'Hoe kan ik mijn familie ooit vinden?' EUWS 11 VLUCHTELINGEN STUDENTEN Minimaal een keer per week zitten Shab- nam uit Afgha nistan en Se- nem uit Rotter dam in een rus tig hoekje van het universiteitsge bouw. Soms maakt Senem dan een lijstje met moeilijke Nederlandse woorden. Shabnam moet er dan zin nen mee maken. „Zo kan ze haar woordenschat vergroten", weet Se nem. Een andere keer komen de wis- kundeboeken op tafel. Shabnam: „Wiskunde is echt lastig voor me, niet vanwege de cijfers, maar het is soms moeilijk om de vragen goed te snappen." Shabnam Akbari (23)een Af ghaanse vluchtelinge, is sinds twee jaar in Nederland en volgt een scha keljaar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, volgend schooljaar wil ze aan een studie bestuurskunde begin nen. Om daarna een bedrijf in in- en export te beginnen, haar droom. De Rotterdamse Senem Oylum (23)studente bedrijfskunde, is sinds twee maanden haar mentor. Vandaag viert de Stichting voor Vluchteling- Studenten UAF met een evenement op de universiteit dat ze de afgelopen drie jaar in het project Refugees@campus vijfhonderd van dergelijke koppels bij elkaar heeft ge bracht. Aanmeldingen Het was nodig, vinden ze bij het UAF, om ervoor te zorgen dat vluch- telingstudenten zich sneller thuis voelen in het hoger onderwijs en de samenleving. De gang van zaken op Nederlandse universiteiten en hoge scholen is vaak heel anders dan in hun landen van herkomst. Sommi gen worstelen ook met de taal. Sinds 2015, het hoogtepunt van de Wiskunde is echt lastig, het is soms moeilijk om de vragen goed te snappen vluchtelingenstroom naar Europa, steeg het aantal studenten dat door het UAF wordt begeleid fors: van 550 nieuwe aanmeldingen in 2015 naar 1559 in 2017. Op dit moment geeft het UAF ruim 3700 vluchtelingenstu- denten een steuntje in de rug bij hun studie of loopbaan. „Dat zijn de stu denten waar wij contact mee hebben, het totale aantal vluchtelingenstu- denten ligt hoger", zegt UAF-woord- voerder Jasper Vink. Schakelklassen en mentorschappen moeten de vluchtelingen helpen bij het opzet ten van hun studie. Ze krijgen in het tussenjaar ondermeer les in Neder lands, Engels en studievaardigheid. Onder dat laatste vallen ook lessen over integratie en de Nederlandse cultuur. Shabnam (geboren in Afghanistan, opgegroeid in Pakistan, gevlucht om 'persoonlijke redenen') studeerde al twee jaar International Business in Pakistan. „Ik weet dus wel een beetje hoe een universiteit werkt, maar ik zie andere vluchtelingen die vooral gewend zijn dat docenten precies zeggen wat je moet doen en die er niet aan gewend zijn dat je zelf initia tief moet nemen." In de schakelklas van Shabnam zit ten twintig studenten. De meeste zijn Syriërs. „Die trekken vooral met elkaar op, ik heb weinig contact met ze", vertelt ze in de kantine van de universiteit. Contact leggen met an dere (Nederlandse) studenten is so wieso moeilijk, ervaart de Afghaanse, die in haar eentje in Zwijndrecht woont. „Daarom ben ik zo blij met Senem." Dat gevoel is wederzijds. Senem: „Ik heb me opgegeven omdat ik graag een vluchteling wilde helpen. Het klikte meteen tussen ons. We zijn al lebei introvert en gevoelig en houden van dezelfde dingen: winkelen, eten. Ik leer van haar doorzettingsvermo gen en ik leer hoe ik mensen op de juiste manier kan helpen." Budget Het project Refugees@campus ein digt vandaag, het budget van de Na tionale Postcode Eoterij voor de afge lopen drie jaar, is op. „Maar we heb ben nu geleerd hoe het werkt en gaan proberen standaard een mentorschap aan te bieden aan vluchtelingen", zegt Vink. Volgens de stichting is het project een succes. Ruim 70 procent van de vluchtelingen én de Nederlandse studenten zeggen dat ze baat hadden bij het mentorschap. De vluchtelin gen zijn de taal beter gaan spreken en hebben meer zelfvertrouwen en con tacten. De mentoren hebben geleerd te coachen en geleerd over de ver schillen in culturen. Senem: „Ik vind dat er nog te weinig mensen begeleid worden. Voor de schakelklas van Shabnam waren honderd aanmel dingen, maar er konden maar twintig studenten in." De samenwerking tussen Shabnam en Semen was in eerste instantie voor zes maanden. Maar daar gaat het niet bij blijven. „We zijn vriendin nen geworden en dat zullen we blij ven. We hopen voordal dat we ook tijd gaan hebben om samen leuke dingen te doen, behalve studeren." De geadopteerde kinderen zijn nu dertigers en veertigers. Maar de vraag wat hun echte achtergrond is, beheerst nog een deel van hun leven. Wie zijn mijn biologische ouders? Weten ze dat ik nog leef? Dertiger Sanne Cohen weet dat ze geadopteerd is uit Sri Lanka, maar die adoptie bleef door raad sels omgeven. Ze ging een keer te rug, in 2003, en werd herenigd met haar vermeende biologische moe der, broer en zus. Na afloop van die ontmoeting bekroop haar een ongemakkelijk gevoel. „Het ging alleen over geld. Ik was er niet ze ker van of zij mijn biologische fa milie waren. De fysieke gelijkenis sen waren ver te zoeken, en in brieven ging het enkel over mate riële zaken", zei ze eerder dit jaar in deze krant. Via een dna-test kwam ze erachter dat de vrouw die ze toen ontmoette niet haar moeder was. „Mijn adoptiepapie ren zijn dus vals. Dat bevestigt mijn eerdere twijfel. Tegelijk zorgt het voor grote onzekerheid: hoe kan ik mijn familie ooit vinden?" Sri Lanka is een van de landen die nu onder een vergrootglas ligt vanwege illegale adopties. Er zou in de jaren 80 een georganiseerde babyhandel zijn geweest. Ouders werden gedwongen hun kind af te staan, soms werden baby's zonder toestemming uit een ziekenhuis gehaald. Adoptiepapieren en ge- boortegegevens werden vervalst. Hetzelfde gebeurde in die peri ode met Patrick Noordoven, in Brazilië. Nederlandse medewer kers van een kindertehuis haalden hem uit een ziekenhuis in Sao Paulo en gaven hem op straat, door een autoraam, aan een Nederlands stel. Dat echtpaar gaf Patrick met een valse geboortedatum aan als hun eigen kind en namen hem mee naar Nederland. Nederlandse diplomaten en tussenpersonen zouden daarbij geholpen hebben. Pas in 2001 kwam Noordoven erachter dat zijn adoptie illegaal was. Toen het hem tien jaar later lukte zijn biologische familie toch op te sporen, bleek zijn moeder overleden. Hij sleepte zijn adop tieouders voor de rechter, omdat ze jarenlang informatie achterhiel den. „De consequenties van mijn illegale adoptie draag ik de rest van mijn leven mee", zei hij daar eer der over. „Ik heb het recht om te weten waar ik vandaan kom." Noord oven won vorige maand de rechtszaak, zijn adoptieouders moeten hem een schadevergoe ding van 13.000 euro betalen. vrijdag 7 december 2018 Van buddy tot hartsvriendin De afgelopen drie jaar kregen vijf honderd studerende vluchtelingen een medestudent als mentor. Het buddyproject stopt vandaag. „Ik heb geleerd van haar doorzettings vermogen." Cyril Rosman Rotterdam -Shabnam Akbari, vluchtelinge Senem Oylum (I) helpt de Afghaanse Shabnam Akbari. FOTO MARCO DE SWART Sanne Cohen. fotoshodycareman 'Heel goed' vindt Sanne Cohen het aangekondigde onderzoek naar de betrokkenheid van de overheid bij illegale adopties uit het buitenland. Ze is zelf slacht offer van een dubieuze adoptie. Tonny van der Mee Cyril Rosman Utrecht

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 11