar heel veel dingen zijn ook gewoon hetzelfde gebleven." hele toestand met het melkquotum zijn we rede lijk doorgekomen. Omdat we ruimte over hadden, hebben we er vleeskoeien bij gezet. Blonde d'Aquitaines. En we hadden ook nog wat akker bouw. Graan, bieten, zo nu en dan aardappelen. De schapen niet te vergeten. Het ging goed, maar we zagen wel dat we er niet allebei een fatsoen lijke boterham uit zouden halen." Knecht In diezelfde tijd stapte de buurman, van vijfhon derd meter verderop, op Wilbert af. Of die niet ook voor hem kon komen werken. „Drie dagen in de week. Trekkerwerk. Als knecht zeg maar, agra risch medewerker of hoe je het ook noemen wil. Die drie dagen werden er al gauw vijf. En dan werkte ik ook nog hier, met mijn vader." Inmiddels was ook Wilbert getrouwd. Met Elvira, die zeifis opgegroeid op een boerderij in Nisse. „Vlak in de buurt, zou je denken, maar we hebben elkaar ontmoet in discotheek Discolove in Kloos- terzande", vertelt zij. „Daar ging je in die tijd op zondag naartoe, met het pontje van Kruiningen naar Perkpolder." Na hun trouwen werden twee zonen geboren: Roel en Tim. Wilbert bleef werken bij de buurman, maar ook de boerderij met zijn vader draaide door. Er kwa men steeds meer schapen, maar de koeien gingen weg. „Het was of uitbreiden of ermee stoppen", vertelt Jan. „We kozen voor het laatste. Geen ge makkelijk besluit als je je leven lang tussen de koeien hebt gelopen. Ik zie ze nog wegrijden." Vlak na de verandering volgde weer een besluit: Wilbert en Elvira zouden met hun gezin op de boerderij gaan wonen, voor opa werd een mooi huisje gevonden in het dorp. Het was een flinke stap, vertelt Elvira. „We zaten voortaan overal ver vandaan. De jongens moesten gaan fietsen, en ver ook. En Wilbert was altijd aan het werk, dus ik heb ze heel wat keren weggebracht en opgehaald." Roel en Tim waren geen doorsnee boeren zonen: liepen als kind graag met opa tus sen de schapen, maar trokken bij thuis komst niet automatisch een overall aan. Tim bracht zijn vrije tijd liever door op het voetbal veld. Roel had een hekel aan leren, wist niet wat hij wilde. Tot hij toch maar naar de landbouw school ging. Elvira: ma scb „Voor het eerst in zijn hele leven kwam hij met hele verhalen thuis. We wisten niet wat we meemaak ten." VRIJDAG 7 DECEMBER 2018 Wilbert, Jan en Roel Sandee (vlnr). foto's ERNESTA VERBURG ROEL SANDEE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 53