'Je krijgt pubers
niet aan de
praat door
doemscenario's
te schetsen.
'Als je nu niet je
best doet, moet
je van school"
Beetje bij beetje is Het puberende brein
- 37ste druk, 100.000 verkochte exemplaren
- uitgegroeid tot algemeen geaccepteerde
survivalgids voor ouders die de gevreesde
leeftijdsfase van hun kinderen een beetje
gezellig willen overleven. Maar, vertelt
Crone halverwege het gesprek, het wordt
niet alleen door ouders gelezen maar ook
door pubers zelf.
„Dat niet natuurlijk. Ze vinden het in de
boekenkast van hun ouders of ze lenen het.
Ze moeten het voor school lezen, voor een
profielwerkstuk of zo, en sturen me mail-
tjes. 'Hoi Eveline, mag ik je interviewen?'
Heel leuk. Ze hebben trouwens bijna alle
maal dezelfde vraag."
„Of ze hun huiswerk beter kunnen maken
mét of zónder muziek."
„Daar heb ik geen antwoord op. Ik heb het
nooit onderzocht. In het algemeen kan ik
wel zeggen dat multitasken niet bestaat.
En nee, vrouwen kunnen het ook niet beter
dan mannen. Onze hersenen kunnen ge
woon niet twee taken tegelijk aan. Wat we
wel kunnen leren, is snel tussen taken wis
selen, maar het blijft het een of het ander."
Eveline Crone, hoogleraar neurocognitieve
ontwikkelingspsychologie, auteur, moeder
van een (bijna) puberdochter van 10 en een
zoon van 5, schreef Het puberende brein in
2008. Ze werd in rap tempo een Bekende
Wetenschapper, draafde op bij Ted-talks,
bij DWDD, werd geïnterviewd door Vrij
Nederland én Glamour en vindt al die aan
dacht 'ontzettend leuk'. „Over pubers raak
je niet uitgepraat, toch?"
Dat ze vaak als 'puberambassadeur'
wordt geïntroduceerd, vindt ze 'ook hele
maal prima'. Ze trekt bewust ten strijde te
gen het beeld van het couchpotato-tichtigc
sujet dat slechts op aarde is om anderen tot
wanhoop te drijven. Een van de vrolijke
zinnen uit haar boek: 'adolescenten zijn
vele malen creatiever, idealistischer en vin
dingrijker dan volwassenen'; en nog een:
'de adolescentie is een tijdperk van unieke
mogelijkheden'.
Crone: „Dat beeld van de lamlendige
bankhanger bijstellen was geen doel, maar
ik vind het wel een leuke bijkomstigheid.
Toen ik met schrijven begon, stond de
boekhandel vol met literatuur in de trant
van 'waarom de puberteit zo'n ellende is'
en dat herkende ik als wetenschapper hele
maal niet."
Haar punt: de puberhersenen zijn nog zo
in beweging dat er juist van alles mogelijk
is. Tussen 10 en 22 jaar durven jongeren
meer risico's aan, pikken dingen snel op,
ontwikkelen in rap tempo sociale vaardig
heden, en zijn niet alleen vatbaar voor
negatieve maar ook voor positieve groeps
druk.
Dé vraag die ze zich in Het puberende brein
stelt: waarom maken wij, volwassenen, niet
meer gebruik van de unieke eigenschappen
van tieners? Menig huishouden zou ervan
opknappen, misschien het hele land wel.
„Waar wij als volwassenen weieens de
neiging hebben dingen maar te laten voor
wat ze zijn, kijken jongeren met een frisse
blik naar ontwikkelingen, komen met
nieuwe ideeën, nieuwe technieken. Denk
aan iemand als Boyan Slat en zijn oplossing
voor de 'plastic soep' in zee."
„Ik zou veel kunnen noemen, maar laat ik
er één ding uitpikken. Dat je pubers niet
aan de praat krijgt door doemscenario's te
schetsen. 'Als je nü niet je best doet, moet
je van school.' Ze zijn namelijk meer op de
korte dan op de lange termijn gericht en
zijn bevattelijker voor positieve dan nega
tieve feedback. En dat is geen mening, dat
is de uitkomst van hersenonderzoek."
„Ik weet het, zoiets zit niet in onze volks
aard. We zijn erg van: niet zeuren, gewoon
doen. En natuurlijk moeten kinderen ook
leren dat bepaalde verplichtingen erbij ho
ren. Maar belonen werkt echt. Onderzoek
toont het aan. En op den duur is zo'n belo
ning misschien wel helemaal niet meer
nodig. Als jongeren doorhebben dat ze iets
beheersen, is dat an sich al een stimulans.
Waar het me in dit voorbeeld om ging, is
dat ouders een beloning als een spelcompu
ter beter in stukjes kunnen uitkeren dan
aan het einde van een jaar. Dat voelt voor
pubers te ver weg."
„Dat is weer een beetje sneu. Dan creëer je
verschillende groepen. Een deel mag wel,
een deel niet. Voor jongeren is het juist be
langrijk dat ze aansluiting vinden bij hun
klasgenoten. Ik zie liever een individuele
beloning. Dat je, als je heel goed in een
bepaald vak bent, bijvoorbeeld een les mag
overslaan. Dat je dan een kortere schooldag
hebt, of kunt uitslapen."
„Kijk, pubers moeten zich natuurlijk leren
aanpassen. Later kunnen ze ook niet om
12 uur naar het werk. Maar het zou goed zijn
als scholen iets meer rekening houden met
het gegeven dat pubers minder slaaphor-
moon aanmaken en vaak laat in slaap val
len. Scholen om 9 uur laten beginnen is be
ter dan om 8 uur. Dat is efficiënter, produc
tiever."
„We hoeven jongeren niet oneindig de tijd
te gunnen, maar nu is het echt té strak. Al
die drop-outs en studenten die een ver
keerde keuze maken. Zonde van het talent,
de energie, het geld. En wij die jongeren
maar doodgooien met beroeps- en studie
informatie terwijl we inmiddels uit onder
zoek weten dat dat niet werkt. Of iemand
de juiste keuze maakt, blijkt vooral afhan
kelijk van de 'zelfontwikkeling'. Of iemand
10
Serieus? Kopen pubers uit zichzelf een
boek van ruim tweehonderd pagina's?
En dat is?
En?
Wat moeten puberouders écht weten
over het puberbrein?
In uw boek staat het voorbeeld van een
moeder die haar zoon elke keer als hij
zijn huiswerk af heeft een paar euro
geeft om voor een spelcomputer te
sparen. Is dat een serieus advies? Voor
huiswerk betalen?
Sommige scholen gunnen hun leerlin
gen een verre schoolreis als ze gemid
deld een 7 hebben.
Dat uitslapen is voor u nogal een issue,
toch? Nederlandse scholen beginnen te
vroeg.
U kaart nog iets groters aan: dat scho
lieren te snel profiel- en beroepskeuzes
moeten maken. Kan dat anders?