Lanceerstandaards afgekeurd 5 OUD EN NIEUW ENQUETE Alle kritiek en discussies ten spijt, de Nederlandse man wil zelf vuurwerk blijven afsteken. Hij heeft er lol in en vindt het gezellig, maar niet iedereen denkt er zo over. Bent u vóór een vuurwerkverbod? Redenen om vuurwerk af te steken De mannen mogen dan dol zijn op het afschie ten van vuurpijlen en ander vuurwerk, de vrouwen lijken er wel klaar mee. Dat blijkt uit een grote en quête van deze krant. Ruim 156.000 bezoekers van de nieuwssites van dit bedrijf vulden de enquête in. Twee derde (65 procent) van alle mannen is tegen een ge meentelijk vuurwerkverbod. Dat staat in schril contrast tot de vrouwen bij wie 61 procent juist vóór een ver bod is. Waarom vooral de mannen tegen een verbod zijn, wordt ook snel dui delijk: 72 procent vindt het gewoon leuk zelf af te steken. Bij de vrouwen die vuurwerk willen behouden, speelt dat argument veel minder een rol: 43 procent steekt graag af. 'Gezelligheid' en 'traditie' zijn ver reweg de meest genoemde overwe gingen die de doorslag geven om vuurwerk te behouden. Ook bij de vrouwen die voorstander zijn van het behoud van consumentenvuurwerk, komen die begrippen het vaakst naar boven. Bij het argument 'het geeft een kick' worden mannen blijkbaar weer jongens, want zij liggen dan ver voor op de meisjes: 37 tegen 13 procent. Hoe ouder de mensen worden, hoe minder de kick wordt, overigens. Een meerderheid van de vrouwen (58 procent) ruilt het zelf afsteken van consumentenvuurwerk graag in voor centrale vuurwerkshows. Terwijl, lo gischerwijs, juist 62 procent van de mannen dat maar niks vindt. Uitein delijk is daarmee een kleine meerder heid (54 procent) van de bezoekers van de nieuwssites van deze krant te gen een vuurwerkverbod. Tjeerd de Faber, oogarts en vuur werkwoordvoerder van het Neder lands Oogheelkundig Gezelschap, merkt ook aan de slachtoffers van vuurwerk dat mannen liefhebbers zijn en vrouwen veel minder. „90 pro cent van de slachtoffers is man, geke ken over de afgelopen tien jaar", zegt hij. „Het aantal slachtoffers dat zelf af steekt of als omstander werd geraakt, is fifty-fïfty. Maar van alle vrouwen die slachtoffer zijn, is 90 procent om stander. Dat betekent: vrouwen zijn bijna nooit slachtoffer van vuurwerk dat ze zelf afsteken." Voor Leo Groeneveld, voorzitter van Meer dan 90 procent van de kopers van vuurwerk zijn mannen met zoontjes de vereniging Pyrotechniek Neder land (de vuurwerkbranche), bevestigt de enquête de vuurwerktraditie die hij zo koestert en waarmee we alle maal zijn opgegroeid. „Ik overdrijf niet als ik zeg dat meer dan 90 procent van de vuurwerkko pers mannen met zoontjes zijn. Een traditie die je graag wil doorgeven. Boys will be boys. En vrouwen houden er dan misschien minder van, maar ze staan wel op 31 december met oliebol achter het raam naar boven te kijken. „Ik zeg altijd: begin zo'n enquête eens met de vraag: stel je eens een oud en nieuw voor zonder vuurwerk? Ik denk dat het percentage mensen dat voor vuurwerk is, dan snel om hoog gaat. De meerderheid van de Nederlanders is een beetje moe van dit soort discussies. Net als met Zwarte Piet: de mensen die zich er druk over maken, kapen de hele dis cussie. Ik ben er zeker van dat de meerderheid de vuurwerkdiscussie aan zich voorbij laat gaan en gewoon graag vuurwerk afsteekt met oud en nieuw, of toekijkt." Opvallend is de plek waar de en quête het vaakst is ingevuld: En schede, de stad waar in 2000 een vuurwerkopslag ontplofte met 23 do den als gevolg. Ruim 6500 mensen grepen de enquête van deze krant aan om achttien jaar later hun mening te geven: zelfs daar is een kleine meer derheid (52 procent) nog altijd tégen een vuurwerkverbod. De tweede stad waar de enquête het meest is inge vuld, is Eindhoven (4714) en daar is wel een meerderheid (56 procent) voor een verbod. In een andere stad met een roemrucht oud en nieuw- verleden, Den Haag, is weer een meerderheid (54 procent) tégen een vuurwerkverbod. INSTABIEL vrijdag 23 november 2018 GO Voorstanders naar leeftijd Geeft een kick 33% Gezellig/sociaal 6 Traditie Anders 6% Nu de vuurwerkstandaard is afgekeurd, lijkt de fles de enige optie om een vuurpijl af te steken. fotöramonmang®ld 140144' rees- brcda.nl Vuurwerk verdeelt families Victor Schildkamp Rotterdam Leo Groeneveld, vuurwerkbranche Nog meer over de uitkomsten van de enquête in de krant van zaterdag Alle lanceerstan daards die vuurwerk importeurs dit jaar aanbieden, zijn door de inspectie afge keurd. Dat levert een acuut probleem op: dit jaar mogen pijlen alleen nog maar met een geschikte lan- ceerstandaard wor den verkocht. Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) blijkt dat de standaards voor consumenten niet sta biel zijn. Dat zou vooral het geval zijn bij slech tere weersomstandig heden. Daarnaast blij ken standaards van karton en kunststof niet stevig genoeg en scheuren deze snel bij het afsteken van een vuurpijl. Vuurwerkimporteurs zitten nu met de han den in het haar. Het kabinet besloot begin dit jaar dat vuurpijlen alleen nog mogen wor den verkocht als daar een deugdelijke lan- ceerstandaard bij wordt geleverd. Voorzitter Leo Groene veld van de vuurwerk branche erkent dat de verkoop van vuurpijlen in gevaar is. „Een oud en nieuw zonder vuur pijlen dreigt." Wel zegt hij erbij dat de omzet van vuurpij len 'slechts' 7 procent van het totaal is. „Er gaat ook zonder vuur pijlen echt wel wat de lucht in met oud en nieuw: die dozen waar waar vuurballen uit schieten, vuurwerkfon teinen... Maar feitelijk is hier sprake van on behoorlijk bestuur. Wij verkopen deze stan daards al jaren en al lang was bekend dat we deze installaties dit jaar wéér zouden gaan verkopen. Dus om dan in november te gaan testen en ons hiermee op te zadelen, dat kan echt niet." Verantwoordelijk staatssecretaris Stien- tje van Veldhoven stelt echter dat de branche de lanceerstandaards pas in oktober heeft aangeboden voor tests. Groeneveld zet vraag tekens bij de test. „De wet zegt dat de stan daard stabiel moet zijn. Wat is stabiel? Geble ken is dat hij niet om valt, en toch testen ze hem als niet stabiel."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 5