Kosmos EGBEIT JAH Egbert Jan krijgt een uitnodiging om de verjaardag van zijn dochter te komen vieren. Hij weet niet goed wat hij ermee moet. een zwembad bij was, maar daar kon ze niet in of uit. Voor gehandicapte men sen wordt van alles georganiseerd, maar als je je zoals Bep wel kan redden, wordt er juist niet veel geregeld." Bep: „De Efteling was een succes." Cees: „Vorig jaar zijn we daar met de hele familie geweest vanwege ons 40- jarige huwelijksfeest. Dat kostte 1600 euro voor drie dagen in een huisje." Bep: „De kleinkinderen waren ook mee, die waren in Nederland." Cees: „Onze jongste zoon woont in Japan en onze dochter in Engeland. We zijn op onszelf aangewezen. Breed heb ben we het niet. In de ICT had ik een hoog salaris en Bep had haar baan. Het kon niet op, we gingen vaak uit. Ik heb me aangepast aan het lagere inkomen." Bep: „We gaan niet meer zo vaak uit eten." Cees: „Misschien twee keer per jaar. We betalen 510 euro aan hypotheek in de maand. Die is gedeeltelijk aflossings- vrij." Bep: „Cees wil de hypotheek aflossen. Ik wil liever van het spaargeld naar ons kleinkind in Japan." Cees: „We hebben een paar jaar gele den een nieuw rentevoorstel van 3 pro cent gekregen. Dat vond ik zo laag dat ik de hypotheek voor twintig jaar heb vastgezet, niet wetende dat de rente verder zou zakken." Bep: „Oversluiten betekent dat we een boeterente moeten betalen." Cees: „Van 14.000 euro. Dat vind ik zonde." Bep: „Ik vind het überhaupt zonde om de hypotheek af te betalen." Cees: „Het verlaagt je maandlasten." Bep: „Misschien heb je gelijk. Laten we het toch maar doen. Als we maar ook nog naar Japan kunnen." Cees: „Dat weet ik nog niet, hoor. Rei zen is met jouw handicap zo'n gedoe." Bep: „Ik wil dolgraag zien hoe mijn kind en kleinkind daar wonen." Cees: „We kunnen toch skypen en bel len via WhatsApp? Dat is makkelijker en goedkoper." Bep: „Dat vind ik anders dan zien, rui ken, voelen." Cees: „We zien wel." Niet lang geleden, een zaterdag, daar zit ik. In een huis kamer. Links een sprakeloze dochter Fenna. Ernaast een vrouw, iets jonger dan ik, met een glimlach die glanst als een bedauwde weidebloem. Er is veel decoratie, van alle vazen en gekleurde potjes staan er twee, boeken dragen titels als Het slui ten van de cirkel en De kosmos van de ziel. Een dag eerder. „Nee pap", zegt m'n dochter aan de telefoon. „Dat hoeft voor mij niet. Wist ik niets van." „Niet doen dan?" „Kan ik niet zeggen." Pas nu dringt tot me door dat mijn ex onze dochter had willen verrassen. In haar 'gesproken be richt' - via WhatsApp - deed de vrouw met wie ik twintig jaar samen ben geweest die ochtend een verrassend voorstel. „Fenna heeft het er moeilijk mee. Ze moet kiezen met wie ze haar verjaardag viert, zaterdag. Met jou of met mij. Ze komt bij mij eten die dag, ook omdat ik zelf gisteren jarig was. En er komen nog een paar mensen. Wat zou het leuk zijn als jij ook kwam. Laat je het even weten?" Wat zou het leuk zijn. Ik heb haar jaren niet gezien. Mijn keuze. Nu, bij haar thuis? Aan tafel zelfs? „Ik ga niet." „Snap ik." Maar die middag blijft het rond zingen. Zou dochter het misschien toch fijn vinden als ik erbij ben? Al zegt ze dat het voor haar niet hoeft? En zou ik dan niet al mijn bezwaren opzij moeten zetten? Het is zaterdag, 17 uur. Het huis nummer ken ik niet, een naam plaat ontbreekt. Maar het hand schrift op het briefje herken ik: Bel doet 't niet. Ik tik op het raampje in de deur. Daar doemt ze op. M'n dochter, die me nu ziet. Is ze het wel? Het gezicht is onherkenbaar vertrok ken. „Paaaaaaaap." Omhelzing. De vrouw die ons in de huis kamer opwacht, wrijft onder een oog. Er is nu alleen wat er ooit was, al het andere valt weg. Even. Ook meedoen? Stuur een mail naar geldengeluk@persgroep.nl „Pap?" Egbert Jan Riethof (64) is journalist. Hij heeft een dochter (26) en een zoon (23). Egbert Jan woont in z'n eentje in een huis met drie verdiepingen. ZATERDAG 10 NOVEMBER 2018

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 96