Beiroet staat zelden op top 5-lijstjes. We associëren de stad met oorlog en onveilig. Een gemiste kans, want de stad schittert juist in pracht en praal. Al zijn de littekens van de oorlog nog zichtbaar. Alleen het geraamte van het bijna dertig verdiepingen hoge Holiday Inn staat nog overeind. De zijkant is zwaar gehavend door ingeslagen mortieren en granaten. Wie z'n ogen sluit kan zich een voorstel ling maken hoe levendig het er in 1973, na de opening, was. Op de bovenste verdie ping dansten rijke toeristen in de nacht club, in de winkels hingen avondjurken en de drank vloeide rijkelijk. Tot de burger oorlog uitbrak en het in 1975 symbool werd van de battle of the hotels, waarin alle toren hoge hotels het toneel werden van sluip schutters. Het Holiday Inn is een van de littekens die Beiroet herinneren aan de burgeroorlog waarin 250.000 doden vielen. Al is het hooguit de toerist die gefascineerd kijkt naar het kapotgeschoten gebouw; Beiroeti's scheuren er in hun Ferrari's en Porsches zonder blikken of blozen aan voorbij. Pal ernaast paraderen toeristen alweer sinds achttien jaar op de marmeren trappen van het vijfsterrenhotel Phoenicia, dat ook doelwit was, maar wél weer is opgebouwd. Hier is de ontbijtzaal weer gevuld, nu met rijke vrouwen die strak van de botox met hun Louis Vuitton-tas aan tafel zitten. Hier kijken (vooral Libanese) toeristen weer trots vanuit hun kamer uit op zee, waar dure jachten dobberen. „Bijna alle Beiroeti's zijn al eens in Amsterdam geweest. Waarom komen de Nederlanders niet bij ons?" vraagt Nour Chaoui, manager bij Phoenicia, tijdens het ontbijt waar het luxe buffet volstaat met onder meer hummus van biet of wortel, foul mdamas - een bonengerecht - en zoete Libanese cakejes. Veel Nederlanders weten nu eenmaal niet dat Beiroeti's dol zijn op uitgaan, dat je je hier kunt vergapen aan luxe uit de bovenste klasse, dat er vloei end Engels wordt gesproken en dat je er ontzettend lekker kunt eten. In Beiroet heerst vrijheid, hier staat de moskee naast de kerk, er wordt gefeest en gelachen. Elke avond maken vele Beiroeti's zich op voor vertier. Glittertruitjes komen uit de kast, uit de kroegen klinkt muziek en het is filerijden om bij je favoriete café te komen. Een dure bak komt voorbij, de inzittenden zingen luidkeels en lachend mee met de Arabische muziek. Steek je je duim op, dan krijg je een dankbare lach terug. „Thank you!" roepen ze. „Welcome in Lebanon!" De kroegen en restaurants zijn goed vol, soms staan de gasten tot ver buiten op de stoep. In de ene tent luisteren bezoekers naar een jazzbandje, in de andere wordt zelfs op ta fels gedanst en in een volgend cafeetje zie je openlijk twee vrouwen elkaar versieren en zoenen. „Deze stad slaapt nooit. Je kunt hier van feest naar feest, 24 uur per dag door", vertelt Moustafa Fahs (27), onze gids vandaag. Hij glimlacht als we vertellen dat we de avond ervoor op een heel bijzonder feestje zijn beland, gewoon door de muziek achterna te lopen. We kwamen uit bij een tent op braakliggend terrein. De portier liet ons met eenwelcomebinnen, het leek er net een oosters tafereel in de Fata Morgana van de Efteling. Alleen het vliegende kleedje Reizen In Beiroet wordt gefeest en gelachen TEKST EN FOTOS SANNE VAN DER KOLK WG ZATERDAG 24 NOVEMBER 2018 43

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 133