verdiende' Ik heb geleefd 'Weer of geen weer, je ging gewoon. Dat vond ik mooi' L De butler doet het zelden 'Ik werk weer en leef nu tamelijk anoniem en dat houd ik graag zo' Iedereen denkt dat ik altijd vrolijk ben. Nou, ik heb echt mijn slechte dagen hoor' 17 Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert. In de boeken De alleenstaande weduwe schaamt zich kapot en durft het niemand te vertellen. Totdat Nicolette ontdekt dat de juwelen verdwenen zijn. Huilend vertelt haar moeder het hele ver haal. Voor Nicolette is het zwaar: haar moeder, zó belazerd, door een vriend! Lange tijd probeert ze zelf de juwelen terug te krijgen. Maar volgens de familie Van Dijk draait en liegt Marcel zich er steevast onderuit. Dat bevestigt hun advo caat Titia Fuchs. „Pas toen de poli tie in 2016 zelf aanklopte bij de fa milie, deden ze hun verhaal." Als blijkt dat er bij andere slachtoffers nep-diamanten zijn gevonden, laat Nicolette enkele overgebleven ju welen taxeren. En jawel: onder meer een hanger blijkt nep. In een eerste verklaring zegt Marcel dat hij ze in opdracht van Leonie heeft verkocht. En zwijgt verder. Nicolette kan het niet aan horen, helemaal als Marcel spijt betuigt en 'wil werken om gedu peerden terug te betalen'. Dat wordt buffelen trouwens: justitie schat zijn winst op een half mil joen euro. Nicolette gaat ook nog eens negen ton vorderen. De rech ter heft in augustus 2016 Marcels voorarrest op. Drie maanden later overlijdt Leonie. 'Opgeklopt' Zijn glitter- en glamour jaren tus sen de rijken in het majestueuze Huis ter Duin zijn alweer enkele jaren voorbij. Marcel (44) woont weer bij zijn ouders in Terneuzen en neemt daar de telefoon op. „Ik werk. Nee, ik zeg niet als wat. Ik leef hier tamelijk anoniem en dat houd ik graag zo. Gelukkig bekij ken Zeeuwen alles veel nuchter der. Ik ben benaderd voor films, documentaires, boeken... Maar ik zeg je: deze zaak is zo zwaar opge klopt, het was immers zo leuk, die 'butler die het had gedaan'. Ik heb een hele dikke huid gekregen, dat zul je snappen. Ja, ik ben happy. Ik heb geleerd dat gezondheid het belangrijkst is. Ik ben verderge gaan met mijn leven." Meer wil hij niet kwijt. Dinsdag misschien, voor de rechter. Dan zal Marcel hopelijk vertellen hoe en wat 'de butler nou écht heeft gedaan'. im Pruim (61) kromt zijn rug en trekt zijn trui omhoog. „Kun je hem zien?" Tussen zijn schouderbladen prijkt een tatoeage. Het is de naam van zijn vrouw Froukje in Chinese tekens. Op zijn onderarm staan de kleinkinderen, de vijfde paste er nog net bij. Zijn familie komt op één in zijn leven. „Daar ben ik het meest trots op. Dat we het goed hebben ge daan, mijn vrouw en ik." Zijn eerste tatoeage herinnert hij zich nog goed. Het was een opwel ling. Samen met een kennis die er ei genlijk ook wel een wilde, ging hij naar zo'n shop in de stad. Voor hij het wist stond er een adelaar op zijn arm. „Die tatoeëerder zei: 'Tot de volgende keer.' 'Hoezo?' vroeg ik. Hij zei dat mensen altijd terugkwamen voor een tweede." Wim en Froukje wonen in Olde- kerk, het leukste dorp van Gronin gen. Dat heeft hij niet zelfbedacht, dat was de uitkomst van een verkie zing in 2013. In januari van dit jaar verhuisden ze naar een nieuwbouw woning met een tuin waar de buiten keuken royaal kon staan. Toen wist hij nog niet dat drie maanden later onbehandelbare slokdarmkanker aan het licht zou komen. De geboren Drent is gek op het dorp waar hij al meer dan dertig jaar woont. Iedereen kent hem en hij kent iedereen. Hij is mede-organisator van de jaarlijkse feestweek. Grote tent in het weiland, Nederlandstalige arties ten, tweeduizend man. „Ik regel de sponsoren en koop het bier in." Zijn droom was altijd om er een reuzenrad bij te zetten. Want een beetje evenement heeft een reuzen rad. Maar op een ondergrond van gras was dat lastig. „Afgelopen juni kwa men we terug van vakantie. Ik wil net Spanje-Portugal gaan kijken, staat opeens de voorzitter van de feest week voor de deur. Jas aan. Ik moest meekomen." Hadden ze voor Wim een reuzenrad geregeld. Het gevaarte van 22 meter hoog stond te pronken op de parkeerplaats naast het jeugd honk. „Iedereen was er. De mensen van de voetbalclub, de vrijwilligers van het jeugdwerk, mijn kinderen, kleinkinderen..." Het was emotioneel. Maar de oud postbode liet zich niet kennen en maakte dapper een paar rondjes in het antieke geval. In Oldekerk weet iedereen dat hij nog maar een paar maanden heeft. Toen hij die verpletterende bood schap tot zich door had laten dringen, begon hij zijn afscheid te regisseren. „Direct na het gesprek in het zieken huis ben ik met mijn vrouw naar het nieuwe crematorium in Groningen gereden. Heel impulsief. Ze vroegen of ik een afspraak had. 'Is dat hier no dig dan?' vroeg ik. 'Doodgaan komt toch altijd onverwacht?' Ik kreeg een rondleiding, heb zelfs de oven gezien. Glanzend zwart." Het gaf hem rust. De kameraden uit het dorp die hij graag zag speechen tijdens zijn uitvaart, benaderde hij zelf. Wim knikt in de richting van de voordeur, hond Joep steekt zijn kop boven de mand uit. „De man die net aanbelde, is er een van. Goeie vriend, hij komt elke twee dagen even langs." Zijn vader was glazenwasser en schoorsteenveger. Zelfs in de winter klom hij het dak op, omdat hij de klanten niet in de kou wilde laten zit ten. „Daar heb ik wel iets van meege kregen. Ik beteken graag iets voor mensen." Over aanloop heeft Wim niet te klagen. Hij verkoopt droge worst aan huis. Niet van die Friese langwerpige worsten, maar Groningse ronde. Met kruidnagel. Bij een slager had hij zijn eerste baantje, toen hij vond dat hij op school niets te zoeken had. De post kwam later. Prachttijd. „Weer of geen weer, je ging gewoon. Dat vond ik mooi." Helaas werd hij tien jaar ge leden afgekeurd vanwege de longaan doening COPD. Hij leerde koken en zorgde ervoor dat het eten op tafel stond als Froukje 's avonds thuis kwam. En toen - boem - kanker. „Ie dereen denkt dat ik altijd vrolijk ben. Nou, ik heb echt mijn slechte dagen, hoor." Van de eerste chemokuur werd hij afgrijselijk ziek. Hij kon niet eens meer zitten. „Toen heb ik gezegd: als het zo moet, schiet me dan maar neer." Maar de kuur bleek wel iets te hebben gedaan, de tumoren hielden zich gedeisd. Met een lichtere dosis besloot hij verder te gaan. Het oneer lijke aan het hele verhaal vindt hij dat hij niet alleen doodgaat, maar ook nog eens hondsberoerd is. „Als het nou was van 'na de chemo kunt u er weer tegenaan'. Maar zo werkt het niet met ongeneeslijke kanker. Daar ben ik wel boos over geweest, ja." Had Wim Pruim nog een wensen lijst, dan zou daarop staan: 'niet ziek zijn'. En dat dan tien keer onder el kaar. Maar hij heeft geen wensenlijst. Laat hem maar gewoon bij zijn fami lie zijn. Vanmiddag gaat hij naar het voetbalveld, lekker ouwehoeren met de jongens. AR ZATERDAG 10 NOVEMBER 2018 'De butler heeft het gedaan' is zo ongeveer het beroemdste cliché uit de geschiedenis van het mis daadverhaal, maar het komt toch maar weinig voor. Dat komt waar schijnlijk door de Amerikaanse cri ticus S. S. van Dine (echte naam Willard Huntington Wright) die in 1928 een aantal regels voor een goed misdaadverhaal op papier zette. Regel nr. 11: een bediende is niet de dader. Te voor de hand lig gend, want: hij kan overal bij en is intellectueel gezien een zwakke te genstander voor een detective. Dat had de fameuze thriller schrijfster Mary Roberts Rinehart even gemist toen ze in 1930 The Door schreef, dat goed verkocht, ondanks het 'verbod' op de butler die het had gedaan. Een cliché was geboren. De Britse schrijver P. G. Wode- house maakte van 'de butler als dader' in 1957 definitief een paro die met zijn komische verhaal So- mething fishy, in Amerika getiteld The butler did it. De butler deed het daarna eigenlijk nooit meer. Boven: Huis ter Duin. Onder: de peervormige ring van de familie Oudt. Mét de echte diamant. Wim Pruim, oud-postbode Wilt u ook uw verhaal vertellen? Annemarie@ persgroep.nl FOTO CYNTHIA DE JONG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 65