Weer even thuis 9 Jenny de Schepper (65) woonde tot haar 21ste aan de Absdaalseweg 23 in Hulst. „Ons huis was niet groot, maar wel heel knus." 'De sanseve ria's voor het raam moesten plaatsmak en, want anders zag hij zijn Fiat niet' 'Ze stonden klaar om te gaan verhuizen, maar ik was er niet. Ik was kwijt' 'Mijn man en ik zijn er uitgenodigd voor een etentje. Een mooi gebaar' We hadden een grote tuin waar we fijn konden spelen en mijn zus en ik had den allebei een aparte slaapka mer", vertelt Jenny. „Een keer heb ik mijn kozijnen rood geschilderd en mijn muren blauw gesausd. Het zag er echt niet uit, maar toch mocht het van mijn ouders. Wij werden best wel vrij gelaten." Jenny's ouders Laura en Piet Orlebeke verhuisden van Hulst naar Oostburg en weer terug. Ze lieten in 1959 hun woning aan de Absdaalseweg bouwen. Jenny was toen zes. „Mijn vader werkte bij de douane en werd terug overge plaatst naar Hulst. Daar zijn ze nooit meer weggegaan." De ver huizing kan Jenny zich nog goed herinneren. „Alles was ingeladen: meubels, kleren, zelfs de kat. Ze stonden klaar om te vertrekken, maar ik was er niet. Ik was kwijt", vertelt ze. „Het was op dat mo ment kermis in Oostburg en de fiets van een vriendinnetje was kapot. Ik was dus samen met haar naar de fietsenmaker gegaan en had niet door dat er op mij ge wacht werd. Na wat rond te heb ben gevraagd, vonden mijn ou ders me uiteindelijk en konden we vertrekken naar Hulst." Daarna was het hup en weg. „Ik heb eigenlijk nooit de kans gekre gen om afscheid te nemen van al mijn vriendjes en vriendinnetjes in Oostburg... Op dat moment had ik daar niet zoveel last van, want ik was nog te jong om er over na te denken. Maar achteraf gezien vind ik het toch wel jammer." Ge lukkig was Jenny snel gewend in Hulst. „Mijn opa en oma woon den in de Frans van Waesberghe- straat en ik had gelukkig meteen vriendinnetjes op school. Ik heb dan ook totaal geen moeite gehad met de verhuis." Nadat ze de ba sisschool in Hulst verliet, ging ze naar de middelbare school in Axel. In de winter met de bus, in de zomer met de fiets. „En op het einde met de brommer natuur lijk", zegt ze lachend. „Mijn zus Marleen, die vier jaar ouder was dan ik, ging naar dezelfde school. Daardoor had ik ook toen niet zo veel moeite om te wennen, want ik kon altijd op haar rekenen. Marleen was niet alleen ouder, maar ook groter. Ik ben altijd het kleintje gebleven." Jenny en haar zus konden goed met elkaar over weg. „Helaas is Marleen op 33-ja- rige leeftijd aan een hersentumor overleden. Veel te jong natuurlijk. Het was een verdrietige tijd..." De Absdaalseweg was erg druk toen Jenny er woonde. „Veel drukker dan nu. Mijn moeder was altijd ongerust en bang dat we on der een auto terecht zouden ko men", vertelt ze. „Toch mochten we op straat spelen. En gelukkig maar, want ik was een echt bui tenkind. Tegenover ons huis lag een groot terrein waar we altijd speelden met alle buurtkinderen. Daar was het wel veilig." Zelf werd Jenny nooit aangereden, maar haar huisdieren des te meer. „We hebben in totaal vijf katten gehad en zij zijn helaas allemaal overreden... Zelfs onze poedel Perry is eens aangereden, maar die heeft het wel overleefd geluk kig. Eigenlijk was het een te drukke straat om dieren te hou den." Toch woonden haar ouders er erg graag. Ze bleven dan ook tot hun dood in het huis. „Mijn vader stierfin 1996, mijn moeder in 2001. Zij wilde echt niet weg uit haar huis. Na haar overlijden hebben we de woning helemaal opgeknapt voor mijn dochter. Zij heeft er uiteindelijk nog tien jaar gewoond." Daarna werd de wo ning verkocht aan een jong kop pel. „Ik vond het wel moeilijk dat we het huis moesten verkopen, want mijn man en ik wilden er aanvankelijk zeifin gaan wonen. De vele verbouwingen werden echter te duur en daarom hebben we het huis uiteindelijk toch te koop moeten zetten." Jenny is echter blij dat de kopers er nu net zo gelukkig zijn als dat zij er wa ren. „Mijn moeder kende de vrouw die er nu woont als het buurmeisje van tegenover. Ze was goed bevriend met haar moe der. Ik ben dus blij dat zij er nu woont." Het huis werd volledig opgeknapt, maar ziet er verder nog hetzelfde uit als vroeger. „Mijn man en ik zijn er eens uit genodigd om te komen eten. Dat vond ik een heel mooi gebaar." Op vakantie ging Jenny eigen lijk nooit met haar ouders. „Wij brachten onze zomerdagen door aan het zwembad in Hulst." Aan dat zwembad heeft ze dan ook een boel leuke herinneringen. „Als ik jarig was, reed mijn vader er altijd met een volle auto naar toe. Alle buurtkinderen gingen mee", zegt ze lachend. „Toen had hij wel al een grotere auto trou wens. Zijn eerste auto was een Fiat 500. Toen hij die voor het eerst ophaalde, zette hij hem vlak voor het huis. De sanseveria's voor het raam moesten plaatsma ken, want anders zag hij zijn nieuwe Fiat niet staan. Oh, wat was hij trots op die auto..." Jenny was 21 toen ze trouwde en haar ouderlijke woning verliet. Maar ze bleef wel in Hulst wonen. „Hulst voelt gewoon zo ver trouwd. Als mijn man en ik te rugkomen van vakantie rijden we eigenlijk nooit rechtstreeks naar huis, we gaan altijd eerst even door het centrum." GO ZATERDAG 10 NOVEMBER 2018 'Ik ben blij dat het buurmeisje er woont' Jenny de Schepper bij haar ouderlijk huis aan de Absdaal seweg in Hulst. Onder: Een zevenja rige Jenny de Schepper (rechts) met haar zus Mar leen, bij de woning in de Absdaalseweg in Hulst. FOTO BOAZ TIMMERMANS GERTIE DE BOEY

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 58